100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Medische Heelkundige Zorg 1 $4.82   Add to cart

Summary

Samenvatting Medische Heelkundige Zorg 1

 26 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting acute nefrologie, domein medische heelkunde 1

Preview 3 out of 18  pages

  • March 12, 2022
  • 18
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Acute nefrologie


ACUTE NIERINSUFFICIËNTIE

1. ziektedefinities

• onder nierinsufficiëntie (nierfalen) verstaat men een tekortschieten in de nierfunctie. Dit kan,
afhankelijk van de oorzaak acuut (binnen enkele uren tot dagen) ontstaan, maar kan zich ook
chronisch (door langdurige beschadiging over jaren uitgestreken) progressief ontwikkelen. In
alle gevallen zijn beide nieren betrokken in het proces (met uitzonderingen van patiënten
met een unieke nier), is één van de nieren nog intact, dan zal deze het tekort in functioneren
van de andere nier opvangen en ontstaat geen nierinsufficiëntie

• ANI is een plotselinge vermindering van de nierfunctie (binnen enkele uren tot dagen),
bepaald door een absolute stijging van serum kreatinine van ≥ 0,3 mg/dl of een procentuele
stijging van ≥ 50% boven de uitgangswaarde of een daling van het urinedebiet (urine output),
wat wil zeggen een gedocumenteerde oligurie van < 0,5 ml/kg/u gedurende > 6 uur
• keratinine is een afvalproduct van de nieren
• iedereen heeft een bepaalde baseline van kreatinine (normale waarde voor deze persoon)
• herstel is mogelijk wanneer de oorzaak bekend is en kan worden weggenomen


2. wat gebeurd er bij acute nefrologie?

• nitrogene metabolieten worden opgestapeld (metabolieten moeten min of meer in
evenwicht zijn om normaal te functioneren, anders weerslag hebben of bijvoorbeeld pH -->
weerslag op het algemene functioneren)

 ureum stijgt
 kreatinine stijgt
 kalium stijgt
 fosfaat stijgt
 de patiënt wordt acidotisch (verzuren)
 waterhuishouding is in de knoei (nieren produceren voorurine en filteren,
metabolieten die opstapelen --> impact op het functioneren van de patiënt)

• de patiënt kan

 anurisch zijn = diurese < 50ml / 24u (praktisch geen diurese)
 oligurisch zijn = diurese > 50ml maar < 500ml / 24
 non-oligurisch zijn = diurese > 500ml / 24u, hier kan wel nog sprake zijn van ANI

--> ‘urine’ wordt uitgeplast, maar bevat geen afvalstoffen, dus deze blijven toch nog
achter in het lichaam ondanks er genoeg geplast wordt)

• waarom is 500ml / 24u de grens?

 de totale ‘daily solute load’ die door het organisme moet worden verwijderd ligt
rond de 600 mOsm

,  urine kan door normale nieren worden geconcentreerd tot 1200 mOsm / liter

 we moeten dus minstens 500ml urine hebben om al onze afvalstoffen kwijt
te spelen
 als de diurese dus < 500ml/24u is dan gaan we de afvalstoffen opstapelen



3. klassering

• de stadia van ANI volgens RIFLE (R, I, F) en AKIN (1, 2, 3)

Stadium Kreatinine Urine output

1 - risico (risk) kreat ↑ ≥ 0,3 mg/dl* of < 0,5 ml/kg/u gedurende >
kreat ↑ ≥ 150-200%* 6u

2 - schade (injury) kreat ↑ > 200-300%* < 0,5 ml/kg/u gedurende >
12u

3 - falen (failure) kreat ↑ > 300%* of < 0,3 ml/kg/u gedurende ≥
kreat ≥ 4mg/dl* of 24u of
acute Renal Replacement 0 ml/u (anuur) gedurende
Therapy 12u
(RRT) ongeacht het
kreatinine


L (loss) en E (end stage kidney disease) staan voor het chronische verhaal, net zoals 4 en 5
Acute kidney injury network
* = steeds vanaf de uitgangswaarde

4. epidemiologie

• incidentie van ANI bedraagt ± 180 gevallen per miljoen inwoners per jaar of ± 1-2% van alle
ziekenhuisopnamen

 ± 7-8% hiervan dient behandeld te worden met een dialysetechniek

• bij reeds gehospitaliseerde patiënten bedraagt de incidentie 2-6% en bij majeure
chirurgische ingrepen 4-15%

• prognose

 hospitaal mortaliteit bij ANI = 21% (in vergelijking met 2% bij patiënten zonder ANI)
 ANI op intensieve zorgen heeft een mortaliteit van 50%!
 de nierfunctie van de patiënten die niet overlijden, herstelt meestal
 slechts 10% wordt uiteindelijk chronische dialysepatiënt

, • oorzaken: 3 groepen van oorzaken te onderscheiden

 prerenaal = functioneel (nier zelf normaal, oorzaak ANI ligt voor de nier)
 (intra)renaal = structureel (oorzaak ANI ligt in de nier zelf)
 postrenaal = obstructief (oorzaak achter de nier, afvoerende nierwegen)



5. prerenale oorzaken: pathofysiologie

• verminderde aanvoer van bloed naar de nieren (= hypoperfusie) en/of een afname in
ultrafiltratie in de glomeruli (GFR)
• gaat gepaard met stijging van serum kreatinine en ureum
• snel reversibel zodra de onderliggende oorzaak wordt gecorrigeerd

--> wanneer behandeling uitblijft zal deze vorm evolueren naar een intrinsiek renale vorm
(structureel probleem) met acute tubulus necrose (tubulusepitheel necrotiseert door te weinig
zuurstofrijk bloed)



• de hoofdoorzaak is shock, al dan niet in ernstige mate (neurologische shock kan ook)

• cardiogene shock

 de pompkracht van het hart is onvoldoende door hartfalen
 kan ontstaan bij

 groot hartinfarct met cordecompensatie

 ritmestoornissen
 cardiomyopathie
 klepafwijkingen

• hypovolemische shock

 een absoluut tekort aan circulerend volume
 kan ontstaat bij

 bloedingen
 dehydratatie
 verlies naar een ‘derde ruimte’ (bijvoorbeeld ileus van darm

• distributieve shock

 een relatief tekort aan circulerend volume door shunting en periferen vaatverwijding
 het kernprobleem is de zuurstof de organen niet goed bereikt
 de meest voorkomende oorzaak is sepsis

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sietsewillems. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82
  • (0)
  Add to cart