Celdeling: uit een moedercel worden 2 identieke dochtercellen gevormd, met zelfde genetische
eigenschappen. Belangrijke rol voor organisme. (bij voortplanting, groei en ook cellen vervangen)
Op natuurlijke wijze
Bij ongeslachtelijke voortplanting zijn de nakomelingen identiek aan ouder. Bacteriën en planten
hebben ongeslachtelijke voortplanting in vorm van celdeling. Ongeslachtelijke voortplanting bij
zaadplanten kunnen via uitlopers of uit door knollen met koppen (aardbei en aardappel).
Bolgewassen (tulpen) planten zich dor bollen. Tussen de rokken ontstaat een knop waar een plantje
uit kan komen.
Op kunstmatige wijze
Stekken is bekendste manier. = je snijd stukje van stengel of blad. Daar ontwikkelen wortels. >
nieuwe plant. Weefselstek is manier van stekken. = je pakt een stukje weefsel van plant, legt ze op
voedingsbodem. Cellen delen zich, na een tijd ontstaat er veel weefsel (callus) > weer
weefselstekken.
Celcyclus
Erfelijke eigenschappen liggen vast in DNA. Voordat cel deelt wordt het DNA gekopieerd. Aan het
begin van de celdeling rollen de chromosomen zich op, veel korter en dikker. (zien met lichtmicro).
Na celdeling ontrollen de chromosomen weer en zijn ze niet meer zicht maar met lichtmicro.
Celdeling bij dieren, planten en schimmels begint met deling van cel. Kerndeling = mitose. Uit
moedercel > 2 dochtercellen > plasmagroei > 2 volwassen cellen.
Celcyclus:
-M-fase: kerndeling
(mitose) en
celdeling
-Interfase: periode
tussen 2
celdelingen.
Halverwege wordt
elke DNA molecuul
gekopieerd. -S-fase daarin
wordt kopiëren afgemaakt. (DNA synthese) -
Centromeer: DNA blijft tijdje zitten aan kopie.
-Chromatiden: DNA-moleculen zitten nog aan elkaar.
-G1-fase: periode tussen M- en S- fase.
-G2-fase: periode tussen S- en M-fase.
Mitose
Centrosoom: gebied waarin bij dierlijke cellen 2 cilindertjes van eiwitten
liggen. In fase 1 van mitose, (profase), verdubbelt centrosoom en spiraliseert
DNA. In fase 2 van mitose, (prometafase), verdwijnt kernmembraam en elke
, centrosoom gaat naar 1 van 2 kanten met daartussen trekdraden (Microtubuli) vormen een koepel
(kernspoel). Mitose fase 3 (metafase) de chromosomen bevinden zich in een vlak tussen beide
centrosomen. Microtubuli hechten zich aan centromeren van chromosomen. In mitose fase 4
(anafase), de chromotiden worden van elkaar gescheiden. In mitose fase 5 (telofase), vormt zich een
kernmembraan en er ontstaan twee kernen. Er ontstaan 2 cellen.
Geslachtelijke voortplanting (basisstof 2)
Celfusie
Celfusie= versmelting van 2 cellen. > inhoud komt samen. Nieuwe cel heeft informatie van beide
cellen (dubbele chromosomen). Bij de productie van gameten of geslachtscellen vindt de reductie
van het aantal chromosomen. Somatische cellen: geen geslachtscellen.
Meiose
Bij bevruchting fuseren 2 gameten. Gameten zijn haploïde cellen: elke gameet bevat volledige set
chromosomen. Een zygote (bevruchte eicel) bevat 2 sets > diploïde cellen, elk chromosoom 2 keer.
Organisme die zich geslachtelijk voortplanten hebben speciale organen (teelballen, eerstokken). Hier
ontstaat uit 1 diploïde cel twee haploïde dochtercellen. > meiose. Tijdens meiose 1 deelt een
diploïde cel zich in 2 haploïde cellen. Door meiose 2 ontstaan uit deze 2 haploïde cellen 4
dochtercellen > gameten.
Zaadcellen
Bij mannen zaadcellen > testes (teelballen). Die bevat sterk gekronkelde zaadbuisjes, daar liggen
cellen in die zichzelf delen. Daar ontstaan zaadcellen uit. De vorming heet spermatogenese. De
zaadcellen komen in bijbal terecht > daar tijdelijk opgeslagen.
Eicellen
Bij vrouwen eicellen > ovaria (eierstokken). Het ontstaan van eicel > Oögenese. Meisje geboren dan
zitten miljoenen cellen in ovaria waaruit zich alle eicellen zullen ontwikkelen. > beginstadia van
meiose > diploïd. Er zit blaasje om eicel heen. > follikel. Follikel neemt vocht op en gaat dan verder
met meiose. De eicel deelt zich uiteindelijk ongelijk in 2 haploïde cellen. Kleine cel > poollichaampje.
Follikel wordt groot en barst open uit het ovarium. > Ovaluatie (eisprong). De eicel wordt
opgevangen door trechter en door beweging van trilharen en van spieren van eileider worden ze
vervoerd in richting van baarmoeder. > halverwege meiose 2. Er ontstaat opnieuw een
poollichaampje. Na ovulatie eicel 12 tot 24 uur in leven. > geen bevruchting dan sterft cel af. > wel
bevruchting dan wordt meiose 2 afgerond.
Bevruchting
Er gaan heel veel eicellen dood in vagina. Toch lukt het sommige zaadcellen de baarmoedermond te
bereiken en vandaar via de baarmoeder naar de eileiders te zwemmen. Als eicel in eileider is >
bevruchting. Eicel is dan omgeven door voedingscellen. Eiwitten uit kop van zaadcel maken een gat
in de geleilaag > herkenningsreactie. Vervolgens bindt de kop zich aan celmembraan > bevruchting.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophie20. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.75. You're not tied to anything after your purchase.