In het algemeen: de theorie-vragen waren kennisvragen en zijn letterlijk terug te
vinden in de powerpointsheets van de lessen
1. Voor beursgenoteerde bedrijven gelden andere verslaggevingsregels ten
aanzien van geconsolideerde financiële overzichten dan voor niet-
beursgenoteerde bedrijven. Wat is het verschil? (4 punten)
Antwoord:
De geconsolideerde financiële overzichten dienen voor beursgenoteerde bedrijven
opgesteld te worden op basis van IFRS (International Financial Reporting Standards).
Niet beursgenoteerde bedrijven mogen IFRS toepassen, maar moeten zich in ieder
geval houden aan wetgeving en regels van het land waarin gevestigd. In Nederland
zijn die regels te vinden in de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving
2. Noem een belangrijk verschil tussen financial lease en operational lease qua
verwerking in de jaarrekening voor niet-beursgenoteerde bedrijven (4 punten)
Antwoord: de waarde van financial lease contracten dient in de balans verwerkt te
worden; de waarde van een operational lease contract hoeft niet in de balans
verwerkt te worden, maar komt direct ten laste van de winst- en verliesrekening
Financial lease moet als een materieel vast activum beschouwd worden (als
eigendom), waarop afgeschreven wordt. Aan de passivakant staat er een verplichting
(lang vreemd vermogen) van het leasecontract. De afschrijvingen en de
leasebetalingen komen ten laste van de W&V-rekening
3. Leg uit wat impairment is en hoe je de berekening uitvoert (6 punten)
Antwoord: is bijzondere waardevermindering. Je bepaalt eerste de realiseerbare
waarde (= hoogste van bedrijfswaarde en directe opbrengstwaarde) en die vergelijk je
met de boekwaarde. Je neemt de laagste van de twee. Is de realiseerbare waarde
lager dan de boekwaarde dan is bijzondere waardevermindering aan de orde.
4. Wat wordt verstaan onder creative accounting (bij een jaarverslag) (4 punten)
Antwoord: De financiële prestaties beter voorstellen dan ze zijn.
Wat is eigenlijk creatief boekhouden? Of fraudulent reporting? Hoe gebeurt dat?
‘Je kunt bijvoorbeeld voorzieningen lager of hoger schatten als dat beter uitkomt. Er
zijn heel veel schattingsposten. Daar kun je creatief mee omgaan,’ aldus Langendijk.
‘Echt frauduleus wordt het als je bijvoorbeeld valse facturen draait. Dat is echt zo fout
als maar kan. Denk aan facturen zonder klant of met een veel te hoog bedrag. Dat
1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller makelaarsmeisje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.06. You're not tied to anything after your purchase.