In dit document vind je een uitgebreide samenvatting van de voorgeschreven literatuur van college 8. De voorgeschreven literatuur is hfdst. 7 van het boek Bestuursrecht begrepen.
SAMENVATTING LITERATUUR COLLEGE 8
Bestuursrecht begrepen: hfdst. 7
Hoofdstuk 7:
Om het bestaande recht te kunnen handhaven beschikken bestuursorganen over specifieke
bestuursbevoegdheden. Om een effectieve handhaving te kunnen garanderen moeten
bestuursorganen beschikken over toezichtsbevoegdheden en over handhavingsbevoegdheden.
Toezichtsbevoegdheden zijn gecreëerd (vooral) voor ambtenaren om overtredingen te
kunnen constateren. Voor het toezicht op de naleving van sommige publiekrechtelijke
regelingen zijn er speciale inspecties in het leven geroepen.
o Voorbeeld: arbeidsinspectie of de milieu-inspectie.
Handhavingsbevoegdheden zijn gecreëerd voor het geval een toezichthouder geconstateerd
heeft dat er in strijd is gehandeld met de wet. In de Awb wordt er gesproken over
bestuurlijke sancties.
o In art. 5:2 lid 1 onder a Awb wordt de definitie van een bestuurlijke sanctie
omschreven. Een bestuurlijke sanctie is een door een bestuursorgaan naar aanleiding
van een overtreding opgelegde verplichting of onthouden aanspraak.
o Op grond van art. 5:4 Awb moet er in een bijzondere bestuursrechtelijke wet een
expliciete bevoegdheid zijn neergelegd voor het opleggen van een
bestuursrechtelijke sanctie door een bepaald (in de wet aangewezen)
bestuursorgaan (=legaliteitsbeginsel).
Een bestuursorgaan legt een bestuurlijke sanctie op in de vorm van een beschikking.
Toezicht op de naleving van bestuursrechtelijke regels en voorschriften:
Toezicht op de naleving houdt in dat door een toezichthouder gecontroleerd wordt of
rechtssubjecten (natuurlijke personen, rechtspersonen en andere bestuurden) de tot hen
gerichte bestuursrechtelijke voorschriften naleven.
o Naast de nalevings- en handhavingstoezicht kennen we ook een stelsel van
interbestuurlijk toezicht. Dit houdt in dat een (veelal) hiërarchisch hoger geplaatst
bestuursorgaan toezicht uitoefent op een ander bestuursorgaan. Dit is hoofdzakelijk
geregeld in art. 132 lid 4 en 5 Gw, art. 123, 124 e.v. en 268 e.v. Gemw, art. 261 Provw
en onder titel 10.2 van de Awb.
Wie belast is met het toezicht op de naleving moet worden afgeleid uit de bijzondere
bestuursrechtelijke wet. Een algemene regeling met betrekking tot het toezicht op de
naleving is neergelegd in titel 5.2 Awb.
o In art. 5:11 Awb staat wat wordt verstaan onder een toezichthouder.
o In allerlei bijzondere bestuursrechtelijke wetten zijn ambtenaren direct dan wel
indirect als toezichthouder aangewezen.
Voorbeelden: Inspectie SZW (arbeidsinspecteur), ambtenaar die belast is met
bouw- en woningtoezicht en Inspectie gezondheidszorg en jeugd (art. 8j
Opiumwet).
Een (bij of krachtens de bijzondere wet aangewezen) toezichthouder beschikt op grond van
de Awb over de volgende bevoegdheden:
o De bevoegdheid tot het betreden van elke plaats met uitzondering van een woning
zonder toestemming van de bewoner (art. 5:15 Awb);
o De bevoegdheid inlichtingen te vorderen (art. 5:16 Awb);
o De bevoegdheid van personen inzage te vorderen van een identiteitsbewijs (art.
5:16a Awb);
o De bevoegdheid inzage te vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden (art. 5:17
lid 1 Awb);
o De bevoegdheid zaken te onderzoeken, aan opneming te onderwerpen en daarvan
monsters te nemen (art. 5:18 lid 1 Awb);
, o De bevoegdheid vervoermiddelen te onderzoeken met betrekking waartoe hij een
toezichthoudende taak heeft (art. 5:19 lid 1 Awb).
Deze bevoegdheden komen in beginsel aan een toezichthouder. Maar soms worden de op
grond van de Awb aan de toezichthouder toekomende bevoegdheden bij wettelijk voorschrift
of bij besluit van een bestuursorgaan beperkt (art. 5:14 Awb).
Naast een beperking kan er ook verruiming van de toezichtsbevoegdheden worden geregeld.
Toezichthouders hebben naast bestuurlijke toezichtsbevoegdheden vaak ook
(strafrechtelijke) opsporingsbevoegdheden.
Handhaving door middel van bestuursrecht, strafrecht of civiel recht?
Wanneer strafrechtelijk gesanctioneerd wordt, legt niet het bestuursorgaan maar de (straf)
rechter (op vordering van het OM) een sanctie op. Er moet voorafgaande aan de
strafbaarstelling van de overtreding van het desbetreffende bestuursrechtelijke voorschrift.
Deze strafbaarstelling vindt meestal plaats in de bijzondere bestuursrechtelijke wet.
Privaatrechtelijke handhaving van de overtreding van bestuursrechtelijke regels:
Naast de strafrechtelijk handhaving van het bestuursrecht heeft de overheid soms ook de
mogelijkheid om privaatrechtelijk te handhaven door middel van een
onrechtmatigedaadsactie (zie art. 6:162 BW).
Handhaving via de privaatrechtelijke weg is, gelet op het Windmill-arrest, alleen mogelijk als
de keuze voor deze weg geen onaanvaardbare doorkruising van de publiekrechtelijke weg
oplevert.
Overtreding en overtreder:
Overtreding (art. 5:1 lid 1 Awb) wordt omschreven als een gedraging die in strijd is met het
bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Onder het begrip gedraging valt ook het
nalaten en het laten bestaan van een verboden toestand.
Overtreder (art. 5:1 lid 2 Awb) is de persoon die de overtreding pleegt om medepleegt.
o Van medeplegen is sprake als twee of meer personen gezamenlijk een overtreding
plegen terwijl er voorts sprake is van een min of meer gelijkwaardige en bewuste
samenwerking.
o Uitgangspunt is dat de overtreder degene is die het desbetreffende wettelijke
voorschrift daadwerkelijk heeft overtreden. Naast de daadwerkelijke overtreder kan
in het bestuurlijk sanctierecht ook een functionele dader worden aangemerkt als een
overtreder in de zin van art. 5:1 lid 2 Awb. Denk hierbij aan de leidinggevende of
opdrachtgever. Hiervoor zijn twee voorwaarden:
1. De (onrechtmatige) handeling moet binnen de beschikkingsmacht van die
ander (bijv. leidinggevende of opdrachtgever) vallen.
2. Het moet zo zijn dat hij de handeling heeft aanvaard of over het algemeen
pacht te aanvaarden.
o Rechtspersonen kunnen ook aangemerkt worden als overtreder (art. 5:1 lid 3 Awb)
Bestuurlijke sancties; herstelsancties en bestraffende sancties:
Een bestuurlijke sanctie kan worden opgelegd zonder tussenkomst van de rechter, een
bestuursorgaan legt deze namelijk op. In het bestuurlijk sanctierecht wordt onderscheid
tussen verschillende sancties, namelijk:
o Herstelsancties; en
o Bestraffende sancties.
Herstelsancties (art. 5:2 lid 1 onder b Awb), zijn gericht op het herstel van een onrechtmatige
in een rechtmatige toestand. De last onder dwangsom en de last onder bestuursdwang
worden aangemerkt als herstelsancties.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentFvB. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.36. You're not tied to anything after your purchase.