100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Examen

SK oefenbundel 4V opgaven

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
107
Grado
A+
Subido en
14-03-2022
Escrito en
2021/2022

Hoofdstuk 1: Reactievergelijkingen 1.1 Reactievergelijkingen kloppend maken In klas 3 heb je kennis gemaakt met reacties. Een reactie (of languit “chemische reactie”) is een gebeurtenis, waarbij één of meer stoffen verdwijnen en één of meer nieuwe stoffen ontstaan. Een reactie kun je weergeven met een reactieschema in woorden, bijvoorbeeld: methaan (gas) + zuurstof (gas) → koolstofdioxide (gas) + water (vloeibaar) Later in klas 3 leerde je, dat elke stof zijn eigen moleculen heeft. Een molecuul bestaat uit atomen. Bij een reactie verdwijnen de stoffen vóór de pijl, dus hun moleculen kunnen ook niet blijven bestaan. De stoffen na de pijl ontstaan, dus van die nieuwe stoffen moeten moleculen worden opgebouwd. De nieuwe moleculen worden gemaakt met dezelfde atomen, waar de oude moleculen van waren gemaakt. Dus: de moleculen veranderen (verdwijnen en ontstaan), maar de atomen blijven altijd bestaan1 . Omdat de nieuwe moleculen worden gemaakt van de atomen uit de oude moleculen, moet je voor en na de reactie precies evenveel van elke atoomsoort hebben. Je moet dus gaan vergelijken hoeveel atomen van elke soort je vóór en ná de reactie hebt. Zo’n vergelijking voer je uit door middel van een reactievergelijking. Neem als voorbeeld de bovenstaande reactie (de reactie tussen methaan en zuurstof): Je hebt moleculen methaan ofwel CH4 en moleculen zuurstof ofwel O2 vóór de reactie. Die moleculen verdwijnen (worden afgebroken) en van de resten worden nieuwe moleculen gemaakt, namelijk moleculen koolstofdioxide ofwel moleculen CO2 en watermoleculen ofwel moleculen H2O. In een schema: methaan (gas) + zuurstof (gas) → koolstofdioxide (gas) + water (vloeibaar) CH4 (g) + O2(g) → CO2(g) + H2O(ℓ) Je ziet al snel, dat je met één molecuul CH4 en één molecuul O2 niet uitkomt. Je hebt na de reactie nog twee H-atomen over (van de 4 H’s uit CH4 komen er maar 2 in H2O terecht). En ook het aantal O-atomen voor en na de pijl is niet gelijk. Misschien is het verleidelijk om H2O na de pijl te veranderen in H4O. Dan heb je immers precies alle H-atomen uit het CH4-molecuul gebruikt. Maar... je zou dan een andere stof hebben gemaakt dan water! En dat is niet zo: er ontstaat echt de drinkbare stof water, die uit moleculen H2O bestaat en niet uit moleculen H4O. Je mag dus nooit doen alsof er andere stoffen ontstaan en dus ook nooit de kleine getallen in een formule veranderen. (die kleine getallen heten overigens de “index”, meervoud: “indices”) 1 Atomen kúnnen door bepaalde oorzaken of soms spontaan wel in andere atomen veranderen, maar a) de oorzaken daarvoor moeten heel extreem zijn, bijvoorbeeld een extreem hoge temperatuur, of b) atomen die spontaan in andere atomen veranderen, bekijken we eigenlijk bij scheikunde zelden. Veranderingen van het ene atoom in het andere atoom worden bij natuurkunde behandeld (kernreacties, radio-activiteit). 4 Wat wél mag, is het aantal moleculen veranderen. Dat doe je door het getal vóór een molecuulformule te veranderen (dat getal noemen we de “coëfficient”). De 4 H-atomen uit CH4 worden dus kennelijk gebruikt om twee moleculen water te maken: 2 H2O. Waarom mag dit dan wél? Simpel: al zou er maar een druppel water ontstaan, één druppel water bestaat al uit miljarden maal miljarden watermoleculen. Er ontstaan er dus echt heus wel twee (zelfs véél meer dan dat!). Je verzint er dus echt niet zomaar moleculen water bij. Het zijn alleen wel altijd juist díe specifieke moleculen H2O en geen moleculen HO of H3O of H4O of H2O2 of weet-ik-veel-wat. Op dezelfde manier moet je proberen uit te puzzelen, hoe je het aantal C-atomen voor en na de pijl hetzelfde kunt maken, en ook het aantal O-atomen moet je gelijkmaken. In dit geval is het eindresultaat: CH4 (g) + 2 O2(g) → CO2(g) + 2 H2O(ℓ) Het getal 1 laten we altijd weg. CO2 na de pijl betekent dus één molecuul CO2, maar we schrijven dat niet als 1 CO2 . Tel het aantal atomen van elke atoomsoort maar na: - links één C-atoom en rechts één C-atoom (zwarte bolletjes) - links vier H-atomen en rechts vier H-atomen (..... bolletjes) - links ... O-atomen en rechts ... O-atomen (..... bolletjes) (ga zelf na of je het juiste aantal kunt tellen. Zo niet: vraag je docent) Je zou de reactie ook zó kunnen opschrijven: 2 CH4 (g) + 4 O2(g) → 2 CO2(g) + 4 H2O(ℓ) Dit mag echter niet. De afspraak is namelijk, dat je de kleinste gehele getallen voor de formules zet: - de kleinste getallen, want dat houdt het wel zo simpel; - gehele getallen, want “halve moleculen bestaan niet”. Samenvatting: - bij een reactievergelijking vergelijk je het aantal atomen voor en na de reactie: dat moet gelijk worden voor elke atoomsoort; - je mag indices (de kleine getallen in de formules) nooit veranderen, want dat verander je de stoffen; - je mag coëfficienten (getallen vóór de formules) wél aanpassen; zoek uiteindelijk naar de kleinste gehele getallen - controleer altijd aan het einde nog even, of het voor elke atoomsoort klopt. 5 Opgave: 1.1) Neem de volgende vergelijkingen over en maak daarna kloppend: a) ...C2H4 (g) + ....O2(g) → ...CO2(g) + ....H2O(ℓ) b) ...N2 (g) + ...H2 (g) → .... NH3(g) c) ...Mg (s) + ...O2(g) → ....MgO(s) d) ...Fe(s) + ...O2(g) → ....Fe2O3(s) e) ...C(s) + ...O2(g) → ...CO(g) f) ...PbO4(s) → ...Pb (s) + ...O2(g) h) ...NO3(g) → ...N2(g) + ...O2(g) i) ...Fe2O3(s) + ...C(s) → ...FeO (s) + ...CO2(g)

Mostrar más Leer menos
Institución
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Grado

Información del documento

Subido en
14 de marzo de 2022
Número de páginas
107
Escrito en
2021/2022
Tipo
Examen
Contiene
Preguntas y respuestas

Temas

Vista previa del contenido

SK OEFENBUNDEL 4V OPGAVEN

Oefenstof
Scheikunde
HAVO4 / VWO4

,INHOUDSOPGAVE


HOOFDSTUK 1: REACTIEVERGELIJKIN
1.1 Reactievergelijkingen kloppend maken ...................................................................................................3
1.2 Coëfficienten die geen gehele getallen zijn..............................................................................................6
1.3 Reactievergelijkingen opstellen ............................................................................................................. 7
HOOFDSTUK 2: ATOOMBOUW EN IONEN 10
2.1 Atoombouw ............................................................................................................................................ 10
2.2 Isotopen ................................................................................................................................................. 11
2.3 Ionen...................................................................................................................................................... 12
2.3 Samengestelde ionen ............................................................................................................................. 14
ZOUTOPLOSSINGEN................................................................................ 15
3.1 Soorten stoffen, zouten en zoutformules ................................................................................................ 15
3.2 Enkele belangrijke opmerkingen over zouten en zoutformules.............................................................. 17
3.3 Zouten in water: oplossen en indampen ................................................................................................ 20
HOOFDSTUK 4: SCHEIDINGSMETHODEN ............................................................................................... 22
4.1 Mengsels................................................................................................................................................ 22
4.2 Scheiden is geen reactie ........................................................................................................................ 24
4.3 Manieren om mengsels te scheiden ....................................................................................................... 25
HOOFDSTUK 5: AARDOLIE .......................................................................................................................... 26
5.1 Samenstelling aardolie .......................................................................................................................... 26
5.2 Het scheiden van het mengsel aardolie: gefractioneerde destillatie ..................................................... 27
5.3 Reacties met stoffen uit aardolie: kraken .............................................................................................. 29
HOOFDSTUK 6: ATOOMBINDING EN STRUCTUURFORMULES ........................................................ 32
6.1 Bindingen: algemeen ............................................................................................................................. 32
6.2 Atoombinding, covalentie en structuurformules .................................................................................... 34
HOOFDSTUK 7: KOOLSTOFVERBINDINGEN I: ALKANEN EN CYCLO-ALKANEN ..................... 36
7.1 Afbakening van en belang van koolstofverbindingen ............................................................................ 36
7.2 Alkanen.................................................................................................................................................. 37
7.3 Naamgeving van koolstofverbindingen.................................................................................................. 40
7.4 Isomeren ................................................................................................................................................ 42
7.5 Reacties van alkanen ............................................................................................................................. 43
* 7.6 Cycloalkanen ...................................................................................................................................... 44
HOOFDSTUK 8: KOOLSTOFVERBINDINGEN II: ALKENEN, ALKYNEN EN AROMATEN ........... 45
8.1 Verzadigde en onverzadigde verbindingen............................................................................................ 45
8.2 Alkenen .................................................................................................................................................. 46
8.3 Reacties van alkenen ............................................................................................................................. 48
* 8.4 Alkynen en reacties van alkynen......................................................................................................... 50
* 8.5 Aromatische koolstofverbindingen ..................................................................................................... 51
HOOFDSTUK 9: EEN COMBINATIE-OPGAVE.......................................................................................... 54
HOOFDSTUK 10: NEERSLAGREACTIES VAN ZOUTEN ........................................................................ 56
10.1 Een herhaling ...................................................................................................................................... 56
10.2 Neerslagreacties .................................................................................................................................. 57
10.3 Toepassingen van neerslagreacties ..................................................................................................... 59




1

,HOOFDSTUK 11: REKENEN MET MASSA’S.............................................................................................. 60
11.1 Atoombouw: een herhaling.................................................................................................................. 60
11.2 Atoommassa, ionmassa en molecuulmassa ......................................................................................... 62
11.3 Rekenen met een gegeven massaverhouding ....................................................................................... 63
11.4 Zélf massaverhoudingen vaststellen .................................................................................................... 66
HOOFDSTUK 12: REKENEN MET DICHTHEID ........................................................................................ 68
12.1 Dichtheid en volume ............................................................................................................................ 68
12.2 Rekenen met volume ............................................................................................................................ 69
12.3 Rekenen met dichtheid ......................................................................................................................... 71
HOOFSTUK 13: REKENEN MET MOL ........................................................................................................ 73
13.1 De eenheid mol en de molaire massa .................................................................................................. 73
13.2 De eenheid mol bij metalen en zouten ................................................................................................. 76
13.3 Mol en massa....................................................................................................................................... 77
HOOFDSTUK 14: COMBINATIE-OPGAVEN REKENEN I: DICHTHEID EN MOL............................. 79
HOOFDSTUK 15: BINDINGEN....................................................................................................................... 82
15.1 Bindingen “in” of “tussen”................................................................................................................. 82
15.2a “Bindingen” voor het HAVO............................................................................................................. 83
* 15.2b “Bindingen” voor het VWO............................................................................................................ 86
15.3a Oefenopgaven voor HAVO bij Pulsar-Chemie hoofdstuk 6............................................................. 91
* 15.3b Oefenopgaven voor VWO bij Pulsar-Chemie hoofdstuk 6............................................................ 94
* HOOFDSTUK 16: GASDRUK EN REKENEN AAN GASSEN ............................................................... 95
16.1 Algemene definitie van druk .............................................................................................................. 95
16.2 Gasdruk en drie gaswetten ................................................................................................................ 95
16.3 De algemene gaswet .......................................................................................................................... 97
16.4 Het molair gasvolume........................................................................................................................ 98
16.5 Standaardtemperatuur en -druk ........................................................................................................ 98
16.6 Ideaal en niet-ideaal gedrag.............................................................................................................. 99
16.7 Opgaven............................................................................................................................................. 99
MOLVERHOUDINGEN ....................................................................... 100
17.1 Rekenen aan reacties: een terugblik en een alternatief ..................................................................... 100
17.2 De molverhouding bij reacties........................................................................................................... 100
17.3 Rekenen met massa’s via de molverhouding ..................................................................................... 102
* 17.4 Rekenen met concentraties ............................................................................................................. 104
* 17.5 Combinatie-opgaven rekenwerk voor VWO ................................................................................... 106
OPLOSSINGEN VAN DE OPGAVEN........................................................................................................... 107
Oplossingen Hoofdstuk 01.......................................................... ..................................................................... 107
Oplossingen Hoofdstuk 02.......................................................... ..................................................................... 109
Oplossingen Hoofdstuk 03.......................................................... ..................................................................... 110
Oplossingen Hoofdstuk 04.......................................................... ..................................................................... 112
Oplossingen Hoofdstuk 05.......................................................... ..................................................................... 112
Oplossingen Hoofdstuk 06.......................................................... ..................................................................... 114
Oplossingen Hoofdstuk 07.......................................................... ..................................................................... 116
Oplossingen Hoofdstuk 08.......................................................... ..................................................................... 119
Oplossingen Hoofdstuk 09.......................................................... ..................................................................... 121
Oplossingen Hoofdstuk 10.......................................................... ..................................................................... 122
Oplossingen Hoofdstuk 11.......................................................... ..................................................................... 124
Oplossingen Hoofdstuk 12.......................................................... ..................................................................... 128
Oplossingen Hoofdstuk 13.......................................................... ..................................................................... 130
Oplossingen Hoofdstuk 14.......................................................... ..................................................................... 131
Oplossingen Hoofdstuk 15.......................................................... ..................................................................... 134
Oplossingen Hoofdstuk 16.......................................................... ..................................................................... 139
Oplossingen Hoofdstuk 17.......................................................... ..................................................................... 140
2

, Hoofdstuk 1: Reactievergelijkingen
1.1 Reactievergelijkingen kloppend maken
In klas 3 heb je kennis gemaakt met reacties. Een reactie (of languit “chemische reactie”) is een
gebeurtenis, waarbij één of meer stoffen verdwijnen en één of meer nieuwe stoffen ontstaan. Een
reactie kun je weergeven met een reactieschema in woorden, bijvoorbeeld:

methaan (gas) + zuurstof (gas) → koolstofdioxide (gas) + water (vloeibaar)

Later in klas 3 leerde je, dat elke stof zijn eigen moleculen heeft. Een molecuul bestaat uit
atomen. Bij een reactie verdwijnen de stoffen vóór de pijl, dus hun moleculen kunnen ook niet
blijven bestaan. De stoffen na de pijl ontstaan, dus van die nieuwe stoffen moeten moleculen
worden opgebouwd. De nieuwe moleculen worden gemaakt met dezelfde atomen, waar de
oude moleculen van waren gemaakt.
Dus: de moleculen veranderen (verdwijnen en ontstaan), maar de atomen blijven altijd bestaan1.

Omdat de nieuwe moleculen worden gemaakt van de atomen uit de oude moleculen, moet je
voor en na de reactie precies evenveel van elke atoomsoort hebben. Je moet dus gaan vergelijken
hoeveel atomen van elke soort je vóór en ná de reactie hebt. Zo’n vergelijking voer je uit door
middel van een reactievergelijking.

Neem als voorbeeld de bovenstaande reactie (de reactie tussen methaan en zuurstof):

Je hebt moleculen methaan ofwel CH4 en moleculen zuurstof ofwel O2 vóór de reactie. Die
moleculen verdwijnen (worden afgebroken) en van de resten worden nieuwe moleculen gemaakt,
namelijk moleculen koolstofdioxide ofwel moleculen CO2 en watermoleculen ofwel moleculen
H2O.

In een schema:

methaan (gas) + zuurstof (gas) → koolstofdioxide (gas) + water (vloeibaar)

CH4 (g) + O2(g) → CO2(g) + H2O(ℓ)

Je ziet al snel, dat je met één molecuul CH4 en één molecuul O2 niet uitkomt. Je hebt na de reactie
nog twee H-atomen over (van de 4 H’s uit CH4 komen er maar 2 in H2O terecht). En ook het
aantal O-atomen voor en na de pijl is niet gelijk.

Misschien is het verleidelijk om H2O na de pijl te veranderen in H4O. Dan heb je immers precies
alle H-atomen uit het CH4-molecuul gebruikt. Maar... je zou dan een andere stof hebben gemaakt
dan water! En dat is niet zo: er ontstaat echt de drinkbare stof water, die uit moleculen H2O
bestaat en niet uit moleculen H4O. Je mag dus nooit doen alsof er andere stoffen ontstaan en dus
ook nooit de kleine getallen in een formule veranderen.
(die kleine getallen heten overigens de “index”, meervoud: “indices”)


1 Atomen kúnnen door bepaalde oorzaken of soms spontaan wel in andere atomen veranderen, maar a) de oorzaken

daarvoor moeten heel extreem zijn, bijvoorbeeld een extreem hoge temperatuur, of b) atomen die spontaan in andere
atomen veranderen, bekijken we eigenlijk bij scheikunde zelden. Veranderingen van het ene atoom in het andere
atoom worden bij natuurkunde behandeld (kernreacties, radio-activiteit).



3
$3.54
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
bmm7203 Harvard University
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
105
Miembro desde
3 año
Número de seguidores
81
Documentos
789
Última venta
1 semana hace

3.0

24 reseñas

5
8
4
3
3
3
2
1
1
9

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes