Variabele: ‘anything that can be measured and can differ across entities or across time’
- tegenover variabele staat constante, die verschilt niet voor alle entiteiten die we in
het onderzoek meenemen.
Er zijn onafhankelijke en afhankelijke variabelen
- onafhankelijke variabele heeft betrekking op de oorzaak
- afhankelijke variabelen heeft betrekking op het gevolg
Variabelen kunnen we op verschillende manieren meten, we onderscheiden er 3:
- nominaal: geen inherente ordening
- ordinaal: afstand tussen verschillende opties is niet constant
- bij nominaal en ordinaal wordt een onderscheid gemaakt tussen categorieën
- interval-ratio variabelen zijn numeriek
Frequentieverdeling: geeft weer hoe vaak bepaalde antwoordopties voorkomen
2
,Centrummaten
- we kunnen een frequentieverdeling samenvatten met een centrum- en
spreidingsmaat
Hoe kunnen we een frequentieverdeling samenvatten?
- centrummaat (measure of central tendency): geeft aan wat de meest frequente
waarde of de middelste waarde is, denk aan gemiddelende of mediaan
- spreidingsmaat (measure of dispersion): zegt iets over de verdeling van deze waarde
rondom gemiddelde of mediaan
Om te weten welke centrummaat je moet gebruiken moet je eerst het meetniveau van de
variabele weten.
- nominaal: alleen modus (mode)
- ordinaal: modus en mediaan (median)
- interval-ratio: modus, mediaan en gemiddelde (mean)
- modus: meest voorkomende waarde (let op! het gaat om de meest frequente
waarde, niet hoe vaak die waarde voorkomt)
- mediaan: de middelste waarde wanneer alle waarden op een rij worden gezet
-> bijvoorbeeld: 1,1,2,3,4, in dit geval is 2 de mediaan.
-> let op dat de waarden wel in chronologische volgorde staan!
-> wanneer er sprake is van een even aantal getallen bereken je het gemiddelde van
de middelste waarden.
- gemiddelde:
3
, Spreidingsmaten
- voor een nominale variabele kunnen we geen spreidingsmaat berekenen, er zijn
immers alleen losse categorieën en geen volgorde.
Spreidingsbreedte & interkwartielafstand (range & interquartile range)
- spreidingsbreedte= maximum - minimum
- interkwartielafstand: neem afstand tussen eerste 25% van de waarden en de derde
25% van de waarden.
- Q1 is de helft van de eerste helft van de data, Q3 is de helft van de tweede helft van
de data.
- interkwartielafstand = Q3-Q1
Variantie en standaardafwijking (variance and standard deviation)
- maten van de spreiding van waarden rond het gemiddelde
- maat van de totale afwijking (total deviance) = verschil tussen individuele waarde ten
opzichte van het gemiddelde
-> probleem: total deviance is altijd gelijk aan 0, daarom is het nodig om de
verschillen (deviances) te kwadrateren (sum of squares of kwadratensom)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emke1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.68. You're not tied to anything after your purchase.