1 VERSCHILLENDE EVALUATIE-INSTRUMENTEN
1. Toetsen, overhoringen, examens 4. Portfolio
2. Observaties 5. Assessment center, development center
3. Vaardigheidstaken (=‘performance assessment’)
1.1 TOETSEN, OVERHORINGEN (MONDELING), EXAMENS
Voorkomen: Meest voorkomend
Focus: Hoofdzakelijk in beeld brengen van declaratieve kennis
Functie: Beantoorden vraag: hebben de leerlingen de leerstof begrepen en kunnn ze deze toepassen ➔
bepaalt hoe we verder gaan met ons onderwijs
Examens Voornamelijk op het einde van het semmester en summatief bedoelt. Deze prestaties beslissen of de
leerling mag overgaan naar het volgende jaar of krijgen van diploma, getuigschrift of certificaat.
Validiteit en betrouwbaarheid zijn hier heel belangrijk ➔ garanderen door voldoene aantal
opdrachten en vragen voorzien
Toetsen en Kunnen formatief zijn bv. na te gaan of een leerstofonderdeel ➔ voordeel sterkere en breder
overhoringen begrepen is om feedback en bijsturing te geven. gerichte motivatie en tot meer
diepgaand leren
Ze kunnen ook summatieve functie hebben om na te gaan of je ➔ nadeel te veel summatieve
kunt overstappen naar het volgende deel of dagelijkswerk. toetsen: de motievatie van de
toets is enkel voldoende halen
Feeback Feedback is essentiëel om aan te tonen waarom iets fout is, leerlingen inzicht te geven in fouten en
de goede oplossing. Voldoene tijd voorzien voor feedback leidt tot groe leeropbrengsten
1.1.1 VERSCHILLENDE SOORTEN VRAGEN
MEERKEUZEVRAGEN ESSAY VRAGEN = OPENVRAGEN
Voordeel Nadeel Voordeel Nadeel
Wanneer groot aantal Reproductief en Meer diepgaande verwerking Vraagt meer corrigeertijd
leerlingen worden oppervlakkig leren in doordat er hogere eisen worden en minder objectief te
bevraagd de hand werken gesteld scoren
Vb. wat is de hoofdstat van België? Bv; Welke veranderingen hebben in Midden- en Oost-Europa plaatsgevonden op het
A. Parijs gebied van veiligheid en economie na de val van de Berlijnse Muur en geef een
B. Londen verantwoording voor deze veranderingen.
C. Brussel
1
, Instructiepsychologie en technologie
1.1.2 VRAAGTYPES
WEETVRAGEN TOEPASSINGSVRAGEN:
− Toetsen van leerstof zonder iets er bij te − Toetsen van de geleerde info te toetsen aan nieuwe info
vragen = reproductie − Het gaat om operaties met de geleerde kennis
− Testen van feiten, thoerieën en definities
bv. Wanneer werd België onafhankelijk? bv. Reageer vanuit strevings-, plicht- en waarde-ethiek van het geweten en motiveer telkens
waarom je invulling in dat gewetensmodel past: "Je mag van je ouders niet naar een film op
vrijdagavond omdat zij weg moeten en jij thuis moet blijven om op je broertje te passen."
BEGRIPSVRAGEN OF INZICHTSVRAGEN REFLECTIEVRAGEN
− Toetsen leerling in staat nieuwe infe info te − Toetsen op de leerling productief en creatief kan denken over de
produceren. geleerde info.
− Feiten, theorieën kunnen combineren voor het − In nieuwe situaties oplossingen voor een probleem of vraagstuk te
maken van gevolgtrekkingen, consequietnies en vinden waarbij je niet de preciese regels bezit.
in eigen woorden beschrijven − Meestal verschillende oplossingen juist
bv. Hoe is obesitas gerelateerd tot compulsief gedrag? bv. Wat zijn argumenten pro of contra om de leersanctie (opleiding, vorming) in te voeren als
autonome rechterlijke sanctie in het Belgische strafrecht?
− Maar we kunnen niet alles evalueren via toetsen en examens en dus op een andere manier gaan meten
1.2 OBSERVATIES
Bv. leren zwemme is kunnen niet altijd toetdsen via examenvragen
VOORDELEN NADELEN
Het verkrijgen van meer kwalitatieve informatie over leren en attitudes Maar: zeer tijdsrovend +
Systematische beschrijving van het gedrag Het zeer systematische manier
Vaak gebruikt bij aanleiding voor specifieke problematiek (bv. − Vooraf bepalen naar welk gedrag er
doorverwijzing in kader van dyslexie, ADHD) gekeken zal worden + kwaliteit van
Leveren interessante profielen op en verklaringen voor andere observaties gedrag bv. zwemmen welke afstand in
zals demotivatie of agressie of minder goede score voor test welke tijd, welke slag gebruikt….
1.2.1 MEER MOGELIJKHEDEN DOOR MIDDEL VAN ICT
1. Ook logdata in elektronische leeromgevingen (learning analytics)
o Op welk moment - Wie - Welke oefeningen (hoeveel juist en hoeveel niet juist)
o Voordeel: Je kunt daarop inspelen bv. zou je niet beter de vraag nog eens herlezen, of die tekst lezen?
Bv. smart symbols = kinderen doen een bepaald bandje aan bij hoeken werk ➔ kind scand bandje en de leerkracht heeft dan data:
hoelang in welke hoek, met wie in interactie…
2. Automatische tracking & logging van leeractiviteiten
VOORDELEN NADELEN
Voor leerkracht ➔ Veel mogelijkheden voor het ondersteunen van Maar: ook een aantal ethische vragen, zie
onderwijsleerprocessen: aangepaste taken, feedback, ondersteuning, o.a. GDPR wetgeving= wat mogen we met
bijsturing die data doen, mensen informeren? Werkt
Voor leerling➔ dat informatie direct wordt vergeleken het demotiverend of motiverend,
2
, Instructiepsychologie en technologie
1.3 VAARDIGHEIDSTAKEN (‘PERFORMANCE ASSESSMENT’)
Wat? Een manir om systematich na te gaan op de lerende in staat is om kennis te gebruiken bij het
oplossen van nieuwe problemen of bij het vervolledigen van een deeloplossing
Ontstaan uit Reactie tegen meerkeuze vragen. Kritiek: leerlingen worden aangezet tot reproductie van kennis
ten koste van het nastreven van hogere cognitieve doelen.
Wil meer valide gaan evalueren ➔ probleem het resultaat mag niet afhangen van 1 opdracht
− Wordt verhoogd door beoordeling te basseren op meerdere opdrachten op meerdere
meetmomenten.
− Wordt verhoogd door meerdere ervaren of getrainde beoordelaars en een helder
beoordelingscriteria
Beoordeling: Vaak individuele beoordeling op basis van verschillende vaardigheidstaken op verschillende
momenten en ook gecontextualiseerd (de taak is derect verbonden met de concrete context ➔
authentieke context en relevant voor latere beroepsleven)
Feedback: Op de wijze waarop zij de specifieke taak hebben uitgevoerd en over de kwaliteit van het resultaat
Kenmerken 1. Moet altijd een beroep doen op vaardigheden ➔ de uitvoering ervan (niet enkel kennis)
2. De relevantie van de taken ➔ relevant voor ladere job
3. De authenticiteit van de taken ➔ concrete, relevante en authentieke context waardoor de
kans toeneemt dat de lerende de opdracht motiverend vindt.
Nood aan: Beoordelingsformulier / scoringscriteria ➔ Iedereen op dezelfde manier voor meetfouten
Voorbeeld Bij solicitatie krijgen van een taak die represenateif is met het werk die je zou moeten kunnen tijdens
1.3.1 VOORDELEN EN NADELEN
VOORDELEN NADELEN
− Levert bijdrage aan het creëren van en volledig − Vraagt meer werk van de leerkracht
beeld van het bereik van een bepaalde leerling − Constructie van taken duurt langer (geen gebruik van
− Draagt bij tot leerproces: kennis van criteria, vragenbank)
dan gaan ze gemotiveerder zijn en beter − Scoring: er zijn meerdere juiste antwoorden en er moeten
presteren opvoorhand beoordelingscriteria uitgewerkt worden
1.3.2 DRIE CATEGORIEËN
Verschillen in authenticiteit
Hands-on Taken rechtstreeks uit beroepssetting (hoge relevantie) Bv. Concrete in de praktijk een test gaan
afnemen
toetsen=
Bv. circuit maken met bepaalde voorwaarden
Simulatie- Taken gebruik gemaakt van acteursimulatie of Bv. Bij elkaar de test gaan afnemen of
rollenspel of met acteur
toetsen= computersimulatie (relevantie gemiddeld)
Hands-off Pen en papier toetsen ➔ wat zou je doen in een Bv. Beschrijven van de manier hoe je het zou
aanpakken via ene casus
toetsen= voorpgestelde situatie zonder echt uit te voeren (lage relev.)
3
, Instructiepsychologie en technologie
1.4 PORTFOLIO
Portfolio= Verzameling van materialen en documenten als bewijs van bepaalde competenties
Oorsprong: Wereld van de kunst, modewereld (voorbeelden van projecten waaraan je al aan gewerkt hebt)
Idee: Tijdens het leerproces van studenten bewijzen van dit leren zijn. + het is goed voor de studenten om
inzicht te verkrijgen in het eigen fuinctioneren en ontwikkeling ligt aan de basis van portfolio
Onderwijs: Portfolio ingezet als reflectie van leerproces ➔ rode draad van protfolio-assessment
Tijd: Prestaties zijn gespreid over de tijd en zorgt dus voor een duidelijk beeld an de ontwikkeling in tijd
1.4.1 ONDERWIJSPORTFOLIO: 5 KENMERKEN
1. Verzameling van bewijsstukken
o Wat je tijdens opleiding maakt zoals: ontwerpen, voorbereidingen, materialen, verslagen…
o Wat je tijdens je opleiding verzamelt zoals: rencencies of comentaren, werkverslagen…
2. Aantonen van groei of ontwikkeling in competentie(s)
o Selectie wan alles is te veel
o Selectie obv reflectie (waar je trots op bent om bepaalde redenen)
o Met selectie kun je aantonen dat je een ontwikkeling doormaakt, dat is eigen aan een portfolio dat er
werk en groeipunten mogelijk zijn
3. Hoofdcriterium bij de slectie is de mate warin ze het meest aantonen van een groei of ontwikkeling in
competenties waarop de portfolio betrekking heeft
4. Keuze en inhoud van bewijsstukken wordt door lerende verantwoord
5. Instructie en begeleiding door leraar voor het samenstellen van portfolio.
o Geven van richtlijnen ➔ houvast maar die ook voldoende ruimte laat voor inbreng van lerende
o Idealiter wordt er daar sterk in begeleid maar dit is niet altijd mogelijk door de hoeveelheid
1.4.2 ONDERSCHEID GROEI- EN BEOORDELINGSPORTFOLIO
GROEI-PORTFOLIO BEOORDELINGSPORTFOLIO
Assessment for learning ➔ formatief Assessment of learning ➔ summatief
Het aantal en soort bewijsstukken ligt vooraf niet vast Het aantal en soort bewijsstukken ligt vooraf vast
Er wordt verantwoording gevraagd voor opgenomen Er wordt (soms wel en soms niet ) verantwoording
stukken gevraagd voor opgenomen stukken
Nadruk op reflectie over de aangedragen stukken Geen nadruk op reflectie over de aangedragen stukken
Formatief inzetten ➔ leerproces ondersteunen (waar Summatief inzetten ➔ je krijgt daar vaak een score op.
kun je nog aan werken, wat kun je al goed) Gevaar: lerende durven zich dan niet altijd even goed
tonen hoe ze echt zijn omdat ze zich zo goed willen
voortonen dan
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller malikadesruelle. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.