In dit document zijn de onderwerpen:
-> Inkomstenbelasting
-> Vennootschapsbelasting
-> Loonbelasting
-> Omzetbelasting
Bovenstaande onderwerpen worden in het kort toegelicht en NIET uitgebreid behandeld. Het document moet je zien als een soort geheugensteuntje en om alles voor de...
Fiscaalrecht
Inkomsten belasting: Hoofdstuk 4
Belastingen
Zijn gedwongen bijdragen van particuliere huishoudingen aan de overheid waar geen
rechtstreeks individuele contraprestatie van de overheid tegenover staat en die
krachtens algemene regelen en anders dan als straf wegens overtreding van de strafwet
worden gevorderd.
Financieringsmogelijkheden voor de overheid
Belastingen: Je krijgt er niks voor terug, accijns
Retributies: Je krijgt er wel iets voor terug, paspoort (tegenprestatie)
Sociale premies:
Volksverzekeringen: AOW, ANW, WLZ
Werknemersverzekeringen: WIA, ZW, ZVW, WW
Overige inkomsten: Gas en bekeuringen
Plaats van belastingrecht
Publiekrecht = Overheid Vs. Burgers
Belastingrecht, staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht
Privaatrecht = Burgers onderling
Materieel recht Formeel recht
Soorten belastingen
Wetgeving voor centrale overheid en lagere overheden
Directe (inkomens- en vennootschap) en indirecte belasting, je betaald niet aan
de belastingdienst, maar aan de ondernemer waar je iets van koopt. Je hebt dus
een extra schakel. (btw)
Tijdstip- en tijdvakbelastingen:
Tijdvak = Inkomens- en vennootschapsbelasting, omzetbelasting (btw) en
loonbelasting 1 jaar tijd vak over een periode.
Tijdstip = Erf en schenkbelasting
Aanslag- en aangiftebelastingen (staan tegenover elkaar)
(Inkomsten- en Vennootschapsbelasting) Aanslag = aangifte inspecteur bekijkt
het aanslag (blauwe envelop) Of je moet betalen of je krijgt geld terug
(Loon- en omzetbelasting) Aangifte = aangifte Betalen
Verschil het betalen Aanslag, wacht met betalen totdat de inspecteur gekeken
heeft. Aangifte je moet gelijk betalen, overheid wil zo snel mogelijk zijn geld het is
namelijk geld van de overheid.
Verbruiksbelasting: Belasting over consumptiemiddelen
Subjectieve en objectieve belastingen
Subjectief: houdt rekening met jou. Hoe oud je bent, je lichamelijke status
Objectief: Omzet belasting houdt geen rekening met jou
,Beginselen belastingrecht
Draagkrachtbeginsel (progressieftarief)
Laag inkomen Minder belastingbetalers
Hoog inkomen Meer belastingbetalers
Profijtbeginsel
Als je ergens gebruik van maakt (wegenbelasting) Je profiteert van de wegen
Beginsel van de minste pijn
Voorkomt dat je geen geld hebt om je belastingaangifte te betalen daarom wordt
er elke maand loonbelasting ingehouden.
Beginselen van de bevoorrechte verkrijging
Erfenis hier betaal je ook weer belasting over
Percentages
Nagenoeg of geheel 90% of meer
Hoofzakelijk 70% of meer
Grotendeels 50% of meer
In belangrijke mate 30% of meer
Belastingplicht Inkomensbelasting
Binnenlands belasting plichtig Als je in Nederland woont (Art. 2.1)
Buitenlands belasting plichtig Als je niet in Nederland woont, maar
Nederlands inkomen hebt, baan of bedrijf in Nederland.
Belasting boxen In welke box je over wat belasting moet betalen!
Box 1: Inkomen uit werk en eigen woning progressief
Werk:
Loon
ROW, Resultaat uit overige werkzaamheden Een freelancer opbrengst wat
belast wordt
Winst
Als je een eigen woning bezit moet je daar belasting over betalen, maar je
hebt ook hypotheekrente
Box 2: Inkomen uit aanmerkelijk belang 26,9%
5% of meer aandelen bezit
Dividend wordt belast
Vervreemdingswinst wordt ook belast is box 2
Box 3: Inkomen uit sparen en beleggen 31%
Vermogensbelasting
Vermogen rendement heffing Sparen en beleggen
100.000 4000 31% = 1240 moet je aan belasting betalen
Begrip onderneming
, Een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid
Die erop is gericht om deel te nemen aan het economisch verkeer
Met het oogmerk winst te behalen
Basisprincipes winstbepaling
Goed koopmansgebruik
Realiteitszin
Voorzichtigheid
Eenvoud
Herinvesteringsreserve
Voorbeeld: Boekwaarde 50 Boekwinst 70 – 50 = 20 (HIR)
Verkoop 70 Fiscale aanschafwaarde 80 – 20 = 60
Aankoop 80
Verlies van 10 dus geen Rest HIR ook geen winst
Voorbeeld: Boekwaarde 50 Boekwinst 100 – 50 = 50
Verkoop 100 Maar je hebt 20 euro winst gemaakt: 50 – 20 = 30 HIR
Aankoop 80 Fiscale aanschafwaarde 80 – 30 = 50
Door die winst van 20 is de rest HIR 20 = WINST
Urencriterium
Minimaal 1.225 uur in kalenderjaar
Heffingskortingen:
Gaat van je totale belasting af. Voordelig! Arbeidskorting(heffing) Verminderen op je
belastingaanslag
Wijze van heffing
IB = Aanslagbelasting
Wonend op hetzelfde adres + een kind, pensioenregeling en eigen woning
Middeling (Art. 3.154)
Over een periode van 3 jaar kijken, 2 jaar niks verdient laatste jaar heel veel.
Verschil van meer dan 545,- dan krijg je het terug.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eliseeprins. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.