Full SOLUTION MANUAL FOR Financial And Managerial Accounting 4th Edition by Jerry J Weygandt, Paul D Kimmel, Jill E Mitchel A+
Test Bank for Understanding the Accounting Cycle 2nd Edition latest update
Solution Manual for Financial and managerial accounting 4th Edition Jerry J. Weygandt, Paul D. Kimmel, Donald E. Kieso
All for this textbook (9)
Written for
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Bedrijfskunde
Accounting 1 (E_BK2_ACC1)
All documents for this subject (6)
Seller
Follow
daanstork
Content preview
FINANCIAL ACCOUNTING
Week 1
Bij accounting streven ze naar een versimpelde weergave van de werkelijkheid door middel
van bruikbare getallen en cijfers.
Audit (controle) → Er moet gechecked worden of alle registraties en rapportages wel ergens
op slaan
Bij accounting is er veel data en informatie beschikbaar, met name de meer financieel
georiënteerde data.
Drie belangrijke statements:
● Balance Sheet
● Cash flow Statement
● Income Statement
Deze statements hebben Formal relations en Substantive norms for content.
De uitkomst van de cash flow statement beschrijft de verandering van de Cash in de balans
De uitkomst van de resultatenrekening/income statement beschrijft de verandering van het
eigen vermogen.
Profit = Cash Flow + (Verandering Other Assets - Verandering Liabilities = “accruals”)
of Profit = Cash Flow + Interpretatie
Recognition → To include an element in the financial statements
Measurement → Determining the amount for which an element is recognized
,Met transacties met eigenaren:
Profit = Cash Flow + ‘accruals’ - net contributions by owners
Boekhouden = de techniek die we nodig hebben om de informatie die daarvoor nodig is
systematisch te verzamelen en organiseren om uiteindelijk de jaarrekening op te kunnen
stellen.
Voor complexe bedrijven → Double-Entry Bookkeeping
Een bladzijde voor een specifieke post is een account (ledger)
Linker bladzijde = Debit
Rechter bladzijde = Credit
Chart of account (rekeningschema) → een logisch opgebouwde inhoudsopgave van je
grootboek. Alle type grootboekrekeningen worden logisch gegroepeerd en hun functie wordt
weergegeven. Zo wordt er voor elke rekening/post gezegd of het op de balans /
resultatenrekening staat en aan welke kant het van een van deze rekeningen staat (Debet of
Credit). De mate van gedetailleerdheid van elke post geeft aan hoeveel je ermee kan doen
en hoeveel kennis je erover hebt.
De mate van detaillering in het grootboek zal uiteindelijk zorgen voor meer overzicht in de
rekeningen. Aan het einde van het jaar kunnen slechte cijfers sneller opgespoord worden.
In de Balance Sheet staat de debet kant op volgorde van liquiditeit = Hoe snel kan het geld
opleveren
Aan de creditkant beginnen we met het eigen vermogen (eigenaren hoeven nog lang niet
betaald te worden). Waarna de langlopende verplichtingen opgevolgd worden door de
kortlopende verplichtingen.
Op een saldibalans vind je de saldi van alle grootboekrekeningen op een bepaald tijdstip.
De saldibalans laat zien dat debet en credit aan elkaar gelijk zijn
,Week 2
Waardekringloop:
geld in kas → inkopen goederen
→ voorraden → te betalen
rekeningen → betalen uit de kas
→ voorraden verkopen →
toename van de vorderingen →
als ze betaald zijn gaat de kas
weer omhoog.
Accounting principles:
- Realisation principle → Omzet verantwoorden als ze gerealiseerd zijn, maar niet
wanneer ze verwacht worden. De kritieke prestatie moet je verricht hebben.
(performance obligation must be satisfied).
- Matching principle → Kosten in de resultatenrekening boeken die bij de omzet horen.
- Prudence principle → Opbrengsten nemen we pas als ze gerealiseerd zijn maar
kosten verwerken we al in de jaarrekening op het moment dat we ze zien aankomen.
(we zijn dus voorzichtig)
- Going-concern principle → We gaan ervan uit dat de onderneming in de huidige
vorm wordt voortgezet.
, Relatie tussen main accounting principles:
1. Beginnen met het vaststellen van de omzet (realisatieprincipe)
2. Bepalen welke kosten horen bij de omzet die we in deze resultatenrekening/periode
geboekt hebben, dus kosten matchen met opbrengsten (matching principle)
Deze twee principes hebben direct consequenties voor de balans (want alle verschillen
tussen cashflows en verschillen tussen opbrengsten en kosten komen terecht als mutaties)
ondanks dat het over de resultatenrekening gaat
3. Kijken of er verliezen of uitgaven zijn die niet gekoppeld kunnen worden aan
toekomstige omzet, zodat je deze alvast kan boeken. (prudence principle)
4. Als je nadenkt over de toekomstige omzet, dan moet je wel veronderstellen dat de
onderneming blijft voortbestaan (going concern principle)
Sales with right of return, hoe
ga je daarmee om?
Hoe ga je om met mensen
die niet betalen?
1. Pas actie ondernemen
als mensen niet
betalen. (Debiteuren
verlagen en nieuwe
kostenpost in de
winst/verlies rekening boeken)
2. Je kan ook gelijk actie ondernemen door
een tussenrekening te creëren. Dan kan je
je debiteuren gelijk houden en maak je een
nieuwe grootboekrekening maken met een
creditsaldo als correctiepost. Hiermee
maak je alvast een verwachting van wat je
terug gaat krijgen. Als er daadwerkelijk niet
betaald wordt dan kan je iets van deze
post afsnoepen, zodat het het verlies van
de debiteuren opvangt. Hierdoor verandert
er niks aan de P&L.
Voor goederen waarbij je niet direct kan zeggen hoe veel je ervoor betaald hebt (olie, zand)
gebruik je een allocatie formule. Hiervoor zijn twee methoden:
- Je kan een gemiddelde kostprijs gebruiken
- ‘inventory cost flow’ assumption’ (FIFO, LIFO)
FIFO geeft je een recente voorraadwaardering.
LIFO geeft je een meest actueel beeld van de cost of goods sold.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daanstork. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.