Samenvatting studieboek De bestuurlijke kaart van Nederland van G.E. Breeman, Wim van Noort - ISBN: 9789046907344, Druk: 7, Uitgavejaar: - (Vraag ernaar)
Kaartkennis hebben we nodig om de weg in onze omgeving goed te kunnen vinden.
1.1 Wat is openbaar bestuur
Niet een simpele vraag. In de bestuurskunde spreken we iver het openbaar bestuur maar wat het inhoudt kan
varieren. Overheid wordt vaak als synoniem gebruikt. Juridisch gezien horen alle organisaties met een
publiekrechtelijke grondslag tot het openbaar bestuur. Dus het bestaan is wettelijk vastgelegd. Verenigingen,
stichtingen en vennootschappen zijn vanuit dit oogpunt private organisaties. Ander criterium is financiering,
worden ze betaald uit contributies, verkoop van poducten en diensten of worden ze gefinancieerd uit
algemene middelen zoals belastingen, premies en subsidies. Dit laatste geval is een publieke organisatie.
Daarnaast is het doel van belang, private richten zich op een deelbelang (aandeelhouders of leden). Publieke
organisaties richten zich op het algemeen belang. In veel gevallen is een publieke taak vastgelegd in een wet,
maar dit hoeft niet. Wat tot openbaar bestuur wordt gerekend hangt dus af van de gekozen invalshoek. Ook is
het openbaar bestuur voortdurend aan veranderingen onderhevig.
Kennis van het openbaar bestuur vergt ook enige kennis van de omgeving waarbinnen dat openbaar bestuur
functioneert. Overheidsbeleid wordt mede bepaald door organisaties zoals vakbonden en milieuorganisaties.
Naast de overheid verricht een breed veld van maatschappelijke instellingen publieke taken. Soms worden
deze zelfs gefinancieerd uit belanstingopbrengsten en premieheffingen (ziekenhuizen en culturele stichtingen).
Dit wordt het maatschappelijk middenveld genoemd. Organisaties hebben geen winstoogmerk, zijn onderdeel
van de private sector. Het openbaar bestuur in nederland kan dus niet worden benaderd als een gesloten
helder begrensd geheel.
1.2 Kenmerken nederlands openbaar bestuur
Nederland is:
- een constitutionele monarchie, koning is staatshoofd. Geen absolute monarchie want koning is
gebonden aan een grondwet of geschreven constitutie
- een rechtsstaat: overheidshandelen is onderworpen aan de regels van het recht. Ook wel
legaliteitsbeginsel, overheid mag alleen op grond van wettenlijke bevoegdheden handelen. Ook
hebben burgers grondrechten.
- Kent een gedeeltelijke scheiding van machten, wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht
zijn in sterke mate onafhankelijk en controleren elkaar
- Heeft een scheiding van kerk en staat, er is geen staatskerk
- Heeft een parlementair stelsel, bevolking kiest rechtsstreeks het hoogste besluitvormende orgaan (2 de
kamer). Nederland is een representatieve of indirecte democratie, bevolking kiest vertegenwoordigers
die de besluiten nemen. Vormen van directe democratie (referenda) komen weinig voor.
- 1e pijler van parlementaire stelsel is ministeriele verantwoordelijkheid, de ministers zijn
verantwoordelijk, ook voor optreden van staatshoofd en doel en laten van rijksambtenaren
- 2e pijler is vertrouwensregel: ministers worden geacht af te treden zodra het vertrouwen van de
volksvertegenwoordiging verloren is
- Parlementaire stelsel is dualistisch: volksvertegenwoordiging is onafhankelijk van de regering en
ministers kunnen geen deel uitmaken van staten generaal. Geldt ook voor gemeenten en provincies:
gemeenteraden en provinciale staten zijn gescheiden van college van burgemeester en wethouders en
college van gedeputeerde staten
- De nederlandse bevolking kiest geen bestuurders. Gemeenteraden en provinciale staten benoemen de
wethouders en gedeputeerden. Kroon benoemt ministers, burgemeesters en commissarissen van de
koning
- Stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Aantal zetels is in overeenstemming met de aanhang van
die partij onder de bevolking. Ook geen keisdrempel, dus geen minimaal aantal stemmen nodig.
, - Gedecentraliseerde eenheidsstaat, sprake van een rijksoverheid die allerlei taken aan lagere
overheden kan opleggen. Anderzijds hebben lagere overheden allerlei taken, verandwoordelijkheden
en bevoegdheden.
- Constitutioneel hog is niet aanwezig. Geen onafhankelijke rechterlijke instantie die wetten toetst aan
grondwet
- Geen juryrechtspraak
- Omvangrijk functioneel bestuur, bestuursorganen die anders dan drie territoriale bestuurslagen rijk,
provincie en gemeente, een beperkt wtettelijk vastgelegd takenpakket hebben (waterschap). Wel
loopt omvang hiervan terug.
Deze kenmerken zijn voor een deel het resultaat van wetgeving. Thorbeckes grondwet heeft de grondslag
gelegd voor ministeriele verandwoordelijkheid en gedecentraliseerde eenheidsstaat. Volksvertegenwoordiging
heeft gekozen voor evenredige vertegenwoordiging. Andere kenmerken zijn niet te herleiden tot specifieke
wet.
In internationaal perspectief is het nederlandse openbaar bestuur inclusief, veel besluiten worden pas
genomen als er brede steun voor bestaat. Nadruk ligt op draagkracht. Bestuursstijl is te karakteriseren met
behulp van de 6 co’s: coalitie, collegialiteit, compromis, consensus, coöptatie en coöperatie. Ook openheid voor
nieuwkomers. Maar gebrek aan daadkracht en grote afstand tussen kiezers en gekozenen.
2. De Nederlandse staat
Wapen van nederland en de spreuk je maintiendrai (ik zal handhaven). Wat is eigenlijk een staat, moeilijk maar
4 kenmerken:
1. Sprake van een specifiek grondgebied
2. Er is een bevolking, dichtbevolkt of dunbevolkt maakt niet uit. Antartica is grondgebied, maar geen
staat want geen inwoners
3. Er is een wettelijke ordening en er is een bestuurlijke organisatie die gezaghebbend de wet en
regelgeving kan handhaveen. Hieraan is het geweldsmonopolie van de staat gekoppeld.
4. De staat is erkend door andere staten. De staat der nederlanden is erkend door de staten waarmee
vriendschappelijke betrekkingen worden gehouden. In politiek gebied lid van VN. Men spreekt van
soevereine staat, een onafhankelijke staat die in het internationale recht gelijk is aan alle andere
staten.
De staat der nederlanden is een rechtspersoon. Staat der nederlanden is de juridische term voor de
nederlandse overheid. Dit houdt in dat de staat bevoegd is rechtshandelingen te verrichten. Nederland maakt
deel uit van het koningkrijk der nederlanden, dat ook aruba, curacao en sint maarten omvat. Dus een taat hoeft
niet uit een aaneengesloten territorium te bestaan. Nederlandse antillen zijn als land ontbonden en curacao en
sint maarten kregen de status van land. Bonaire, saba en sint eustatius hebben status van openbaar lichaam
gekregen, te vergelijken met gemeenten en dus een intensievere band. Wanneer we over nederlandse staat
spreken is het exclusief de eilanden. Statuut voor het koningkrijk der nederlanden regelt het bijzondere
samenwerkingsverband van nederland aruba curacao en sint maarten. De nederlandse koning is staatshoofd
van het gehele koninkrijk der nederlanden. In aruba curacao en sint maarten wordt de koning
vertegenwoordigd door de gouverneurs. De regering van het koningkrijk bestaat uit de koning en raad van
ministers. De raad van ministers betaat uit de door de koning benoemde ministers en drie gevolmachtigde
ministers van de eilanden. De raad behandelt aangelegenheden die de vier landen raken. De regering van het
koninkrijk oefent samen met de staten generaal de wetgevende macht uit. In het kabinet is een
bewindspersoon (minister of staatssecretaris) belast met koninklijksrelaties. Deze persoon is verbonden aan
binnenlandse zaken. Hij wordt ondersteund door het directoraat-generaal bestuur en koninkrijksrelaties.
Verhoudingen tussen nederland en antillen is door koloniale verleden en grote verschillen in bestuurscultuur
problematisch. Nederlandse politici ergeren zich aan integriteitsproblemen, finiancieel wanbeheer en
bestuurlijke instabiliteit. Er zijn diverse onderzoeken ingesteld naar bestuurlijke praktijken. Het koningshuis is
populair op de eilanden, maar weinig enthousiasme over nederland. Verwijten over bemoeizucht en koloniale
, praktijken. Op bonaire wil een meerderheid meer zelfbeschikking. Veel overgansproblemen bij invoren
nederlandse regelgeving.
Nederland is een constitutionele monarchie sinds grondwet van 1815. Koning staat niet boven de wet maar is
ondergeschikt. Koning willem 1 eerste. Een constitutie is eht geheel van elementaire geschreven en
ongeschreven regels met betrekking tot de organisatie van een staat. Deze regels kunnen (gedeeltelijk) zijn
vastgelegd in een wet: een grondwet. Soms geen grondwet maar wel constitutie. Voor de vorming van de
grondwet is J.R. Thorbecke van groot belang geweest.
2.1 parlementair stelsel
tweede kamer is de kern van ons parlementaire stelsel. 2 principes:
- de koning is onschendbaar en de ministers zijn verantwoordelijk: ministeriele verandtwoordleijkheid.
Ministers moeten verandwoording afleggen over leden van het koningshuis en functioneren van
ambtenarenapparaat dat beleid voorbereidt en uitvoert. Ook ligt bestuursmacht bij ministers, zij
worden gecontroleerd door parlement
- het kabinet moet het vertrouwen van een meederheid in de tweede kamer hebben. Geldt ook voor
individuele minister of staatssecretaris. Vertrouwen wordt veronderstelt tot tegendeel blijkt (motie
van wantrouwen). De eerste en tweede kamer kunnen ook weigeren de begroting van een minister
goed te keuren. Bij verlies van vertrouwen moet het kabinet of betrokken minister of staatssecretaris
aftreden.
2.2 Rechtsstaat
De nederlandse staat is onderworpen aan de regels van het recht. Het is een rechtsstaat.
- Al het overheidshandelen dient te zijn gebaseerd op bevoegdheden die zijn vastgelegd in wetten.
- Er dient sprake te izjn van een mahgtenscheiding in de staat leer van trias politica. Wetgevende macht
(legislatieve), uitvoerende macht (executieve) en rechtsprekende macht (jurisdictieve). Deze 3 zijn
onafhankelijk en controleren elkeaar. Staatsmacht is dus nooit absoluut. De nederlandse staat voldoet
niet volledig aan dit beginsel, zo is de regering (de executieve) actief betrokken bij de
wetsvoorbereiding (legislatieve)
- Het bestaan van vrije en geheime verkiezingen
- Het bestaan van grondrechten. Deze rechten garanderen de burger een staatsvrije (private) sfeer.
- Het bestaan van onafhankelijke media (persvrijheid). Zij zij de waakhond. Zij kunnen misstanden aan
de kaak stellen.
2.3 Een gedecentraliseerde eenheidsstaat
Tegenstrijdig, gedectraliseerd betekent eigen bevoegdheid voor gemeenten. Eenheidsstaat betekent op
samenhang en coordinatie die centraal wordt opgelegd. Zo mogen gemeentelijke voorschrijften nie tin strijd
zijn met de nationale wet en regelgeving. 3 begrippen autonomie, medebewind en toezicht.
Autonomie: Gemeenten en provincies hebben eigen bevoegdheden met betrekking to de taken op hun
grondgebied. Zu kunnen op eigen initiatief regels vaststellen: autonome verorderingen. Die gelden allen binnen
hun rechtsgebied. Er is sprake van rechtspluralisme in nederland. Zo kunnen de algemene plaatselijke
verordeningen (APV’s) per gemeente vershcillen.
Medebewind: provincies en gemeenten stellen soms regels op in opdracht van een hogere regeling. Inhoud van
de regels is meestal vrij, maar er moet wel rekening gehouden worden met regels van hogere orde.
Autonomie en medebewind bepalen de decentralisatie in onze eenheidsstaat. Het principe eenheid is
uitgewerkt in toezicht. De nationale overheid kan alle besluiten van lagere overheden vernietigen wanneer die
in strijd zijn met de wet of het algemeen belang. Iedereen kan dit aangeven. Maar het gebeurt niet vaak. Dit
zogenoemde repressieve toezicht van het rijk heeft dus ook een preventieve werking want lagere overheden
hoeden er wel rekening mee. Algemeen belang is het verzekeren van de eenheid van het regeringsbeleid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samadezafzafi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.86. You're not tied to anything after your purchase.