Leren en werken in teams
1 GROEPEN: SOORTEN & FUNCTIES
Een groep=
Minimum 2 individuen die verbonden zijn via sociale relaties: familiebanden, tabak-
gerelateerd, vriendschap, interesses
1.2 FUNCTIES VAN GROEPEN:
1. Belongingness behoefte om zich aan te sluiten
o Affiliatie: ergens bij horen, geaccepteerd worden
o Zekerheid: voelen zich sterker
o Intimiteit: contacten met anderen
o Sociale steun: elkaar aanmoedigen en opbeuren
o Sociale vergelijkingsinformatie: info over hoe vergelijkbare anderen het doen
o Invloed: mogelijkheid om invloed uit te oefenen op leden maar ook veel mensen
bereiken
o Status: lidmaatschap van een groep die anderen belangrijk vinden
o Productiviteit: productiviteit verhogen, persoonlijke en gezamenlijke doelen
realiseren
o Exploratie: info, nieuwe ideeën, nieuwe ervaringen, leren van elkaar
2. Sociale identiteit = gemeenschappelijke kenmerken in een groep, samen lid van bv
een jeugdbeweging
3. Conformisme = We voelen ons vaak unieker dan dat we zijn conformisme je bent
daar niet altijd bewust van (je denkt dat je het zelf wil maar je doet het soms omdat de
groep het verwacht wordt van de groep)
OPMERKING!!!
- Functie kan ook verschillend zijn voor verschillende groepen
- Bv: vriendengroep tijdens de examens heel belangrijk (sociale steun, hulp, zekerheid…)
1.3 GROEPEN KUNNEN DIVERS ZIJN
De De grenzen: open of De groepsgrootte Interactie (taak, relatie)
samenstelling gesloten
Interdependentie De sturctuur: rollen, De doelen en De oorsprong: gepland of
normen, cohesie spontaan
1
, LEREN EN WERKEN IN TEAMS
1.3.1 COHESIE
Groupiness=
De eenheid van een groep via sterke en wederzijdse interpersoonlijke realties tussen de leden
+ groepskrachten samenbrengen van de groep (bv: gedeelde groepsdoelen)
Cohesie =
De mate van samenhang in een groep (gevoel van eenheid) sterke persoonlijke relaties en
verbanden
1.3.2 ENTITATIVITY
Enitativity Hoe lijkt het voor de buitenwereld dat het een echte groep is (organiseert
= geheel, wordt het als een groep gezien)
Similaritys mensen met dezelfde pet 1 groep
:
Common in dezelfde richting wanelen (team, werk) 1 groep
fate:
1.4 GROEPEN IN ORGANISATIES
1. Sociaal netwerk 2. Communities 3. Team
1.4.1 SOCIAAL NETWERK
Sociaal groep mensen die verbonden zijn door relaties + spontane
netwerk = interactiepatronen
Kanalen: face to face, sociale media, chat soort kanaal reden
Redenen: persoonlijk, emotioneel of werkgerelateerd
Focus: relaties, interacties, connecties
1.4.2 COMMUNITIES (OF PRACTICE)
Communities Groep mensen die verbonden zijn door gedeelde interesse, belangstelling,
of practise = problemen, passie
Kanalen: face to face of online
Focus: van elkaar leren + kennis verdiepen door in interactie te gaan
practice: delen van ervaringen, kennis, tools. Bv: groep dokters die internationaal gaan
samenwerken
Bv: fb groep over hoe je planten kan verzorgen
1.4.3 TEAMS
Team Twee of meer individuen die sociaal met elkaar in wisselwerking staan (face-to-face of,
s= in toenemende mate, virtueel), hebben van minimum 1 gemeenschappelijk doel: taak
waarvoor ze onderling afhaneklijk zijn door middel van verschillende rollen, die samen
ingebed zijn in een omvattend organisatorisch systeem, met grenzen en verbanden
met de bredere systeemcontext en taakomgeving
Vb. software development
SOCIALE NETWERKEN COMMUNITIES OF PRACTICE TEAMS
Bv. Persoonlijk netwerk Bv. Community van scrum masters van Scrum team: developers, scrum
teamleden verschillende teams (shared domain) master, product owner
Georganiseerd rond: Georganiseerd rond: Kennisdeling & Georganiseerd rond:
Relaties rond persoon professionele ontwikkeling (leren) Software/product ontwikkelen
(relaties) (taak)
1.5 GROEPSDYNAMIEK IN ORGANISATIES
FORMEEL INFORMEEL
Vaste units opgelegd van boven Spontane interactiepatronen Over de
teamgrenzen heen
Afgelijnd lidmaatschap Vloeiend lidmaatschap
2
, LEREN EN WERKEN IN TEAMS
Samenwerking < organisatiestructuur Samenwerkings < initiatief werknemers
Vb. project team 1, project team 2, sales bv. Iemand van team a en team b gaan in interactie
team…
Bestaan in parallel en overlappen
FORMEEL INFORMEEL INFORMEEL FORMEEL
Gedeeld werk, taken Kennis deling in teams
Gedeelde topics, problemen Vertrouwen, cohes
1.6 TEAMS – INTERDEPENDENTIE
Teams= Sterk taakgericht
Interdepend Alle groepsleden zijn afhankelijk van elkaar uitkomst, gedrag, ervaringen
entie= worden gedeeltelijk bepaald door elk groepsleden
1.7 DRIE AANDACHTSVELDEN (SCHEIN ‘1987)
3 luiken om naar groepen te kijken
PRODUCT/ TAAK PROCES/ INTEGRATIE PROCEDURE/
ORGANISATIE
techniek, methode Soort: gedrag Soort: werkwijze, regels
taak, opdracht Soort: interacties, relaties Soort: structuur, rollen
Wisselwerking met elkaar (ze beïnvloeden elkaar)
2 GROEPSDYNAMICA
Groepsdynamica=
interpersoonlijke processen die optreden in en tussen groepen, doorheen de tijd
Hoe gaan leden om gaan met elkaar + Acties in de groep, hoe die reageert op de
omgeving,
2.1 FOCUS OP GROEPSPROCESSEN
Focus op interne taak van teams
Gedrag en beweegredenen
Verloop van de interactie
Interactie van product, procedure, proces, context
om bij te dragen tot teameffectiviteit
Verschillende groepsprocessen
Formative Groepsvorming + ontwikkeling Bv. Ontwikkeling cohesie, behoefte
processen= om er bij te horen
Een is een poging van een initiatiefnemer om een ander individu of een
beïnvloedingsproc groep te beïnvloeden om doelen te bereiken
es=
Performance taakgericht en besluitvorming
processen=
Conflict processes
Contextual Fysieke omgeving, Sociale context
processen =
2 vormen groepsprocessen
TAAKPROCESSEN RELATIEPROCESSEN
Realiseren van een taak Interacties tussen de teamleden (socio-emotioneel)
Extern systeem Intern systeem
3
, LEREN EN WERKEN IN TEAMS
bv. Plannen, vooruitgang bv. Communicatie, conflicthantering
monitoren
Formele functies Psychologische functies
Inhoudsniveau + procedure niveau Procesniveau + interactieniveau (welke interacties vinder
er plaats? )
Taakfuncties= taak af te krijgen Procesfuncties = creëren van goede en harmonieuze
werkrelaties, groepsklimaat waarin elk lid een bijdrage
kan leveren.
Beide processen belangrijk groep = taak en relatieprocessen
2.2 GROEPSDYNAMICA EVOLUTIE, VERANDERING
Groepen zijn dynamisch groep en proces veranderen steeds
Patronenen en regelmaten veranderen ook
Theorieën rond groepsontwikkeling=
Terugkerende patronen van verandering in structuur en interacties
2.2.1 ONTWIKKELINGSMODELLEN
Successive stage models (lineair):
Cyclische modellen: Cyclische evolutie door periodes of fasen
Flexibel model : Bepaalde events triggers verandering groep stabiel tot dat er
verandering opdreedt.
2.2.1.1LINEAIR TUCKMAN EN JENSEN
Stappen Geen stappen overlaan + geen stappen terug + vaste volgorde = lineair
Tijdsper Geen vaste tijdsperiode ene fase kost meer tijd dan de andere
iode
kritiek sommige groepen slaan fasen over of nemen stappen terug
Wat Parallele ontwikkeling op taak en relatieproces
Fasen: éne fase nodig om naar de andere fase te kunnen.
FASE UITLEG
1. FORMING= Kennismaking, onzekerheid (wat te verwachten???),
ORIËNTATIE Voorzichtige communicatie, beleefd, inclusie (=erbij willen
horen)
2. STORMING= Zekerder uit zich in meningsverschillen in bv. hoe kijken
CONFLICT we naar de opdracht conflict + spanning
3. NORMING= Meer vertrouwen Groei van cohesie + normen en rollen
ONTWIKKELI worden duidelijk + geaccepteerd
NG VAN Spanning weg duidelijke afspraken, iedereen heeft plek in
STRUCTUUR de groep gevonden
4. PERFORMING Na sociale elementen op orde tijd en ruimte voor taak
= WERKFASE, sterke taakoriëntatie
PERFORMANT o Teams werken in elke fase aan taak (elke fase is
IE essentieel voor de taak)
Groep vrienden,niet automatisch naar performing fase, elke
groep alle fasen
ADJORNING= EINDFASE
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller malikadesruelle. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.