1. Inleiding bedrijfseconomie
Het economisch principe
- Met de beschikbare middelen probeert men zoveel mogelijk behoeften te bevredigen
Een bepaald doel probeert men te realiseren door opoffering van zo min mogelijk middelen
(beperkt budget)
1.1. Taak van bedrijfseconomie
- Het economische handelen in een bedrijfshuishouding bestuderen
- => het economische gebeuren verklaren
- studieonderwerp:
o Inzicht verschaffen in de factoren die de winst beïnvloeden
o De onderlinge samenhang tussen deze factoren bestuderen
1.1.1. Opmerking
Bedrijf
- Technisch-organisatorische eenheid
- Combineert de productiefactoren natuur, arbeid en kapitaal met als doel goederen te
produceren of diensten te presteren
Onderneming
- Economisch-juridische eenheid
- Bedient zich van het bedrijf om kapitaal zo renderend mogelijk te maken
- Organisatie die door aanwending van kapitaal streeft naar het behalen van winst
Bv. Eenmanszaak, bvba, nv, vof
2 accountingssystemen
Management accounting financial accounting
Geen jaarrekening Jaarrekening
‘INHOUSE’ ‘OUTHOUSE’
(niet bekendmaken) (bekendmaken vr stakeholders)
Rapportering
- Intern doc. - externe partijen
man. Tool - fin. info
- Fin. + nt fin. Info - verledengerichte, historische
- Toekomst - regelgeving, strict!
(strategische koers) - gedetailleerd
-> richtinggevend
Doel
Rapportering over Rapportering over
beleidsbeslissingen fin. Gezondheidstoestand
budget en masterbudget
, 2. Managementaccounting
= continu verbeteringsproces voor plannen, ontwerpen, toetsen en toepassen van niet-financiële als
financiële informatiesystemen, dat toegevoegde waarde creëert. Dit proces geeft richting aan
activiteiten management, motiveert gedrag, ondersteunt, levert culturele normen en waarden die
nodig zijn om strategische, tactische en operationele doelstellingen van organisatie te bereiken
2.1. Cost Accounting of kostprijsberekening
2 doelstellingen:
- Info over de kostprijs van producten/diensten bekomen voor externe verslaggeving
(productiekostprijs)
- Info nodig met betrekking tot beleidsbeslissingen
(totale kostprijs)
2.2. Cost management
Different costs for different purposes
- Voorraadwaardering
- KT-beslissingen
- Planning
- Controle
- Strategische beslissingen
2.3. Het lange termijnplan (strategisch)
- Grote lijnen voor toekomst uitzetten
o Structuur en omvang van onderneming
o Samenstelling van het assortiment
o Keuze van afzetmarkten
- Bepaling van strategische objectieven op basis van een sterkte/zwakte analyse
- Bepaling hoe onderneming waarde kan creëren via haar producten/diensten voor de
consument
2.4. Het korte termijnplan (operationeel)
Houdt rekening met:
- Gekozen doelstellingen
- Vastgelegde middelen (beschikbare productiecapaciteit, arbeidskrachten, grondstoffen)
- Ondernemingsomgeving (conjunctuur, marktvraag)
In KT-plan worden budgetten (de activiteiten van de onderneming op korte termijn) voor
komende periode opgenomen
Het masterbudget = budget van de hele onderneming
Revelante kosten en opbrengsten
2.5. Managementcontrole
= geheel van formele en informele systemen die ervoor zorgen dat er info (fin & niet fin) verzameld
wordt over de prestaties van de onderneming => vaart de organisatie de juiste koers?
Werkelijke prestaties vergelijken met vooropgestelde prestaties => corrigerende indien nodig
, 1. Kostbegrippen &
kostprijscomponenten
Taak bedrijf: productiefactoren combineren om toegevoegde waarde te creëren
Produceren als:
- KP/E < VP/E
- Productieproces bekijken: INPUT (K) -> VERWERKING (toegevoegde waarde) -> OUTPUT (O)
Kosten verwijzen naar alle doelmatig ingezette productiemiddelen (in geldwaarde gedrukt)
1.1. Kosten en kostprijs
1.1.1. Kosten versus Uitgaven
Kosten (als je goed/dienst, kan aantonen dat je dat nodig hebt om
meerwaarde te creëren)
- Afschrijvingskosten, rente op eigen vermogen, waardeverminderingen, voorzieningen,…
Uitgaven
- Aflossingen lening, aankopen van goederen in voorraad, betaling aankoop van een gebouw
Kost & uitgaven (kaskosten)
- Intresten op lening, personeelskosten
A. Soort
- Grond- en hulpstoffen - Diensten van derden
- Arbeid - Belastingen
- Duurzame productiemiddelen - Rentekosten
- grond - …
B. Toewijsbaarheid
Directe kosten ( onmiddellijk en overduidelijk toewijsbaar, directe relatie tot product)
Afschrijvingskosten van een machine die maar 1 product vervaardigt
(bv. Directe materiaalkosten, directe arbeidskosten)
Indirecte kosten ( geen aanwijsbaar en geen eenduidig verband)
Afschrijvingskosten van een machine die verschillende producten bewerkt
(bv. Energieverbruik van een machine die meerdere producten vervaardigt)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorvermeulen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.16. You're not tied to anything after your purchase.