Probleem 1
Leerdoelen
- Wat is motivatie?
o Welke factoren beïnvloeden motivatie?
- Hoe beïnvloedt motivatie je presteren?
- Wat zijn besproken theorieën?
Keywords: self-efficacy theory, goal-setting theory, job characteristics theory, expectancy
theory, equity theory and need theories
Motivatie → betreft de condities die verantwoordelijk zijn voor variaties in intensiteit,
persistentie, kwaliteit en richting van doorlopend gedrag.
Historie
Oorsprong van theorieën richtte zich op instincten maar dit hield geen rekening met het
individueel en de omgeving
- Maslow stelde een behoeftetheorie (need theory) voor die een oneindig aantal
"instincten" verving door een specifieke reeks behoeften → need → Interne
motivatie waarvan wordt gedacht dat deze aangeboren en universeel aanwezig is bij
mensen. De behoeftetheorie van Maslow zorgde ervoor dat de omgeving een rol
speelde bij gemotiveerd gedrag door te suggereren dat wanneer een reeks
behoeften werd vervuld door omgevingsfactoren, de volgende hogere reeks
behoeften werd geactiveerd.
- De (behaviorist approach, Skinner) behavioristische benadering legde de nadruk
voor gedrag direct op de omgeving in plaats van op interne behoeften of instincten.
De meningsverschillen tussen de behavioristen en niet-gedragsdeskundigen werden
bekend als de controverse tussen natuur en opvoeding
- Cognitieve theorieën
Metaforen (Weiner)
- Persoon-als-machine (passief): motivatie is een onbewust proces waarbij een
individu automatisch reageert op interne (behoeften of drang) of externe
(beloningen) stimuli → maslow
- Persoon-als-god-achtige (scientist) (actief): mensen zijn rationele wezens die
informatie kunnen vergaren en analyseren en beslissingen maken op basis van
informatie → equity theory,
Welke factoren beïnvloeden motivatie
- Persoonlijkheid
o Neuroticism (emotioneel onstabiel) → negatieve correlatie
o Conscientiousness → positieve correlatie
, o Gewetensvolle en emotioneel stabiele individuen stelden meer uitdagende
doelen, waren eerder geneigd te geloven dat hard werken tot beloningen zou
leiden en hadden meer vertrouwen in hun vermogen om een taak of baan te
volbrengen
o Locus of control (LOC)→ verwijst naar de omvang of een individueel kijkt naar
de resultaten die het gevolg zijn van hun eigen acties ( interne LOC) of vanuit
externe oorzaken ( externe LOC)
▪ Mensen met interne LOC denken dat zij de omgeving kunnen beheren
→ positieve correlatie met motivatie
▪ Mensen met externe LOC denken weinig invloed te hebben
- Performance
- the equity rule is dominant, as it is believed to be the one most conducive to individual
performance
Person as machine theories
Need theory
Maslow stelde dat alle mensen een basis set behoeften heeft en dat deze behoefte zich
uitdrukken over de levensduur van het individu als interne duwtjes of drijfveren →
Maslow’s need theory → gedurende door je leven doorloop je verschillende behoeften. Er
zijn er 5. Waarbij de eerste de laagste behoeften zijn en de laatste (5de) de grootste.
1. Physiological needs
2. Security needs
3. Love or social needs
4. Esteem needs (waardering/respect)
5. Self-actualization needs
In de Maslows-theorie zouden individuen gemotiveerd zijn om aan de meest basale reeks
onvervulde behoeften te voldoen. Dus als iemands fysiologische en veiligheidsbehoeften
vervuld waren, zou het individu energie verbruiken om te proberen in de liefdesbehoeften te
voorzien. Wanneer aan de liefdesbehoeften werd voldaan, zou het individu gemotiveerd
worden door omstandigheden die zouden voldoen aan de behoeften van respect, enzovoort.
,Als een behoefte op een lager niveau weer opduikt die ooit was bevredigd, zou de persoon
onmiddellijk terugkeren naar acties die zouden kunnen voldoen aan die nu ontevreden
behoefte op een lager niveau
Kritiek →
- Lastig vast te stellen wat het nou voorspelt.
- Weinig onderzoek naar gedaan
Two factor theory ( Herzberg)
Volgens deze theorie ontstaat motivatie door de taak zelf. Herzberg onderscheidde twee
relevante factoren die niet hiërachisch zijn, maar onafhankelijk van elkaar.
- Hygiene factoren ( Maslows fysieke en veiligheidsbehoeften) → aspecten voor
basisbehoeften, zoals salaris, supervisie, collega’s, etc. Voldoening aan deze
behoeften zou niet leiden tot motivatie of voldoening voor het werk, wel zouden ze
teleurstelling voorkomen.
- Motivator factoren ( Maslows sociale, achtende en actualiserende behoeften) →
aspecten om te willen groeien zoals, iets bereiken, erkenning, verantwoordelijkheid
en de taak zelf. Voldoening aan deze behoeften zou leiden tot motivatie
Reinforcement theory (externe theorie) Skinner.
Gedrag is het resultaat van beloningen of reïnforcement. In tegenstelling tot de need-
theorieën, is motivatie het resultaat van omgevingsfactoren, meer dan intern gegenereerd.
Grootste leerstelling is de law of effect van Thorndike: de waarschijnlijkheid dat gedrag
voorkomt is hoger naarmate het gedrag gevolgd word door een beloning of reïnforcement.
Beloningen kunnen tastbaar (geld) zijn als ontastbaar (lof)
Gedrag hangt af van
1. Stimulus
2. Reactie
3. Beloning
• Eerste stelling: contigent rewards beloning hangt af van de reactie
• Tweede stelling: schedule of rewards
o Continious rewards: elke keer nadat het juiste gedrag is vertoond volgt er een
beloning
o Intermittent rewards: soms wordt correct gedrag beloond → leidt tot betere
prestaties
Person as scientist theories
Equity theory (Adams)
Suggereerde dat individuen naar hun wereld kijken in termen van vergelijkende inputs en
resultaten. Individuen vergelijken hun in- en uitkomsten met die van anderen door een
input / uitkomstverhouding te ontwikkelen. Ze kijken naar wat ze investeren in werk en wat
, ze ervoor terug krijgen. Als de verhouding tussen werk en uitkomst niet gelijk is, dan
ontstaat er spanning bij de persoon.
Kritiek
- Wat is een outcome? Wat is een input?
- Met wie moet je vergelijken?
- Kan een outcome een input worden ( bijv. toegang tot een training programma naar
een toenemende vermogen.)
Person as intentional approaches
Goal setting theory (Locke)
Theorie waarin het algemene concept van een doel is aangepast aan werkmotivatie. In deze
benadering wordt een doel gezien als een motiverende kracht, en individuen die specifieke,
moeilijke doelen stellen presteren beter dan individuen die simpelweg een '' doe je best ''
doel of helemaal geen doel aannemen.
Vier manieren waarmee een goal gedrag kan beïnvloeden
1. Direction: goals trekken aandacht en actie voor gedrag dat men nodig denkt te
hebben om een goal te bereiken
2. Effort: goals stimuleren om moeite te besteden aan een taak
3. Persistence: goals verhogen doorzettingsvermogen, hierdoor wordt er meer tijd
besteed aan een taak.
4. Strategy: goals motiveren om strategieën te zoeken waarmee men de goal kan
bereiken
Verschillende factoren moeten aanwezig zijn voor doelen bepalen, als ze effectief willen zijn
voor verbetering van de werkproductiviteit:
1. Commitment → werknemers moeten de doelen accepteren van de werkgever
2. Feedback → belangrijk omdat het werknemers verteld of ze dichterbij komen of
verder van hun goal gaan → ook wel feedback loop (denk aan thermosstaat)→
verband tussen kennis van resultaten en de tussenliggende toestanden die optreden
tussen doel commitment en prestatie. Maakt de theorie veel dynamischer door te
veronderstellen dat door feedback een persoon ook tussenliggende fasen van een
gedrag kan aanpassen, om het gedrag in overeenstemming te brengen met de
standaard.
a. Control theory → Deze theorie bouwt voort op het feedback principe. Deze
theorie veronderstelt dat een persoon de goal (verwachte vooruitgang)
vergelijkt met de actuele uitkomst en zijn gedrag aanpast of het doel om de
uitkomst in overeenstemming met de goal of actuele uitkomst te brengen.
Bij mensen werkt dit via self-regulation → is vergelijkbaar met control theorie.
Het betekent dat individuen informatie over gedrag opnemen en op basis van die informatie
bijsturen, net zoals de thermostaat informatie opneemt en bijstuurt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jenthewestra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.99. You're not tied to anything after your purchase.