Deel I: Kerk en samenleving (10e-16e eeuw)
1. Hoe verspreidde het katholicisme zich in Europa tijdens de volle en
late middeleeuwen?
1.1 Hoe geraakten Oost-Europa en Scandinavië gechristianiseerd?
Kaart 36 De uitbreiding van het christendom (1e – 11e eeuw)
• Scandinavië (=evolutie)
o 948: Otto I bouwt bisdommen in Denemarken
o 1000: Zweden IJsland bekeren
o 12e & 13e eeuw: Finland
o Vredevol
o Aspecten heidense geloof naast katholieke geloof
o Hebben aantrekkingskracht naar christelijke heilsboodschap & egalitaire elementen
• Oost-Europa
o Bekering vorsten
▪ Polen 966
▪ Bohemen
▪ Hongarije 985
▪ Kroatië
o Baltische kruistochten
▪ Kerstening volkeren ten zuiden & ten oosten van Oostzee
▪ Heersers Zweden, Denemarken, de Duitse (Teutoonse) Orde & Lijflandse
Zwaardbroeders zagen dit ook als motief om hun grondgebied en invloedsfeer
uit te breiden
▪ Germanisering Slavische volkeren
• Tegelijk: orthodoxe Kerk actief in christianiseren Slavische volkeren
1.2 Wat was de Reconquista?
Kaart 49 De reconquista in Spanje (tot 1492)
= 800 jaren durende strijd die heerste tussen moslims en christenen
• 8e eeuw: katholieke christenen, moslims en joden leven vredig samen onder leiding van
Ommajaden
• Almovariden (1085 – 1146) & Almohaden (1146 – 1269) aan de macht → verplichten Joden en
christenen om zich te bekeren en anders moeten ze Andalusië verlaten
• Belangrijke impuls Iberische katholieke vorstendommen om strijd tegen islamitische vijand te
intensifiëren door
o Toenemende onverdraagzaamheid tegen christenen
o Groeiend belang Santiago de Compostella als bedevaartsoord
• 1212 nederlaag voor Islamieten in Las Navas de Tolosa → koninkrijk Castilië veroverd Andalusië,
koninkrijk Aragon veroverd Valencia & Balearen
• 1492: Granada veroverd door katholieke vorstenpaar Ferdinand II van Aragon & Isabella van
Castilië
1
,GES Middeleeuwen & vroegmoderne tijd
1.3 Op welke grenzen botste de westerse kerk op het einde van de middeleeuwen?
kaart 60 De westerse kerk in de Middeleeuwen (1000 – 1500)
De uitbreiding van de westerse – ook wel: Latijnse – christenheid viel stil omstreeks 1300: Noord-,
West- en Midden-Europa behoorden tot de rooms-katholieke Kerk. Griekse en orthodoxe
missionarissen hadden Oost-Europa en de Balkan gekerstend. Hoewel de islam terrein verloor op het
Iberische schiereiland, en zelfs vanaf 1492 er helemaal verdreven werd, won deze religie terrein in
het Oosten. Met het einde van de kruisvaarderstaten kwam een einde aan een relatief korte en
geografisch beperkte katholieke heerschappij in het Midden-Oosten. De inname van Constantinopel
betekende het einde van de oosters-orthodoxe Kerk als officiële religie in Klein-Azië, en een
uitvalsbasis voor de islamitische sultans naar Europa toe. In de vroegmoderne tijd zou het
Ottomaanse rijk zijn grondgebied uitbreiden naar Oost- en Zuid-Europa.
2. Waarom kwam het tot een breuk tussen de kerk en de wereldlijke
vorsten in de volle en late middeleeuwen?
2.1 Waarom was Cluny een belangrijke kerkelijke hervormingsbeweging?
• Abdij van Cluny
o 910 opgericht
o IJverde naar herstel van de zuivere regel van Benedictus (480 – ca. 547), ora et labora
o Omslachtige liturgie
o 1ste klooster waar van het bidden voor het zielenheil door derden een heuse
bedrijfsactiviteit werd gemaakt
o Lag mee aan basis van de godsvredebeweging:
▪ Vanaf 11e eeuw
▪ Samenwerking met plaatselijke machthebbers
▪ Doel: geweld en misdaad terugdringen
▪ Bisschoppen en abten gingen in synoden regels opstellen ter beteugeling van dat
geweld
▪ Platteland leed onder roofridders die rooftochten en overvallen op reizigers en
dorpelingen gebruikte om rijk te worden → ridderbenden hadden vaak
onderlinge vetes
▪ Uitvaardiging godsbestanden = verboden om te vechten tijdens zondagen en
kerkelijke feestdagen → later ook zaterdagen, advent, vasten etc.
▪ Godvredes verbieden geweldpleging in dagelijks leven → overtreders werd in
kerkelijke ban geslagen + bestraft door wereldlijke machthebbers
• Lokale heren + ruiters uitgenodigd om zich te engageren via plechtige
eed en zich in hun onderlinge strijd niet te vergrijpen aan weerloze
maatschappelijke groepen:
o Geestelijken
o (ongehuwde) vrouwen
o Kinderen
o Pelgrims
o Kooplieden en andere reizigers
o Boeren
→ Kritiek: Cluny nam koninklijke taken op
• Allerzielen werd geïntroduceerd door Odilo (998 – 1049) nog voor de komst van het Laatste
Oordeel
2
,GES Middeleeuwen & vroegmoderne tijd
• Begraafplaats voor gelovigen die (tegen betaling) begraven wilden worden in de kloostergrond
• Dankte bijzonder positie aan
o Het overbrengen van haar hervormingen op andere kloosters
→ 1100: de ecclesia clunicensis telt meer dan 1000 kloosters over heel Europa
o Bijzondere vorm van exemptie. Cluny was onttrokken aan bisschoppelijke supervisie en
aan elke vorm van wereldlijke gezagsuitoefening. Het maakte van Cluny een koninkrijk
binnen het koninkrijk en een bolwerk in de vrijheidsstrijd van kerkelijke instellingen
tegen wereldlijke inmenging.
o Bijzondere relatie met Rome en met de voornaamste apostelen, Petrus en Paulus.
981 relieken van heiligen overgebracht van Rome naar Cluny → alternatief voor Rome-
pelgrims → toename landschenkingen
o Haar uitstraling als centrum van (god)geleerdheid en intellectuele vorming tot bij de
koningen en pausen toe
• Andere grote benedictijnenabdijen (bv. Monte Cassino) hielden zicht afzijdig van cluniacenzische
hervormingen
• Kerkelijke hervormingsbeweging
o Verspreid met succes over West-Europa
o Gevolg:
▪ Herstel pauselijk gezag
▪ Religieuze en morele revitalisering van het christendom
2.2 Wat hield de Gregoriaanse hervorming in?
= Grote herstelbeweging van de sterker wordende katholieke Kerk na de IJzeren Eeuw (ca. 1049 –
1122) → genoemd naar paus Gregorius VII (1073 – 1085)
• Pepijn de Korte verwierf koningskroon + (zoon) Karel de Grote verwierf keizerskroon, beide met
medewerking v/d paus → koningschap & pausdom intens verbonden → paus schatten eigen
positie hoger in dan koningen
• 10e eeuw = crisis: pausen bezondigen zich aan gewelddaden en hielden een liederlijke levensstijl
op na → aantasting pauselijk gezag → Oost-Frankische keizers bemoeien zich door het pausdom
te hervormen en hun eigen vertrouwelingen paus te maken → positie keizers hoger dan paus
• Invloed wereldlijke vorsten in Heilige Roomse Rijk groot → abten & bisschoppen (=
vertrouwelingen v/d koning) kregen bestuurlijke taken → combinatie geestelijke en wereldlijke
macht (= rijkskerkensysteem)
• Gedrag liet te wensen over
o Concubinaat = een buitenechtelijke samenleving van enige duur
o Hebzucht
o Verwaarlozen van geestelijke plichten
o Rijksbisschoppen namen wapens op en vergoten bloed (militaire opdrachten keizer)
o Lekeninvestituur veroorzaakte simonie
Groeiend besef dat de inmenging van de wereldlijke
vorsten een halt toegeroepen moest worden
• Monnik Hildebrand (verbleef jaren in Cluny) wist paus Nicolaas II in 1059 het pauskeuze-decreet
uit te vaardigen = paus wordt door kardinalen (= bisschoppen uit onmiddellijke omgeving Rome)
verkozen → keizer werd buitenspel gezet
3
, GES Middeleeuwen & vroegmoderne tijd
• Hildebrand verkozen in 1073 tot paus → pausnaam = Gregorius VII
o Confrontatie met keizer Hendrik IV
▪ Paus bemoeit zich met Saksische oorlogen → koninklijke gezag ondermijnd
▪ Hendrik IV benoemt bisschop van Milaan = druppel die pauselijke emmer laat
overlopen → 1075 Dictatus Papae = investituur én afzetting van bisschoppen kan
enkel door paus gebeuren + de paus kan de keizer afzetten = extreme
herinterpretatie van tweezwaardenleer van paus Gelasius I:
• Wereld verdeeld in 2 machtssferen
o Geestelijke macht
o Wereldlijke macht
• Paus = hoogste macht
Keizer bleef rijksabten en bisschoppen tot wereldlijke bestuurders benoemen
Aanpassing Dictatus: bisschoppen uit het Heilige Roomse Rijk die niet celibatair waren of zich
schuldig maakten aan simonie werden afgezet.
Gregorius VII dreigde Hendrik IV in kerkban te slaan
1076: keizer verklaart in Rijksdag dat Gregorius VII wordt afgezet
Paus zet bisschoppen die in de Rijksdag zetelen af, slaat keizer in kerkban + ontheft onderdanen
keizer van hun eed en trouw aan keizer
Graven en hertogen zien kans om hun macht uit te breiden en dreigen ermee om nieuwe koning te
kiezen als Hendrik IV in kerkban bleef
Hendrik IV voelt zich verplicht om paus te vragen om kerkban op te heffen → Hendrik wordt
ontvangen door paus en abt Hugo van Cluny in de burcht van Canossa in 1077 → verzoek wordt
ingewilligd omdat hij 3 dagen in erbarmelijke winterse omstandigheden had gewacht
Hendrik IV erkende impliciet zijn meerdere in de paus
Strijd laait jaren later terug op: pausen benoemen Duitse tegenkoningen, waaronder Koenraad (=
zoon Hendrik IV)
Hendrik IV benoemt tegenpaus = Clement III → kroont hem tot keizer in 1084
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller robinemichiels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.