Samenvatting Meso-economie en bedrijfsomgeving
Hoofdstuk 1: Bedrijfstak
Paragraaf 1.1 Markt en bedrijfstak
Aan de vraag naar goederen en diensten kan alleen voldaan worden als er aanbod is van die
producten.
Markt = het geheel van de betrekkingen tussen vragers en aanbieders inzake een bepaald product.
Belangrijkste functie van markten is de prijsvorming.
Consumenten vergelijken prijzen, zodat zij, afhankelijk van hun behoeften, optimaal kunnen inkopen.
Bij de beschrijving van bepaalde markten sluiten we op twee problemen: de geografische begrenzing
van de markt en de definitie van een product.
Geografische begrenzing van een markt:
Wereldmarkt: hier komen prijzen tot stand die voor alle vragers en aanbieders gelden.
(grondstoffen)
Lokale markt: kan heel klein zijn, zijn afhankelijk van afnemers die naar hen toe komen.
(detailhandelsbedrijven en horecabedrijven)
Nationale markten: zijn gebonden aan nationale wetgeving die de markt tot de landsgrenzen
beperkt (ziektekostenverzekeraars)
Relevante markt: het deel van de markt dat ondernemers bedienen
In het algemeen kan gesteld worden dat markten steeds meer een internationaal karakter krijgen
omdat steeds meer producten geëxporteerd en geïmporteerd worden.
Definitie van een product:
Heterogeen product: producten die in de ogen van de afnemers onderlinge verschillen
vertonen.
Homogeen product: producten waarin er geen verschillen te onderkennen zijn.
Bedrijfstak = ondernemingen die dezelfde soort producten maken met behulp van dezelfde soort
productieprocessen. Een bedrijfstak voorziet meestal in het aanbod op een groep van markten.
Paragraaf 1.2 Classificatie van bedrijven
NACE = hierin worden alle productieve activiteiten van bedrijven en overheid in Europa eerst
ingedeeld in 21 selecties, die elk met een letter worden aangeduid. Elk zelfstandig bedrijfsonderdeel
krijgt een codering, die aangeeft welke activiteit dit onderdeel als hoofdactiviteit uitoefent.
Het CBS deelt de ondernemingen vervolgens in volgens bepaalde systematiek. Het wordt verdeeld in
sector, dan afdeling, dan groepen en tenslotte klassen.
De SBI 2008 geeft informatie over Nederlandse bedrijfstakken. We hebben gesteld dat deze
ondernemingen met elkaar concurreren. Hierbij moeten we echter twee kanttekeningen maken:
1. Niet alleen ondernemingen die in Nederland gevestigd zijn bieden zijn producten aan, maar
ook buitenlandse ondernemingen. De SBI heeft alleen de Nederlandse markt.
2. De SBI geeft geen informatie over de geografische afbakening van de markten binnen
Nederland.
,Paragraaf 1.3 Bedrijfskolom
Bedrijfskolom = een aantal opeenvolgende bedrijfstakken van oerproducent tot consument.
Tot een bedrijfskolom behoren grondstofproducenten en/of agrarische bedrijven, verwerkende en
basisindustrieën en de bedrijfstakken die handelsfuncties uitoefenen. In het geval van
consumptiegoederen vorm de detailhandel de laatste schakel. Uiteindelijk bereikt het product de
finale afnemer. In de meeste gevallen is dat de consument, maar in het geval van kapitaalgoederen
zijn finale afnemers producenten.
Onderstaande figuur bevat een drietal bedrijfskolommen, elk bestaande uit enkele bedrijfstakken.
De indeling van de SBI volgt tot op zekere hoogte de indeling van de bedrijfskolom.
Primaire sector: bestaat uit de grondstofproducenten (landbouw).
Secundaire sector: hierin worden de grondstoffen verwerkt tot eindproducten (industrie).
Tertiaire sector: omvat de dienstverlenende bedrijfstakken.
Het geheel van waarde toevoeging in een bepaalde bedrijfskolom noemt met een waardesysteem.
, Paragraaf 1.4 Concurrentie-intensiteit en concurrentiepositie
Concurrentie = het proces van wedijver om de gunst van de afnemers
Interne concurrentie speelt zich af tussen ondernemingen die tot dezelfde bedrijfstak behoren. Deze
vorm is vooral gericht op het verwerven van een zo groot mogelijk marktaandeel.
De hevigheid van de interne concurrentie is afhankelijk van de volgende concurrentiebepalende
factoren:
Aantal ondernemingen en de verschillen in grootte
Aantal producten en de verschillen tussen de producten
Kostenstructuur van het productieproces
Technische ontwikkeling
Concurrentie vanuit het buitenland
Het aantal ondernemingen in een bedrijfstak is van essentieel belang voor de intensiteit van de
concurrentie. In bedrijfstakken met veel ondernemingen zullen individuele ondernemingen zich
moeten inspannen om een bevredigend marktaandeel te behouden.
Grootteverschillen hebben ook gevolgen voor de concurrentie. Grote ondernemingen hebben vaak
een efficiënt productieproces, waardoor zij met lage kosten kunnen produceren. Hiermee zetten zij
de kleine ondernemingen voortdurend onder druk, zodat de intensiteit van de concurrentie in zulke
bedrijfstakken groot is.
Productdifferentiatie = het aanbrengen van verschillen in gelijksoortige producten.
Ondernemingen die verschillen in producten kunnen aanbrengen, kunnen zo een zekere
klantenbinding bewerkstelligen.
De kostenstructuur van het productieproces komt met name tot uiting in de verhouding tussen vaste
en variabele kosten. Ondernemingen die behoren tot bedrijfstakken met een grote
kapitaalgoederenvoorraad hebben veel hogere vaste kosten dan de kleinere ondernemingen. Deze
grote ondernemingen zijn gevoelig voor onderbezetting van de productiecapaciteit. Zij verkopen dan
minder producten dan ze kunnen produceren.
De internationaliseringsgraad heeft betrekking op de import en de export. De
internationaliseringsgraad is ook een concurrentiebepalende factor.
Externe concurrentie = concurrentie die zich afspeelt tussen bedrijfstakken in een bedrijfskolom.
Ondernemingen die concurreren met ondernemingen die producten afnemen of toeleveren. Deze
concurrentie is gericht op een zo hoog mogelijk aandeel van de toegevoegde waarde in de
bedrijfskolom.
De externe concurrentie wordt bepaald door:
Aantal en de grootte van afnemers
Aantal en de grootte van leveranciers
Sommige ondernemingen kunnen vrij makkelijk hun afzetprijzen verhogen als ze kleine afnemers
hebben, bij grote afnemers is dit minder makkelijk.
Ondernemers in de bedrijfstak zullen weinig macht hebben tegenover leveranciers. Ze moeten
voldoen aan de voorwaarden die de leverancier hun oplegt. Er is dan harde concurrentie aan de
inkoopzijde die zal leiden tot hoge inkoopprijzen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sarissa837. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.