Samenvatting boek de brede basis van het Sociaal Werk
Hoofdstuk 1:
Interdependentie = gericht zijn op andere volgens de sociologie. Dat mensen van
elkaar afhankelijk zijn om te overleven en daarom bindingen met elkaar aangaan.
(Sociale processen die van te voren niet bedoeld of gepland zijn. Zoals oorlogen en
inflatie) De sociale processen worden ook wel relatief autonoom genoemd.
De mens is een sociaal wezen volgens de Griekse filosoof Aristoteles.
Mensen staan altijd in verbinding met elkaar, daarom wordt de term binding gebruikt.
De socioloog Abraham de Swaan onderscheidt in zijn boek 6 zogenoemde sociale
bestaansvoorwaarden. (Voedsel, beschutting, bescherming, affectie, kennis en
sturing) en hiervoor zijn andere mensen nodig (elkaar).
Dat mensen verbanden nodig hebben en in verbanden leven is sociaal. Hoe mensen
deze verbanden vormgeven is cultuur. Cultuur is een manier van leven die de leden
van een groep of sociaal verband met elkaar gemeen hebben. Manieren van doen,
denken van willen en voelen.
Fenomeen Thomas Theorema; wat mensen verwachten dat gebeurd, gebeurd
daadwerkelijk omdat mensen acties uitvoeren zodat het dus gebeurd zoals hamsteren,
de winkels zijn hierdoor leeg omdat ze denken dat het ook leeg gaat worden door de
corona crisis bijvoorbeeld.
Ons zelfbeeld ontstaat ook door de sociale wereld om ons heen. Hoe je bent geworden
komt door je ouders, vrienden en leraren etc. Herbert Mead spreekt in dit verband
over het belang van de significant other.
Het blijft niet alleen bij onze nabije omgeving maar dit strekt zich verder uit.
Boutellier spreekt van psychologische bricolages; de noodzaak om onze eigen
identiteit van coherentie te voorzien. Bij de zoektocht naar innerlijke coherentie spelen
andere ene belangrijke rol, maar ook idealen in een maatschappelijke context
resoneren door in de zelfervaring, een voorbeeld hiervan is het schoonheidsideaal.
De mensen vormen de maatschappij en de maatschappij vormt hen.
De filosoof Latour zegt dat het sociale niet iets abstracts is maar dat het zich juist
manifesteert in de relaties of associaties tussen mensen en instituties.
Het belang van sociale steun is groot omdat deze tegemoet komt aan basisbehoefte
van mensen.
Bourdieu onderscheidt 3 soorten kapitaal die mensen in wisselwerking met hun
omgeving kunnen verwerven.
1. Economisch kapitaal, financiële middelen
2. Cultureel kapitaal, het geheel van kennis, cognitieve vaardigheden en opleiding.
3. Sociaal kapitaal, betreft de hulpmiddelen in de omgeving waarmee de gezind en de
sociale organisatie kunnen worden vormgegeven. Belangrijke elementen van
sociaal kapitaal zijn de kwaliteit van sociale relaties, formele en informele
netwerken en gedeelde normen.
De beschikbaarheid van deze kapitalen is niet gelijk verdeeld.
Hans van Ewijk: Inbedding: het is belangrijk om de omgeving aan te passen aan het
individu, praktijken gericht op de directe omgeving van mensen om ze gemakkelijker
te laten functioneren door aanpassingen te doen in een verzorgingstehuis, school of
werk.
,Sociaal werk richt zich op het verbeteren van de wisselwerking tussen personen en
hun sociale omgevingen.
Professionals beperken zich niet tot het individu maar ook niet alleen tot de omgeving.
Het eerste kan leiden tot individualisering van sociale vraagstukken, blaming the
victim (eigen schuld) Het tweede kan leiden tot een machteloos blaming the system
en tot cultivering van slachtofferschap.
Van Regenmortel zegt dat het bij empowerment gaat om zowel het individuele als
het collectieve en vooral om de wisselwerking daartussen. In de woorden van Gerard
Donkers betreft het sociaal werk de integratie van 2 benaderingen:
Competentieversterking en conditieverbetering.
- competentieversterking = richt zich op het direct beïnvloeden van sociaal gedrag
van individuen en sociale verbanden.
- Conditieverbetering = focust op beïnvloeding van omgevingscondities.
De socioloog Bauman (onderwerp: interdependentie) stelt dat die sociale
veranderingen elkaar zelfs zo snel opvolgen dat dit tot een onderscheidend kenmerk is
uitgegroeid van hedendaagse samenlevingen. Hij introduceert vloeibare samenleving
(liquid) als de condities waaronder mensen handelen dermate snel veranderen dat
hun gedrag niet kan stollen tot routines en gewoonten.
Sociaal werk verhoudt zich op 2 manieren tot sociale veranderingen.
Enerzijds houdt het zich bezig met de gevolgen van sociale verandering en
anderzijds zijn professionals in sociaal werk zelf change agents of initiators
van verandering.
Verschillende historici en sociologen laten zien hoe het bestaan van het sociaal werk
het gevolg was van grote maatschappelijke veranderingen 19e eeuw.
In Europa 19e eeuw bracht de industrialisering ingrijpende sociale veranderingen,
fabrieksarbeid en scheiding tussen wonen, werken en gezinsleven. Het werken was
gevaarlijk en ongezond. Een deel besteedde wel aandacht de miserabele
omstandigheden. Kapitaalkrachtige burgers richten verenigingen op voor betere
woningen. De opzichtige was de 18 jarige Blankenberg en een paar vrienden/familie
van hem. De doelstelling was: hulpverlenen aan behoeftigen tot nut van andere
werkzaam zijn. (Eerste moderne armenzorg vereniging.) 1899, eerste school voor
maatschappelijk werk opgericht. Waarom daar? De sociale problematiek is daar het
grootst. Zo ontstond een nieuw beroepsgroep.
Verandering (change) ontwikkeling (development) en verbetering (impovement) zijn
belangrijke sleuteltermen in de internationale gemeenschap van het sociaal werk.
Agogie betekend de leer van de begeleidingskunde of veranderkunde.
Charles Waldgrave noemt sociaal werkers wel thermometers van pijn. Omdat zij
kennis hebben over de gevolgen van maatschappelijke ontwikkelingen voor mensen,
in het bijzonder over mensen die daardoor kampen met pijnlijke gevoelens en zich
uitgesloten voelen bijvoorbeeld door veranderingen in het sociaal beleid.
Bij 2 begrippen van de beginselverklaring (engelse stukje social work) staan we stil
namelijk: mensenrechten en sociale rechtvaardigheid.
Sociale rechtvaardigheid = gelijke verdeling van middelen, bestrijding van negatieve
discriminatie en erkenning van etnische en culturele diversiteit en onrechtvaardige
uitvoering van beleid.
(Onderwerp: engels stukje over Social Work is a practice based etc.) wijs naar de kern
van social work. 3 sociale waarden onderscheiden:
- Sociale inclusie (niemand buitensluiten)
- Sociale gelijkheid (gelijkwaardig)
, - Sociale Cohesie (iedereen is verbonden met de samenleving)
3 perspectieven op de relatie tussen politiek en sociaal werk en de functie van social
werk onderscheiden.
1. Het emancipatie en empowerment perpectief (de invloed van sociaal werk op
politiek)
2. Het disciplinerings en socialebeheersings perspectief (de invloed van politiek op
sociaal werk)
3. Het sociaal functionering en ondersteunings perspectief (in het midden en erkent
een zekere wisselwerking)
Emancipatie: betekent zich bevrijden uit een onderdrukkende situatie en streven
naar en verwerven van gelijke rechten. andere spreken ook wel van Transformational
Perspective dat gericht is op het veranderen van de samenleving te gunste van de
meest onderdrukten en armste groepen.
Disciplinering: verwijst naar het proces waarin mensen, gezinnen en
gemeenschappen via een tal van technieken, waarden van de dominante middelklasse
in een samenleving internaliseren. (Middel om mensen te brengen tot het leveren van
de gevraagde inspanning)
Van Ewijk: context transformational work: het vermogen om in de context van
mensen versteviging en verandering aan te brengen. Begeleiden ondersteunen
bemiddelen mobiliseren van steun mensen helpen te participeren naar vermogen en
te proberen belemmeren in de context daar toe weg te nemen.
Van Ewijk: sociaal model: manifesteert zich in relaties en associaties tussen mensen
onderling en tussen mensen en instituties. Sociaal werkers hebben daarin een oog
voor bronnen van stress en belemmeringen, maar ook voor bronnen van steun ze
richten zich op het sociaal functioneren van mensen in een sociale context met oog
voor sociale verandering.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evelienfonk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.03. You're not tied to anything after your purchase.