Forensische Behandel- En Zorgprogramma\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\'s (500850M6)
Institution
Tilburg University (UVT)
Dit is een uitgebreide samenvatting van de colleges van forensische behandel- en zorgprogramma's gegeven in jaar . De literatuur is geïntegreerd in de samenvatting.
Forensische Behandel- En Zorgprogramma's (500850M6)
All documents for this subject (21)
2
reviews
By: annezwep • 1 year ago
By: nadiesturme • 2 year ago
Translated by Google
Very nice and clear summary!
By: maaikebeckerss • 2 year ago
Translated by Google
Ahh thank you for your positive review. I really appreciate:)
Seller
Follow
maaikebeckerss
Reviews received
Content preview
ABSTRACT
Dit is een samenvatting
van forensische
behandel- en
zorgprogramma´s,
onderdeel van de
master Klinische
Forensische
Psychologie aan Tilburg
University.
FORENSISCHE BEHANDEL- Maaike Beckers
2021-2022
EN ZORGPROGRAMMA’S
500850-M-6
,04 feb. Deel 1 Introductie forensische behandeling
1. Algemene uitgangsprincipes
Behandeling is mogelijk wanneer je weet wat er aan de hand is met betreffende persoon. Je wilt
graag weten wat voor een delict iemand gepleegd heeft, welke psychopathologie iemand heeft
(=behoefteprincipe) en wat het risico is. Daarvoor heb je risicotaxatie en diagnostisch onderzoek voor
nodig. Het is daarbij belangrijk om de criminogene behoeften in kaart te brengen. Je wilt weten
welke risico- en beschermende factoren delict gerelateerd zijn bij de betreffende persoon. Daarbij wil
je een overzicht hebben van de ernst en de aanwezigheid van deze factoren. Als iemand bijvoorbeeld
financiële problemen heeft, maar deze zijn niet delict gerelateerd, dan kan je je afvragen of je die
problemen nu moet behandelen. In het forensische werkveld wordt dat niet gedaan, we behandelen
alleen risico gerelateerde factoren. Wel wordt er naar beschermende factoren gekeken die het risico
wat kunnen verminderen of kunnen bufferen.
Aan de hand van netwerkanalyses (Frida et al.,) heeft men gevonden dat op moment van opname
eigenlijk weinig tot geen associaties tussen risico- en beschermende factoren bestaan. Ze leven als
een soort eilandjes naast elkaar. De beschermende factoren bufferen dan veel te weinig om de
risicofactoren te kunnen tackelen. In hetzelfde onderzoek hebben ze deze mensen na drie jaar nog
eens bekeken. Na drie jaar blijken die beschermende factoren zich wel te bemoeien met de
risicofactoren. Let wel op dat het complexer in elkaar zit dan wij denken. Want in principe zou je
verwachten dat collega behandelaren met meer beschermende factoren zoals beschreven in de
positieve psychologie (veerkracht en wellbeing o.a.) ook minder last hebben van stress op hun werk,
maar uit onderzoek blijkt dat niet zo te zijn. Deze factoren zijn nauwelijks of zelfs niet geassocieerd
met stress op je werk.
2. RNR: responsiviteit
Wanneer het behoefteprincipe is blootgelegd hebben we een beter inzicht in het risiconiveau van de
patiënten. Dat risiconiveau verschilt natuurlijk enorm. Iemand die is opgenomen in een tbs-instelling
zal wellicht een hoger risico kennen dan een ambulante patiënt. Als het risico duidelijk is kan je
verder kijken naar de verschillende behandelmodules die we kennen in ons forensische veld.
Cognitieve gedragstherapie Virtual Reality
EMDR Relatietherapie
Psycho-educatie Muziektherapie
Schematherapie Psychomotorische therapie
Elektrotherapie …
Er zijn een tal aan verschillende therapieën of behandelmodules. Wanneer je de behoeftes van een
patiënt in kaart hebt gebracht ga je na welke behandelmodule het beste past bij de problematiek.
Behandeling vandaag de dag is dus echt maatwerk. Het behandelprotocol wat ontstaan is door
informatie op groepsniveau ga je toepassen op een individu. Het kan dus zeker voorkomen dat
sommige modules van een protocol overgeslagen worden. De behandeling moet zo goed mogelijk
1
,worden aangepast op het individu en dat noemen we de responsiviteit. Responsiviteit zegt ook dat je
gebruik moet maken van behandelprogramma’s die veelbelovend of effectief zijn en daarbij rekening
moet houden met persoonlijke aspecten van je patiënt. Het responsiviteitsbeginsel kan opgesplitst
worden in algemene en specifieke responsiviteit. De algemene responsiviteit houdt rekening met de
eigenschappen van de behandelaar zoals dat een agressieve reactie van de behandelaar er
bijvoorbeeld voor kan zorgen dat het effect van behandeling geminimaliseerd wordt. De specifieke
responsiviteit houdt rekening met de eigenschappen van de dader die invloed hebben op het effect
van de behandeling. Denk aan het intelligentieniveau of bepaalde psychiatrische ziektebeelden die
het niet toelaten dat behandeling effect heeft op een dader. Daarbij zijn ook statische factoren
responsiviteitsfactoren zoals leeftijd, geslacht en etniciteit. Deze statische factoren beïnvloeden vaak
de bereidheid voor iemand om in therapie te gaan. Ook zijn de meeste behandelmodules ontworpen
voor de witte man van gemiddelde leeftijd. Je moet je dus afvragen of dit ook aanslaat bij donkere
mensen van 60+ bijvoorbeeld. Dat is iets waar we niet altijd bij stil staan. Een andere belangrijke
responsiviteitsfactor is de motivatie van degene die behandeld wordt. Dat is een hele lastige gezien
het verschil tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie. Over het algemeen zie je wel vaak een
verandering van extrinsieke naar intrinsieke motivatie. Dat hangt vaak samen met dat patiënten na
2/3 maanden ook meer zelfinzicht krijgen. Het kan voorkomen dat patiënten in een dipje behandelen
na 10/12 sessies. Ze vragen zich af wat het nu voor zin heeft en zien niet meer de meerwaarde ervan
in. Het is dan belangrijk om dat te bespreken gedurende de behandeling, want als de motivatie er
niet is gaat het lastig worden. Om goed samen te kunnen werken met je patiënt is een goede fit
nodig tussen de behandelaar en de patiënt, het behandelprogramma is daarbij meer het middel om
het doel te bereiken.
Gedurende het proces van behandeling is het belangrijk om waakzaam te blijven voor overdracht en
tegenoverdracht. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat patiënten verliefd worden op hun therapeut
of dat jij als behandelaar patiënten onbewust op een andere manier behandelt omdat je je irriteert.
Maak dit altijd bespreekbaar met collega’s. Het kan gebeuren dat het soms beter is om een patiënt
over te dragen naar iemand anders. En maak je geen illusies, overdracht en tegenoverdracht spelen
altijd.
3. Effectiviteit en werkzaam mechanisme
3.1 Wanneer is een behandeling effectief?
Met betrekking tot de eigenschappen van de dader, wat genereert het therapie-effect?
Als we uitgaan van de cognitieve gedragstherapie dan werken we aan de interactie tussen
gedachten, gedrag en gevoelens met betrekking tot een gebeurtenis. De patiënt moet zichzelf in een
optimale staat brengen om te kunnen spreken over die gevoelens, gedachten en het gedrag. Bij
forensische patiënten zien we vaak dat ze minder goed in staat zijn om die gevoelens die ze hebben
te bewerken. Ze zitten vaak vooral sterk in die cognitie en voelen er eigenlijk niks bij. Als behandelaar
stel je wel die vraag; wat voel je daarbij in je buik bijvoorbeeld, maar patiënten zullen dan vaak
sociaal wenselijk reageren. Het kan ook voorkomen dat patiënten goed kunnen reflecteren op hun
gedachten en gevoelens, maar slagen er dan niet in om hier ook naar te handelen.
Het artikel van Jankovic - The long-term changes in dynamic risk and protective factors over time in a
nationwide sample of dutch forensic psychiatric patients – kwam voor in het vak psychopathologie.
Het artikel gaat over de vraag of er een afname is in risicofactoren over tijd bij tbs gestelde. De
tweede vraag is of de beschermende factoren toenemen over tijd bij tbs gestelde. Vandaag de dag
weten we dat als we forensische patiënten behandelen en je gaat de risicofactoren en
beschermende factoren monitoren over tijd, dat inderdaad de risicofactoren afnemen over tijd en de
2
, beschermende factoren toenemen. Het onderzoek kent 5 meetmomenten; het moment van opname
> onbegeleid verlof > transmuraal verlof > voorwaardelijk ontslag > onvoorwaardelijk ontslag. De tijd
die tussen T1 en T5 zit is gemiddeld 8/9 jaar. Binnen dit onderzoek zijn de beschermende factoren
opgedeeld in beschermende vaardigheden (gedragsniveau) en beschermende awareness (cognitief
niveau). De cognitieve awareness is iets lager dan de beschermende vaardigheden. Voor veel mensen
is namelijk die zelfreflectie erg moeilijk. Probleeminzicht is dus van een hele andere orde dan
probleemvaardigheden. Een andere risicofactor (uit de HKT) die geschaald wordt onder awareness is
de beschermende factor ‘verantwoordelijkheid kunnen nemen voor het delict’. We weten namelijk
dat mocht iemand dat kunnen, dat dan de kans op recidive vermindert. Maar ook dat vraagt weer
cognitieve vaardigheden, inzicht en de mogelijkheid om te reflecteren. Uit de resultaten zien we dat
de beschermende vaardigheden over tijd blijft toenemen, maar voor de beschermende awareness
zien we een knik op moment van voorwaardelijk ontslag. Dat komt omdat de verantwoordelijkheid
nemen voor het delict niet volledig geïncorporeerd is in het zijn/bestaan van de patiënt. Met andere
woorden kan een patiënt heel makkelijk zeggen dat diegene het inzicht heeft, maar er is een groot
verschil in het zeggen en daarnaar handelen. Wanneer dan de grootste vrijheden optreden wordt
men geconfronteerd met heel veel stimuli van buitenaf waar men dan zelf dient aan te geven om
even pauze te nemen en te reflecteren. Voor velen is dat heel lastig. Daarbij is het natuurlijk ook niet
gek dat wanneer iemand meer vrijheden krijgt er ook meer fout kan gaan. Het is dus belangrijk om
het onderscheid te maken in die beschermende factoren.
Verder zien we in het onderzoek dat
verschillende delict factoren afnemen in ernst
over tijd. Alleen verslavingsgedrag neemt een
beetje toe na opname omdat ze niet kunnen
gebruiken tijdens opname, maar ook deze
neemt later weer opnieuw af. Een belangrijke
kanttekening aan het onderzoek is dat enkel de
succesverhalen worden meegenomen van
mensen die ook echt onvoorwaardelijk ontslag behaalden. Vooral met betrekking tot de psychotische
stoornissen is het zo dat de meeste winst, met betrekking tot de risicofactoren en beschermende
factoren, te behalen valt in de start van de tbs. Vooral de periode van T1 tot en met T3 is belangrijk
en zorgt voor een flinke toename van de beschermende factoren en flinke afname van risicofactoren.
Dit komt doordat psychotische patiënten in een tbs-kliniek eigenlijk per T1 antipsychotica krijgen.
3.2 Hoe kan je het therapie-effect meten? RCT
Hoe we het effect meten is opzicht niet belangrijk. De RCT (Randomised Controlled Trial) is
tegenwoordig de wettelijke standaard. Bij een RCT heb je een populatie aan patiënten, deze wijs je
willekeurig toe aan een controle conditie en een experimentele conditie. Vaak is er dan sprake van
blinding of double blinding waarbij de patiënt (en soms ook behandelaar) niet weet in welke conditie
de patiënten zitten. Je gaat dan na of je verschillen vindt tussen de twee condities en dat is dan de
RCT. Die RCT’s hebben voor- en nadelen.
Voordelen Nadelen
Een goede randomisatie zal een populatie Het is duur in tijd en geld
uitwassen Vrijwilligers bias = de steekproef is mogelijk niet
Makkelijker dan observationele studies representatief
Resultaten kan je analyseren met statistische Het verlies voor follow-up wordt toegeschreven
hulpmiddelen aan behandeling
Populatie van deelnemers is duidelijk Weinig tot geen informatie op patiënt niveau
geïdentificeerd
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maaikebeckerss. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.37. You're not tied to anything after your purchase.