College 1 introductie:
Importplan maken die start in de zomer 2022
- Alle belangrijke aspecten staan in de Rubic op teams
Hoofdstuk 1: export in Europees en mondiaal perspectief
Internationale handel:
- Alle uitwisselingen van goederen en diensten die nationale grenzen overschrijden
Ontwikkeling:
- Verschillen in productieomstandigheden en de verschuivingen:
Confectie-industrie
Scheepsbouw
Porter’s diamond: analyseert de verschillende
concurrentiekracht tussen landen.
- Factorvoordelen (onderscheidtussen
basisfactoren en ontwikkelde factoren)
- Vraagfactoren (onderscheidtussen
basisfactoren en ontwikkelde factoren)
- Nationale concurrentieverhoudingen,
strategie en structuur. (Aard en mate van
concurrentie +institutionele kader
(managementsystemen, invloed overheid
etc.))
- Netwerk van met elkaar vebonden sectoren
en bedrijfstakken. (Samenwerking in en van sectoren)
- Clustertheorie. (Industrieel district in een bepaalde geografie)
Clustertheorie:
- Geografische locatie of regio waarin een bundeling plaats vindt van ondernemingen
en andere instanties ( universiteiten)
- Technopool: oude vesus high tech
- Voorbeelden: silicon valley, westland, bollenstreek, zuidas, eindhoven
Nederland is een exportland
- 54% van BNP en BNI productie voor buitenland
- Distributiefunctie
- Doorvoerhaven van Europa
Economische postitie van Nederland > wereldhandel
- Exporteurs richten
Trends in export:
,1. concurrentiekracht in het product en de innovatie
2. kans – en vraag gedreven
3. lagere prijzen is de belangrijkste kracht van concurrentie
4. partner in de buitenlandse markt is van belang
5. UK is vestigingsland en JV’s in China en Duitsland
6. Duitsland belangrijkste handelspartner
7. elektronica en elektrotechniek groei export
8. 1/3 wil nieuwe markten betreden
9. strakke betalingsregelingen
10. exportkredietverzekeringen te duur
- Sommige landen is het lastiger om een onderneming op te zetten door diverse
redenen
Kennis opmerkingen: belangrijk voor tentamen
- Export: uitvoer van in het land gemaakte producten
- Wederinvoer: invoer met toegevoegde waarde van wat eerst uitgevoerd werd
- Wederuitvoer: uitvoer van invoer met weinig toegevoegde waarde (Bloemen)
Nederland = distributieland
- Doorvoer: containervervoer via Rotterdam naar Duitsland
- Invoer: een product wat in het buitenland gemaakt wordt en in Nederland verkocht
wordt
Internationale handel:
Omvat alle uitwisseling van goederen en diensten die nationale grenzen overschrijden.
Daarbij wordt de betalingsbalans van een land waarin de koper verblijft belast.
Global sourcing:
- Niet locatie gebonden bedrijfsproces worden in het buitenland wereldwijd
uitgevoerd
- Mogelijk door derden (uitbesteden)
- Grote kosten verschillen tussen verschillende plaatsen
- Ontstaan van specialisatie
Vrijheidspolitiek volgens vraag en aanbod:
Voordeel:
- Efficiëntie concurrentie technische innovatie
- Geen tegenmaatregelen geen handelsoorlog
- Internationale stabilisatie van prijzen, landen en organisaties
- Internationale bekende spelregels
Nadelen:
- Conjunctuurbewegingen en de invloed van emotionele, culture en religieuze
invloeden op het gedrag van ondernemingen
- Comparatieve kosten
- Ontwikkelingslanden worden gediscrimineerd
,Organiasties die zorgen voor balans in de handel wereld
- IMF of WTO
- Handelsbelemmeringen oplossen
- 125 landen
Protectionisme komt terug op tentamen
Niet geoorloofde maatregelen:
- Pauper-labour argumenten: beschermen tegen lageloonlanden
- Werkgelegenheidsargument
- Betalingsbalansargument
- Reconstructieargument: eigen industrie nieuw leven inblazen
GATT vormen van dumping:
- Strategische dumping: eliminatie concurrentie
- Sociale dumping: lonen e.d. beneden feitelijke waarden
- Subsidie dumping: overheidssubsidies
- Discrinatie dumoing: verschillende prijzen/ markten
Invoerrechten = tarieven kan op tentamen komen
- Specifiek: vast bedrag per volume van geïmporteerde producten
- Ad valorum: een vast percentage van de waarde van het product
- Glijdend of variabel: afhankelijk van de prijs van het product
- Prohibitief: hoog tarief zodat er vrijwel geen import is
- Impliciet: grondstoffen laag en eindproduct zwaar belast
Exportsubsidies:
Geld dat de overheid verstrekt aan bedrijven die producten exporteren. De prijs wordt
kunstmatig laag gehouden, zodat consumenten in het buitenland meer Nederlandse
producten zullen kopen. Dit is goed voor de Nederlandse economie.
Federatie voor de Nederlandse export (Fenedex)+ exportbevorderings- en
voorlichtingsdiensten (EVD)
- Rente overbruggings faciliteit (ROF)
- Export matching faciliteit (EMF)
- Kredietgaranties via Atradius
Invoer- en tariefcontingenten
- Invoercontingenten: maximum voor in te voeren goederen (ook wel invoerquotum)
, - Tariefcontingenten: boven een bepaalde hoeveelheid worden invoerrechten
geheven.
Bilateraal: tussen 2 landen
Multilateraal: tussen verschillende landen
Globaal: voor alle landen
Handelsverdragen:
Overeenkomsten bilateraal of multilateraal met
- Landen niet aangesloten bij WTO of
- Ontwikkelingslanden
Staatshandel en managed trade:
Staatshandel: China en Cuba waarbij overheid nog steeds belangrijkste partner is.
Managed trade: invloed overheid met betrekking tot export (Airbus versus Boeing voor
levering Saudi-Arabië)
Nieuwe vormen van protectionisme
Zachte protectie:
- Overeenkosmten om de makrt te verdelen
- Subsidies van overheden aan sectoren
- Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling (OESO of OECD):
scheeps- en staalbouw sanering
- Maatregelen Europese Commissie: Landbouw
- Subsidies, kredietregelingen, steun failliete bedrijven
Exportbeleid van de EU
Internationalisering door overheidsopdrachten
Richtlijnen overheidsopdrachten:
- Totstandkoming van de interne markt
- Gelijkschakelen van de wetgeving
- Stimuleren van vrije, eerlijke concurrentie
- Besparingen door professionele inkoopproces: Agreement on Government
Procurement (AGP)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stijnhouben2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.