100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Social Work Levensfasen, ISBN: 9789024403660 $5.97   Add to cart

Summary

Samenvatting Social Work Levensfasen, ISBN: 9789024403660

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In deze samenvatting staan de volgende hoofdstukken: 2,3,4,5 en 6.

Preview 3 out of 23  pages

  • No
  • Hoofdstuk 2,3,4,5,6
  • March 11, 2022
  • 23
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting boek levensfasen 4e druk.


Hoofdstuk 2: De geboorte en de eerste 6 maanden.

Bij de geboorte van een kind versnellen de hersenen van beide, door een hormoon;
oxytocine, dat de baarmoeder laat samen trekken. Het signaal dat wordt afgegeven is
een verlaagde bloedsuikerspiegel bij de baby omdat de moeder niet meer voldoende
voedingstoffen kan leveren. Meerlingen worden vaker eerder geboren dan eenlingen.
Een geboorte kan voor een kind moeilijk zijn, er kunnen op latere leeftijd trauma’s
ontwikkelen. Je kan een geboorte zo natuurlijk mogelijk laten plaatsvinden door een
baarkruk te gebruiken, waarbij de bevalling zittend gebeurd zodat de zwaartekracht
mee werkt of in het water met gedempt licht.
De meeste mensen kunnen zich later weinig herinneren van de geboorte, baby’s
huilen bij de geboorte, hiervoor is een goede biologische reden; starten van de
ademhaling, angst, pijn of honger. Wanneer baby’s ontroostbaar zijn in de eerste
weken, zou een aanwijzing kunnen zijn op een trauma.
Wanneer het een baby niet lukt om zich aan te passen aan de nieuwe omgeving van
geboren zijn door bijvoorbeeld complicaties tijdens het bevallen, zuurstofgebrek.
Kunnen er stoornissen ontstaan bij de baby zoals een hersenbeschadiging door
zuurstofgebrek. Neurologische stoornissen betekenen stoornissen in het denken
en/of in de bewegingen.

Een belangrijke risicofactor tijdens de geboorte (perinataal risico) vormt een
vroeggeboorte (prematuriteit). Bovendien geld hoe lager het gewicht van de baby is
hoe hoger de kans op ontwikkelingsstoornissen. Dit risico neemt toe als er sprake is
van prematuriteit als van ongezonde premature invloeden zoals roken en
drugsgebruik.

Risico ontwikkelingsstoornissen kan worden verminderd door neonatale zorg
(intensieve zorg) en een goede stimulatie van de baby door de ouders.

Complicaties voor de geboorte (prenatale complicaties) en Complicaties na de
geboorte (postnatale complicaties) en erfelijke componenten een rol. Een
tangverlossing een van de mogelijke oorzaken van een stoornis.

Een pasgeboren baby heet ook wel een neonaat. Heeft alle hersencellen die hij nodig
heeft voor de rest van het leven, maar deze cellen moeten nog verbinden met andere
cellen. Daarvoor heeft de hersenkern die zich wil verbinden met een andere een
steeltje, een axon nodig. Het verbinden komt neer op het leren en ontwikkelen.
Het babybrein is erg plastisch dat wil zeggen; dat een hersengebied bij
beschadigingen, bijvoorbeeld tijdens de geboorte, gemakkelijk door een ander
hersengebied kan worden geactiveerd om de bedoelde handeling te compenseren.

Het kind beschikt over een aantal reflectorische gedragsmogelijkheden, de reflexen
dienen om het organisme te beschermen en om het leven in stand te houden. Het
verdwijnen van primaire reflexen betekent dat het centrale zenuwstelsel zich verder
ontwikkelt, sommige reflexen waren functioneel in de evolutie, zoals een mororeflex,
sommige verliezen de functionaliteit na een aantal maanden zoals het snuffel en
zuigreflex. Dit gebeurd wanneer de verbindingen in de visuele hersenschors
toenemen. De volgende reflexen verdwijnen snel na de geboorte:
Snuffel en zoekreflex: wanneer baby’s heen en weer bewegingen maakt als het
honger heeft.
Loopreflex: de voeten worden voor elkaar gezet als iemand de baby vasthoud en de
voeten de grond laten raken.

,Zwemreflex: de baby maakt in het water zwembewegingen, het kind kan het hoofd
niet boven water houden.
Bijtreflex: overlevingsreflex, onderkaak maakt bewegingen om melk uit de fles te
kunnen drukken
Wurg of kokhalsreflex: beschermingsreactie, tegen verslikken in melk.
Mororeflex: als een baby schrikt, openen de vingers en de benen en armen alsof hij
iemand wil omhelzen.
Zuigreflex: het hoofd draait in de richting van de aanraking bij de mond of wang, helpt
om de speen te vinden.
Babinskyreflex: de tenen spreiden en de grote teen gaat omhoog.

Als de bovenstaande babyreflexen niet tijdig verdwijnen, kan dit duiden op een
hersenbeschadiging.
Bepaalde reflexbewegingen duren je hele leven zoals niezen, krabben en hoesten.

Bij de ontwikkeling van de groei en de motoriek kn je 2 groeirichtingen onderscheiden:
- De cefalocaudale groeirichting: de groeispurt start bij het hoofd en gaat van daar
naar beneden. Van het hoofd, de cefalus, tot de staart, de cauda. Start bij 2
maanden en eindigt bij 6 jaar.
- De proximodistale groeirichting: van dicht bij het centrum van het lichaam,
proximaal, tot verder naar de buitenkant, distaal. De romp groeit eerder dan de
ledematen en de armen groeien eerder dan de handen en vingers. Vanaf een jaar of
6.

Bij de ontwikkeling van de grove motoriek, onderscheid je vervolgens in de eerste 6
maanden drie fasen; kind ligt gebogen een embryonale houding, het kind kan de
houding niet veranderen. Het kind kan het hoofd in balans houden met wat steun,
wanneer het kind iets vast heeft weet hij het niet meer los te laten. Daarna houd hij
zijn hoofd meer in balans zitten met steun gaat beter.
Ook de fijne motoriek maken in deze maanden een ontwikkeling door, een belangrijke
hiervan is verbeterde samenwerking tussen de ogen en de handen en het gebruik
maken van beide handen, dit noemen we oog-handcoordinatie.

Via de zintuigen en de motoriek doet een kind ervaring op, bij groei en rijping speelt
ervaring een mindere rol de genen spelen meer een rol. Leren kun je definiëren als het
vormen van het geheugen of als een informatieverwerkingsproces dat leidt tot het
vormen van geheugen.

Er ontstaan bij het leren verbindingen tussen nieuwe en bestaande informatie in het
zenuwstelsel, eerst korte stroompjes (korte termijn geheugen), later permanente
verbindingsknopen. (Lange termijn geheugen).

De eerste leerervaringen doet de baby op via de zintuigen en binnen de grenzen van
het lichaam. Situationele dwang: het kind kan geen afstand nemen van de geboden
situatie als hij net geboren is. (Vygotsky) beweert dat de cognitieve ontwikkeling
wordt bepaald door de samenwerking oftewel interactie met andere mensen.

De pasgeborene reageert gedurende de eerste 6 maanden vooral met zijn gehoor op
prikkels.
De hoorprikkel stuurt zowel de hersenen als de oogspieren, blinde baby’s draaien hun
hoofd en ogen naar het geluid toe. Baby’s kijken bij de geboorte naar gezichten, vanaf
2 weken kan de baby gezichten onderscheiden, na 4 maanden kunnen baby’s
onderscheid maken tussen mensen en voorwerpen. De baby ziet bij de geboorte alles
zwart/wit.
Anticiperend grijpen: grijpbewegingen als ze een bewegend voorwerp waarnemen.

, De reuk is het zintuig dat als eerste van belang is bij de baby, de baby regeert op de
geur van de moederborst. De tastzin is voor de baby heel belangrijk; de baby heeft al
over het hele lichaam zenuwuiteinden, dan ben je gevoelig voor aanrakingen. De huid
van een meisje is eerder gerijpt. Baby’s zijn goed in het onderscheiden van zout en
zoete smaken, uitgesproken voorkeur aan zoet. De mond noem je ook wel het
kernorgaan: met de mond en tong leert de baby eigenschappen van materialen en
vormen kennen.
Alle zintuigen zijn belangrijk voor de baby om zo goed mogelijk te kunnen ontwikkelen,
het kind kan leerstoornissen overhouden hieraan, oren en ogen zijn het belangrijkste.

De pasgeborene leert zijn wereld niet alleen kennen door ervaringen via de zintuigen
maar ook door de motoriek; sensomotorische ervaringen. Dit loopt volgens een
vast patroon, dit patroon is samengesteld uit een aantal regels die de organisatie en
sturing van de bewegingen beschrijven, we onderscheiden de volgende regels:
- De orientatieregel: als er iets opvallends gebeurd, richt de baby alles op die
gebeurtenis, ipv zich te verstoppen.
- Onderzoeksregel: als de baby iets ziet of voelt gaat hij exploreren met ogen of
handen.
- De regel van het scannen: als de baby een voorwerp volgt en dat voorwerp
verandert, gaat hij met zijn ogen kijken waar dit is gebleven.
- De preferentieregel: als een baby de keuze heeft tussen verschillende voorwerpen,
de baby gaat intenser kijken en raakt het gene wat hij het interessantst vind.
- De habituatieregel: als de baby een voorwerp heeft gezien, besteedt hij er daarna
minder aandacht aan omdat hij het daarna al weet.
- Omkeringsregel: kenmerken van voorwerpen die de baby kan voelen, kan hij ook
zien en omgekeerd. Bij het betasten krijgt de baby een ruimtelijk gevoel, dat zijn
waakzaamheid bij de visuele aanbieding vergroot.
- De circulaire reacties: als een handeling iets leuks heeft opgeleverd in het verleden,
voert de baby de handeling opnieuw uit.

Bij het bestuderen van taalvaardigheid kun je onderscheid maken tussen de passieve
en actieve taalontwikkeling. Passieve taalontwikkeling betekend het begrijpen van de
gesproken taal, en actieve taalontwikkeling betekend het produceren van taaluitingen.
De periode van taalverwerving van de pasgeborene noem je de voortalige periode,
omdat van echte woorden en zinnen nog geen sprake is. Deze periode is wel
belangrijk als voorwaarde voor de taalverwerving in de zin van communicatie met
woorden en zinnen als symbool. De eerste 6 maanden vindt een belangrijke
ontwikkeling van de passieve taalverwerving plaats. Met intonatie en
volumewisselingen trekt de volwassene de aandacht van de pasgeborene voor
datgene wat hij wil communiceren.
Vanaf 2 tot 3 maanden begint de baby te oefenen met alle medeklinkers die een mens
kan maken dit noem je het; tateren. Na 3 maanden neemt het tateren af en ontstaat
er brabbelen. Uit dit brabbelen ontstaan later echte woorden en zinnen.

De vraag of baby’s een eigen aard of biologische aanleg heeft bij de geboorte is voor
psychologen en pedagogen interessant, verschillen in gedrag van pasgeboren baby’s
worden ook verschillend verklaard.
Het eerdergenoemde behaviorisme beschouwt de pasgeboren mens
bijvoorbeeld als iemand met een lege menselijke geest of tabula rasa. Dit
principe van de tabula rasa komt van de filosoof Locke. Hij ziet het kind als een passief
wezen, waarop de omgeving en de opvoeding hun stempel drukken. De mogelijke
verschillen in gedrag tussen baby’s worden volgens deze stroming verklaard
door leerervaringen voor en tijdens de geboorte.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evelienfonk. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.97
  • (0)
  Add to cart