Een samenvatting van hoofdstuk 13, 14, 15, 16, 19, 20 en 21 van het boek 'De kern van de administratieve organisatie. Deze samenvatting is geschreven voor het derde leerjaar van de studie Accountancy aan de HAN. De samenvatting is geschreven volgens het stramien.
Afval: grondstoffen die in het productieproces verloren gaan.
Uitval: een eindproduct dat achteraf wordt afgekeurd.
Typologie en steunpunten
Massaproductie:
- Productie van standaardproducten in grote getalen;
- Wensen van de gemiddelde klant;
- Standaardkostprijs – nacalculatie;
- Relatief harde normen.
Stukproductie:
- Uniek product;
- Specifieke wensen van de klant;
- Voorcalculatie;
- Relatief zachte normen.
Verschil massa- en stukproductie: bij massaproductie is sprake van harde productienormen en bij
stukproductie niet. Bij massaproductie is een standaard kostprijs. Stukproductie wordt gemaakt naar
de specifieke wensen van de klant en massaproductie niet.
Mass customization: specifiek op wensen van de klant, maar voor het vakgebied toch
massaproductie, er zijn harde nomen.
Bijvoorbeeld een bankpasje met een eigen foto.
Werken met modules.
Typologie: Massasproductie
De steunpunten:
- Verbanden in de geld- en goederenbeweging;
- Standaardkostprijs;
- Nacalculatie;
- Inventarisatie.
Het inkoop- en verkoopproces bij productiebedrijven is hetzelfde als bij handelsbedrijven. Bij
productiebedrijven gaat het dan niet om handelsgoederen, maar om inkoop van grondstoffen en
verkoop van zelf geproduceerde goederen.
Attentiepunten en risico’s
Attentiepunten en risico’s massaproductie:
1. Attentiepunt: dure machines eventueel in combinatie met risico op stilstand van machines
als gevolg van verstoring in het productieproces.
Risico: er worden ten onrechte uren stilstand gerapporteerd waardoor de gerapporteerde
productie onvolledig is.
2. Attentiepunt: afval tijdens productieproces.
Risico: grondstoffen worden onterecht als afval verantwoord waardoor waarden de
onderneming verlaten dan wel de productie onvolledig verantwoord wordt.
3. Attentiepunt: afval na productieproces
Risico: er wordt onterecht uitval verantwoord waardoor waarden de onderneming verlaten
dan wel de productie onvolledig verantwoord wordt.
Opbrengsten uitval worden niet verantwoord.
,Het gaat er dus voornamelijk om dat de productie onvolledig wordt verantwoord, waardoor de
verkoop dus ook onvolledig is.
Randvoorwaarden
Functiescheiding
Massaproductiebedrijven kennen de volgende afdelingen:
- Inkoop;
- Magazijn grondstoffen;
- Bedrijfsbureau (regelt de productie en heeft als belangrijkste taken het opstellen van de
standaardkostprijs, het verzorgen van de productieplanning en de voortgangscontrole op de
productie;
- Productie;
- Magazijn gereed product;
- Administratie.
Automatisering
Er worden eisen gesteld aan de automatisering. De dure machines die gebruikt worden, worden
gekoppeld via interfaces aan het ERP-systeem. Het ERP moet goed beveiligd en getest worden.
Interfaces: de verbindingen tussen de productieprocessen en het ERP-systeem.
Begroting
Verkoopbegroting – productiebegroting – inkoopbegroting – voorraadbegroting
Uit de productiebegroting vloeit de standaardkostprijs uit voort. Dit is belangrijk voor de efficiency
van de productie. Grondstoffen, mensuren en machine-uren leiden tot de eindproducten.
Standaardkostprijs = Q * P
Normatief: Geeft aan hoeveel het zou mogen kosten.
De hoeveelheidscomponent wordt berekend uit een recept of stuklijst, bestaande uit grondstoffen
en uren, rekening houdend met afval en uitval. Grondstoffen zullen komen uit de inkoopbegroting en
de uren uit de productiebegroting, waarvan de uurtarieven ingevoerd worden door de administratie
in het stambestand in het ERP-systeem. Dit is goed beveiligd door middel van passwords en
controletalen en wordt periodiek gecontroleerd.
De verkoopbegroting vormt de basis voor het begrotingsproces.
Richtlijnen en normen
De belangrijkste norm is de standaardkostprijs. Richtlijnen zullen gaan over registratie van gegevens
van de productie en hoe om te gaan met afval en uitval.
Processen
1. Productontwikkeling
2. Inkoop grond- en hulpstoffen
, 3. Productieplanning
Het bedrijfsbureau stelt vast welke producten er gemaakt moeten worden en hoeveel. Dit wordt
voornamelijk bepaald uit de voorraad gereed product en de verwachte verkoop. Het regelt de
productieplanning en de werkuitgifte aan de productieafdelingen. Het bedrijfsbureau heeft een
intern beschikkende functie, aangezien het niet aan derden bindt. Naast deze werkzaamheden
houden zij nog zicht op de voortgangscontrole.
De productieplanning: iemand moet vaststellen welke producten er gemaakt gaan worden en
hoeveel.
Voortgangscontrole: of het productieproces volgens planning verloopt.
4. Productieproces
Belangrijkste hoe alles geregistreerd wordt! Het bedrijfsbureau geeft de planning via ERP-systeem
door aan de productieafdelingen en d.m.v. stuklijsten aan het magazijn welke grondstoffen
opgevraagd zullen gaan worden. De magazijnmeester geeft de benodigde grondstoffen af aan de
productiemedewerker tegen kwijting( = beiden onafhankelijk de afgifte en ontvangst registeren). Per
afdeling moeten de gebruikte grondstoffen en mens- en machine-uren worden vastgelegd. De
machine-uren worden automatisch verwerkt in het ERP-systeem. Hierin is functiescheiding van
belang waarin verbandcontroles door het systeem kunnen worden gedaan voor aansluiting. Na
afronding van de productie zullen de producten tegen kwijting in het magazijn opgeslagen worden.
Kapitaalintensief: veel machine-uren
Arbeidsintensief: veel mensuren
5. Nacalculatie
Afdelingsgewijze periodieke nacalculatie: periodiek wordt gecontroleerd of het productieproces wel
efficiënt gebeurt.
Hierbij gaat het om de relatie tussen input en output: opgeofferde en verkregen waarde (gereed
product).
Werkelijke productie x de standaardkostprijs = de nacalculatie
Wordt uitgevoerd door de afdeling administratie
Verschillen tussen het toegestane en het werkelijke verbruik zijn efficiency-, bezettings- dan wel
prijsverschillen.
Als de twee verschillende bronnen (bijvoorbeeld de afdeling magazijn grondstoffen en de afdeling
halffabricaat) melding maken van de grondstoffen die het productieproces ingaan, is hier sprake van
een hard verband.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DW2001. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.91. You're not tied to anything after your purchase.