ZUID AMERIKA
FYSISCHE GEOGRAFIE
PLATENTEKTONIEK
Zuid-Amerikaanse plaat en Nazca plaat convergeren
Nazca plaat (basalt) is zwaarder dan Zuid-Amerikaanse plaat (graniet) ->
subductie
Oceanische korst schuift onder continentale korst --> komt in asthenosfeer
terecht --> smelt --> gesmolten gesteente stijgt op --> druk in magmakamer -->
druk hoog genoeg --> vulkaanuitbarsting --> explosief vulkanisme
GRONDSTOFFEN
Andesiet : stollingsgesteente dat ontstaat bij explosief vulkanisme in
subductiezone
Ertsen
Fossiele brandstoffen: steenkool, aardolie, aardgas -> wekken energie op
BEPALENDE FACTOREN LANDSCHAP
Breedteligging
Hoe dichter bij evenaar, hoe warmer
Andesgebergte
Noord-zuidoriëntatie: wolken worden opgestuwd -> regen valt voor het gebergte -
> ene kant nat, andere droger.
Zee- en windstromen
Warme zeestroom langs de kust -> geeft warmte af aan omliggende land.
Aanlandige wind -> draagt meer vocht mee.
BELANGRIJKE LANDSCHAPSZONES
Tropisch regenwoud
met name in noordoosten.
Dichtbegroeid bos, hoge luchtvochtigheid.
Tropisch laagland regenwoud (tot 2500 meter hoogte).
Tropisch hoogland regenwoud.
Voorbeeld: Amazone regenwoud Brazilië (Selva).
Savanne (Llanos (Venezuela); Cerrado (Brazilië).
Relatief kale vlakte.
Vooral stekel planten -->minder makkelijk aangevreten.
Steppe (Caatinga/Pampa)
Uruguay en groot deel Argentinië
Groot natuurlijk grasland.
Mangrove
Vooral aan noordoostkust.
Bos met mangrovebomen
Herkenbaar aan wortels die boven het water groeien.
In rivieren die worden beïnvloed door getijdenwerking.
,GEOMORFOLOGISCHE EENHEDEN ZUID-AMERIKA
Hoogland van Guyana:
Oud gebergte, bevindt zich op oud stuk aardkorst wat
bijna niet wordt beïnvloed door tektonische krachten.
Hoogland van Brazilië:
Zeer groot uitgestrekt gebied doorkruist door een aantal
gebergten, Gemiddeld 600 meter boven de zeespiegel.
Plateau van Patagonië:
In het zuiden van Argentinië,
Heuvelachtig gebied dat in het noorden grenst aan de
Pampa’s en in het westen aan het Andesgebergte.
Andesgebergte:
Langgerekte bergketen van het zuidelijkste puntje van
Argentinië tot aan het noorden van Venezuela.
Het Altiplano:
Ook wel de Hoogvlakte van Bolivia, Gemiddelde hoogte
van 3300 meter.
De Orinoco, Amazone en Paraná: Belangrijkste rivieren
van Zuid-Amerika.
RIVIEREN
Belangrijkste rivieren
Orinoco, de Amazone, de Paraná.
Neerslagregiem
Het regiem van een rivier is de hoeveelheid water die in een bepaalde periode
(meestal een jaar) door een rivier stroomt.
Het regiem van deze rivieren wordt voor het grootste deel beïnvloed door
regenval.
Verhang
Hoogteverschil per meter over de loop van het rivierbed.
Bepaalt stroomsnelheid van de rivier.
Ontbossing
Grote invloed op stroomsnelheid rivieren.
Geen bomen die weerstand bieden aan het water --> stroomsnelheid neemt toe.
Trekt minder water de grond in --> land verdroogt mee
Waterkrachtcentrale/hydrocentrale
Soort stuwdam waar water onder grote druk doorheen wordt gelaten --> water
laat een turbine draaien --> opwekken groene stroom.
Nadeel: vissen kunnen er niet goed langs --> slechte invloed ecosysteem rivieren
EL NINO
Invloedrijk natuurverschijnsel in Zuid-Amerika
Afwijking in zeestromen --> water voor de westkust van Zuid-Amerika is tot wel
drie graden warmer dan gewoonlijk.
Gevolgen:
Verhoogde watertemperatuur --> minder voedingsstoffen in zeewater --> minder
vis --> slecht voor visserijlanden westkust Zuid-Amerika.
Verhoogde watertemperatuur --> meer verdamping --> meer regen -->
modderstromen en overstromingen.
Let op! Tijdens El Niño valt in Zuid-Amerika dus aanzienlijk meer regen --> in landen als
Indonesië is het gedurende deze tijd dus veel droger dan normaal.
SOCIALE GEOGRAFIE
OVERHEID
, Oligarchie
Eind 19e/begin 20e eeuw --> meeste landen Zuid-Amerika oligarchisch regime.
Kleine groep bevoorrechte mensen die eigenlijk alle macht in handen heeft.
Motto “Orde en vooruitgang”
Economische vooruitgang, maar onderdrukking bevolking.
Populistische regering
Jaren 30 vorige eeuw.
“Vertegenwoordigers van het volk”
Fel tegen het idee van een kleine groep bevoorrechte mensen.
Democratische regering
Jaren 50 vorige eeuw.
Nadeel: veel instabieler.
Gevolg: militaire staatsgrepen --> leger nam regering over --> dictatuur.
Dictatuur
1 persoon aan de macht.
Slecht voor economie
Gevolg: neoliberalistisch systeem.
Neoliberalisme
Democratisch systeem,
veel invloed op de markt --> goede economie
garanderen individuele vrijheid.
Bevolkingsparticipatie/sociale participatie/bottom-up democratisering: Mate waarin
gewone bevolking deelneemt en invloed uitoefent op het overheidssysteem/bestuur van
een land.
Good Governance
Transparante manier van besturen --> bevolking heeft middelen om beleid
regering te controleren en beoordelen.
Dus soort ideaalbeeld van hoe het overheidssysteem in een democratisch land
werkt.
INTERNATIONALE SAMENWERKING
UNASUR (UZAN)
Unie van Zuid-Amerikaanse Naties.
Eerst 12 lidstaten, nu 5 (verlies vertrouwen in samenwerking).
Politiek links samenwerkingsverband
PROSUR:
Forum voor vooruitgang en ontwikkeling van Zuid-Amerika
Politiek rechts samenwerkingsverband
Ontstaat om tegengewicht te bieden tegen UNASUR
LOKALE INVLOEDEN
Landgrabbing/landroof:
Slechte registratie grondeigendom --> overheid verkoopt grond aan grote buitenlandse
bedrijven terwijl lokale bevolking het al jaren gebruikt --> lokale bevolking moet ineens
uit woning of bedrijf vertrekken.
Cliëntelisme:
Manier om macht te behouden tijdens ontevredenheid volk.
Volk omkopen om stemmen te behouden.
ARM EN RIJK
Favela’s: Ook wel een informal city.
Braziliaans voor sloppenwijk --> illegaal gebouwd en bewoond.
Grondbezitsverhouding: Elite grootste deel van de grond, grote groep arme bevolking
kleinste deel grond.
--> Dus grote mate van sociale polarisatie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ikzitopschool. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.49. You're not tied to anything after your purchase.