Samenvatting boek sociaal werk in Nederland, vijfhonderd jaar verheffen en
verbinden.
Inleiding:
Armen werden die mensen in de middeleeuwen genoemd; oude mensen, weduwen,
wezen, zotten, narren en bedelaars. Mensen die op geen enkele steun van de familie
konden rekenen, maar geheel afhankelijk waren van de welwillendheid van andere
mensen.
Door de eeuwen heen zijn er mensen geweest die zich om het lot van de mensen in de
marge bekommerd hebben. In de middeleeuwen kunnen we denken aan oprichters
van gasthuizen en weeshuizen. Ook mag in dit verband de rol van de kerk niet
vergeten worden. De christelijke kerk heeft vanaf het begin de zorg voor de armen
gestimuleerd. Op het platteland waren dat kloosters en in de steden de
parochiekerken met hun goed georganiseerde armenzorg. Binnen de protestantse
kerken waren het diaconieën die dit werk hebben voortgezet.
Niet alleen de christelijke kerken hebben zich om de armen bekommerd, ook binnen
de islam is er aandacht voor het probleem van armoede; elke moslim is namelijk
verplicht om een deel van zijn inkomen aan de moskee af te dragen.
De wijze waarop moderne verzorgingsstaten zich met mensen in de marge
bezighouden, verschilt echter wezenlijk van de wijze waarop kerken, synagogen en
moskeeën dat deden. Kerken doen aan barmhartigheid. De overheid binnen een
verzorgingsstaat formuleert een beleid, zorgt voor wet en regelgeving en roept allerlei
zorgarrangementen in het leven.
De overheid staat garant voor allerlei zorgarrangementen. Ze waakt als een zorgende
moeder over haar kroost en wij vinden dat allemaal heel normaal; het is eerder een
uitzondering dan de regel. In grote delen van de wereld is de familie nog steeds het
enige vangnet, zonder familie heb je dus niks om op terug te vallen.
Een verzorgingsstaat is geen natuurgegeven, maar het product van menselijke
cultuur. Het is bovendien een product van vrij recente datum. De verzorgingsstaat
kwam niet zomaar uit de lucht vallen, en deze veranderd voortdurend. Abram de
Swaan heeft in zijn boek uitgebreid beschreven hoe dit allemaal tot stand kwam.
De inrichting van de verzorgingsstaat is een blijvend onderwerp van maatschappelijke
politieke discussies. Aan het begin van de 21e eeuw werd de toon van die discussies
in eerste instantie bepaald door een adviesrapport van de wetenschappelijke raad
voor het regeringsbeleid.
In 2013 kreeg de discussie een nieuw impuls toen in de troonrede de komst van de
participatiesamenleving als een alternatieve invulling van de verzorgingsstaat werd
aangekondigd.
In 2015 volgde de vertaling daarvan in concreet beleid met de transitie en
transformatie in het sociale domein.
4 hoofdfuncties van de verzorgingsstaat:
Verzorgen wordt gezien als de oerfunctie van de verzorgingsstaat. De
verzorgingsstaat biedt zorg aan mensen die door fysieke en cognitieve beperkingen
onvoldoende mee kunnen komen.
De functie verzekeren heeft via het stelsel van sociale zekerheid gestalte gekregen.
De functie verheffen wordt voor een belangrijk deel door het onderwijs ingevuld, maar
ook het sociaal werk vervult hierin een belangrijke rol.
De opstellers van het rapport beschouwen verbinden als een lastigste opgave van de
Nederlandse verzorgingsstaat. Hiermee doelt de raad vooral op het overbruggen van
tegenstellingen tussen groepen in de samenleving, niet alleen tussen etnische
groepen maar ook tussen arm en rijk, laag- en hoogopgeleid en oud en jong.
,Deze functies hebben hun ontstaan te danken aan mensen die op een heel concrete
manier bezig zijn geweest met verzorgen, verheffen en verbinden wat uiteindelijk
geresulteerd heeft in een groot aantal zeer diverse sociale praktijken. Door het
verzekerde werk van de overheid- via sociale wetgeving- heeft dit verzorgen,
verheffen en verbinden een stevige basis in onze samenleving kunnen krijgen.
Sociaal werk heeft vanaf het begin van de 19e eeuw altijd het oogmerk gehad om
individuen of groepen te verheffen. In plaats van verheffen spreekt de moderne
sociaal werker liever over emanciperen of employeren, maar het komt op hetzelfde
neer.
Naast het verheffen of opvoeden heeft ook het verbinden een belangrijke rol in het
sociaal werk gespeeld. Verbinden laat zich goed vertalen als participeren, integreren
of vermaatschappelijken.
,Hoofdstuk 1: de Nederlandse verzorgingsstaat.
De verzorgingsstaat gedefinieerd:
Nederland is een verzorgingsstaat. Maar wat wordt hiermee bedoeld?; in zijn rapport
de verzorgingsstaat hertogen uit 2006 spreekt de wetenschappelijke raad voor het
regeringsbeleid van een overgedetermineerd begrip: daarmee bedoelt hij dat dat het
begrip door velen op verschillende wijzen wordt gebruikt, dat het een eenduidige
definitie ontbreekt en dat bijna al het overheidsoptreden op een of andere manier wel
onder de paraplu verzorgingsstaat te schuiven is.
Verzorgingsstaat wordt ook wel stelsel voor sociale zekerheid genoemd.
De verzorgingsstaat is zo'n onlosmakelijk onderdeel van onze samenleving geworden
dat het bijna onmogelijk is om de essentie ervan kernachtig weer te geven. We
kunnen beginnen met te zeggen dat het stelsel van sociale zekerheid en de zorg voor
zieken, gehandicapten en ouderen er onder vallen. Maar wanneer de sociale zekerheid
begrijpen als een vorm van herverdeling van inkomen, dan worden een progressief
belastingstelsel, en wellicht ook de aftrek van de hypotheekrente, ook onderdeel van
de verzorgingsstaat.
In 1962 introduceerde de socioloog Piet Thoenes het begrip verzorgingsstaat in
Nederland het was een vertaling van het Engelse welfare state, waarmee een
samenleving wordt getypeerd waarin de overheid, met name door sociale wetgeving,
een belangrijke rol speelde bij het waarborgen van het algemeen welzijn.
Opvallend in zijn definitie van de verzorgingsstaat is het benadrukken van democratie
en kapitalisme. Daarmee onderscheidde hij de West Europese verzorgingsstaat van de
Oost Europese heilstaat waarin de overheid ook een dominante rol speelde in het
creëren van welvaart en welzijn.
Het benadrukken van het democratische en kapitalistische karakter van de
verzorgingsstaat was een weerspiegeling van de koude oorlog die in de jaren 60 van
de 20e eeuw volop woedde. Naast democratie en kapitalisme is de garantie van
collectief sociaal welzijn een opvallend element in zijn definitie; daarmee wordt het
ook mogelijk om de verzorgingsstaat te onderscheiden van iedere samenlevingen en
overheidsregimes.
In de verzorgingsstaat gaat het niet om incidentele overheidsbemoeienis of om
maatregelen van lokale bestuurders voor beperkte specifieke doelgroepen; het gaat
om structurele overheidsbemoeienis om voor iedereen welzijn te garanderen.
In deze tijd is de noodzaak om de verzorgingsstaat was kapitalistisch en democratisch
te definiërend niet langer aanwezig een meer eigentijdse definitie van de
, verzorgingsstaat; een stelsel waarin de overheid zich garant stelt voor noodzakelijke
geachte materiële en immateriële voorzieningen voor alle bewoners.
In deze definitie van drie elementen op; ten eerste is duidelijk dat er overheid zich
garant stelt, wat niet betekent dat de overheid zelf produceert of verdeeld wat nodig
geacht wordt, maar wel dat ze er garant voor staat dat het gebeurd. Ten tweede maak
deze definitie duidelijk dat het in de verzorgingsstaat niet alleen gaat om materiële
maar ook om immateriële voorzieningen. Ten derde geeft deze definitie ruimte voor
toekomstige ontwikkelingen en verschillen in politieke opvattingen door de
formulering noodzakelijk geachte. Door in de definitie het subjectieve een moment
noodzakelijk geachte op te nemen wordt duidelijk dat de aard en omvang van de
verzorgingsstaat in het loop van de tijd bij veranderende opvattingen ook kunnen
veranderen.
De ontwikkeling van de Nederlandse verzorgingsstaat:
De introductie van arbeidswetgeving (kinderwetje van van Houten) en sociale
zekerheid wetgeving (de ongevallen wet) wordt vaak als het startpunt van de
Nederlandse verzorgingsstaat gezien.
De industrialisatie kwam nog maar net op gang en hoewel het oude caritasstelsel; van
vrijwillige naastenliefde nog steeds bestond was dat niet langer in staat om de
problemen adequaat op te lossen of beheersbaar te houden.
Vanuit deze beginsituatie ontwikkelde de verzorgingsstaat zich ik kwam er een proces
van verstatelijking van verzorgingsarrangementen op gang.
De ontwikkeling van de Nederlandse verzorgingsstaat past daarmee binnen een
ontwikkelingslogica die voor West Europa in het algemeen geldt. In die
ontwikkelingslogica onderscheiden we vier fasen;
§Fase 1: eerste aanzet. Voor loonarbeiders in de beginnende industrieën vormden,
ziekte, ongevallen en invaliditeit grote risico’s. Hiertegen werden dan ook de eerste
sociale wetten en verzekeringen geïntroduceerd. Voor werkeloosheid kwam daartegen
in eerste instantie nog geen sociale verzekering.
§Fase 2: doelgroepverbreding. De eerste sociale verzekeringen waren exclusief gericht
op industriële loonarbeiders. In de tweede fase van de ontwikkeling van de
verzorgingsstaat zien we een verbreding in wet en regelgeving tot niet industriële-
arbeiders en zelfs tot mensen die niet in loondienst werken.
In de eerste twee fasen lag het accent bij de sociale verzekeringen op het tegengaan
van armoede. Bij de verdere ontwikkeling van de verzorgingsstaat verschuift het
perspectief van het tegengaan van armoede naar verspreiding van de welvaart.
§Fase 3: sociale regelingen kregen een nog algemener karakter. Uiteindelijk
resulteerde dat in een vangnet voor iedereen die om welke reden dan ook in financiële
nood verkeert. In deze fase werd er ook naar gestreefd om uitkeringen waardevast te
maken waardoor uitkeringsgerechtigden meeprofiteerden van de algemene stijging
van de welvaart. Uitkeringen werden gekoppeld aan de lonen waardoor ze met de
lonen mee stegen.
§Fase 4: crisis en heroriëntatie. Het stelsel van sociale zekerheid kwam onder druk te
staan als gevolg van de economische crisis en de grote aantallen mensen die een
beroep deden op de sociale zekerheid. Er ontstonden problemen rond de
betaalbaarheid en de beheersbaarheid van het stelsel. Deze problemen vormden de
aanleiding voor een heroriëntatie van een stelsel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evelienfonk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.56. You're not tied to anything after your purchase.