Dit is een van mijn samenvattingen die behoort tot het tentamen kennis taal in de bovenbouw. Dit is de samenvatting van het boek Spelling. De andere twee boeken: Portaal en aanvankelijk en technisch lezen zijn ook lost te kopen, maar ik heb het ook als een bundel te koop. Dit document bestaat uit h...
Nederlands in de bovenbouw
Spelling – Hoofdstuk 4, 5, 6, 7 en 10
Hoofdstuk 4: Doelstelling en leerstofordening - 75 t/m 91: 16 blz.
Paragraaf 4.1: Inhoud van het spellingonderwijs
Bij het bepalen van de inhoud van het spellingsonderwijs worden meestal drie verschillende criteria
gebruikt:
1. De frequentie van woorden
Het is belangrijk dat de leerkracht de leerlingen woorden goed laat leren spellen die ze ook zelf veel
gebruiken. Als je namelijk leerlingen woorden zoals monniken, kievieten of dreumesen correct laat
spellen is dat natuurlijk mooi, maar wel een beetje tijdverspilling want je had in die tijd ook woorden
kunnen laten spellen die ze dagelijks gebruiken, zoals bomen, schommel of school.
2. De moeilijkheid van woorden
De meest frequente woorden zijn niet altijd de woorden die de meeste problemen opleveren bij het
spellen. Enigszins en surveilleren komen niet vaak voor, maar het zijn vaak wel woorden die fout
gespeld worden. De moeilijkheid van woorden is dus een soort aanvulling op dat van de
woordfrequentie.
3. De indeling in spellingcategorieën
Een spellingcategorie is een groep woorden met dezelfde spellingmoeilijkheid. Bij paragraaf 4.2
worden de spellingscategorieën verder uitgewerkt.
Paragraaf 4.2: Spellingscategorieën
In eerste plaats zijn spellingscategorieën een hulpmiddel voor leerkrachten en methodeschrijvers om
de leerstof te structureren. De meeste methoden hanteren ongeveer deze criteria:
Eerst klankzuivere woorden, daarna niet-klankzuivere
Eerst eenlettergrepige woorden, daarna meerlettergrepige woorden
Eerst woorden met één spellingregel, daarna woorden met meer regels
Eerst frequentie woorden, daarna minder frequente woorden
Doordat de leerstof zorgvuldig is ingedeeld in categorieën is het voor een leerkracht ook
gemakkelijker om fouten te analyseren. De spellingscategorieën zijn ook een handig hulpmiddel voor
leerlingen. Je komt deze categorieën op dit moment bijna in elke methoden tegen. Door de
categorieën kunnen de leerlingen sneller een woord juist spellen.
Paragraaf 4.3: Doelstellingen van het spellingonderwijs
In de kerndoelen voor het basisonderwijs wordt de spelling niet apart genoemd: het maakt deel uit
van de domeinen taalbeschouwing en schrijven. Spelling is een onderdeel van het verzorgen van een
tekst. Je hebt verschillende soorten taalactiviteiten:
1. Functionele taalactiviteiten zijn activiteiten waarbij de taal als communicatiemiddel
fungeert.
2. Ondersteunende taalactiviteiten zijn activiteiten die gericht zijn op het vergroten van allerlei
taalvaardigheden van de kinderen. Met het doel dat de kinderen de functionele
taalactiviteiten beter kunnen uitvoeren.
Wat heb je als leerkracht nou aan de einddoelstellingen van het spellingsonderwijs. Je zou kunnen
zeggen dat het een soort richtpunt is: bij spelling moet het uiteindelijk gaan om communicatie. De
kinderen moeten de vaardigheden die ze hebben geleerd kunnen toepassen in functionele situaties.
Voor het formuleren van concrete lesdoelen heb je niet zoveel aan de kerndoelen. Een lesdoel moet
je beschrijven in termen van spellingscategorieën die de kinderen moeten beheersen.
Paragraaf 4.4: Functioneel spellingonderwijs
, Je kunt als leerkracht het spellingsonderwijs functioneler maken voor de leerlingen:
1. Woorden aanbieden in zinvolle contexten
Kinderen zullen sneller spelling als zinvol en functioneel ervaren als woorden worden gebruikt in een
duidelijke context. Bij een aantal methoden zijn er specifieke woorden hiervoor uitgezocht. Dit zijn
de zogenoemde themawoorden. Dit zijn de belangrijkste woorden die aangeboden worden in het
hele blok en in een zinvolle context.
2. Woorden laten verwerken in schrijfopdrachten
Een goede functionele toepassing voor het spellen van woorden is het geven van een schrijfopdracht
waarin de kinderen een aantal woorden van de geleerde spellingcategorie moeten verwerken. Het is
een vorm van wat we wel noemen schools functioneel, maar in een schoolse situatie.
3. Integratie met technisch lezen
Voor het lezen van woorden is de leerstof voor een belangrijk deel geordend naar
spellingscategorieën. Door op hetzelfde tijdstip ook aandacht te besteden aan het lezen van woorden
uit een bepaalde spellingcategorie, ontstaat er meer samenhang in het onderwijs en daarmee wordt
ook de functionaliteit van het spellingonderwijs vergroot.
4. Functionele schrijfopdrachten geen, waarbij het belang van correct spellen voor leerlingen
duidelijk is.
De beste manier om de functionaliteit van spellingvaardigheid te bevorderen, is kinderen teksten te
laten schrijven waarin het belang van foutloos schrijven duidelijk is. De leerkracht heeft ook een
belangrijke taak in het aanbrengen van een goede spellingattitude. Het uiteindelijke doel van het
spellingsonderwijs is dat kinderen in al het schriftelijk taalverkeer foutloos schrijven. De leerkracht zal
er alert op moeten zijn dat de leerlingen de geleerde spellingvaardigheden ook toepassen.
Hoofdstuk 5: Instructie – 97 t/m 113: 16 blz.
Paragraaf 5.1: Instructieprincipes
De verschillende vaste werkwijzen die een leerkracht gebruikt om iets uit te leggen, heet een
instructieprincipe. Een algemene instructieprincipe kunnen bij elk leerproces worden toegepast. Een
voorbeeld hiervan is het leren controleren van je eigen werk (als leerlingen). Dit zorgt voor minder
fouten en wordt tijdens of vlak na het schrijven en achteraf gedaan. Ook modeling is een voorbeeld.
Leerkracht denkt hardop en doet het voor. Specifieke instructieprincipes zijn afhankelijk van een
leertaak, bijvoorbeeld:
Inprenting;
Het aanleren van analogieredeneringen;
Het aanleren van spellingregels.
Per spellingregel verschilt de instructieprincipe die de leerkracht toepast. Aanleren van regels is
specifiek, automatiseren van bestaande kennis is algemeen, omdat dit bij elk vak gedaan kan worden
en spellingregels alleen bij het vak spelling aangeleerd worden.
Paragraaf 5.2: Inprenting
De schrijfwijze van een woord probeer je in het geheugen vast te leggen. Er is geen regel aan te
koppelen, je moet gewoon weten hoe je het schrijft. Dit kan je leren door inprenting. Je besteedt ook
aandacht aan:
De opbouw van een woord;
De klankstukken waaruit het bestaat;
De betekenis van een woord;
Het correct uitspreken van een woord;
Vaststellen en onthouden van de klankvolgorde;
Onthouden van specifieke lettercombinaties;
Herkennen van betekenisvolle delen;
Het gebruik in zinsverband.
Verschillende onderdelen van een woord worden door inprenting in het geheugen vastgelegd.
Inprenting lukt het best door een visueel dictee, de leerlingen kunnen de woorden kort in zich
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shannonfeenstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.47. You're not tied to anything after your purchase.