INLEIDING RECHT TENTAMEN, HBO-rechten, 1e KANS 2012-2013
1. Welk van de onderstaande feiten moet als rechtshandeling worden aangemerkt?
a. De geboorte van een kind.
b. De vernieling van een treinstel door een groep voetbalsupporters.
c. Het verbod van de burgemeester van Den Haag om de op zaterdag a.s. de geplande
voetbalwedstrijd ADO-FC Utrecht niet te laten doorgaan.
d. Geen van bovenstaande alternatieven kan als rechtshandeling worden aangemerkt.
2. De inhoud van een overeenkomst wordt niet bepaald door:
a. datgene wat partijen hebben afgesproken.
b. algemene voorwaarden.
c. de redelijkheid en billijkheid.
d. de eenzijdige wil van een rechtssubject, die zich door een verklaring heeft
geopenbaard.
3. Bij een conflict in de verhouding tussen een EG verordening en een nationale
constitutionele rechtsregel heeft
a. de verordening vrijwel steeds voorrang.
b. de nationale constitutionele regel voorrang.
c. de verordening alleen voorrang indien het Hof van Justitie dit vaststelt.
d. de verordening altijd voorrang.
4. Als rechtsbron wordt niet beschouwd:
a. de door de Regering en de Staten-Generaal vastgestelde begroting voor het
jaar 2012.
b. een regel van ongeschreven recht.
c. een vonnis van de sector kanton.
d. een algemeen verbindend voorschrift.
5. Welke van de onderstaande stellingen is juist?
a. Iedere wet in formele zin bevat formeel recht.
b. Iedere wet in materiële zin bevat materieel recht.
c. Het Burgerlijk Wetboek bestaat grotendeels uit formeel recht.
d. Het Wetboek van Strafrecht bestaat grotendeels uit materieel recht.
6. Of een bepaald strafbaar feit als een overtreding dan wel als een misdrijf moet
worden aangemerkt, wordt bepaald door:
a. de formele wetgever.
b. de strafrechter.
c. het Openbaar Ministerie.
d. iedere materiële wetgever.
1
, 7. Bert verhuurt zijn zeilboot aan zijn buurman Wim, die de boot voor een goede prijs
verkoopt aan een kennis Jeroen. Jeroen wist niet en kon ook niet weten dat Wim de
boot van Bert heeft gehuurd.
Als Bert achter dit alles komt, vraagt hij zich af of hij nog steeds eigenaar is.
Wie is in het onderhavige geval eigenaar van de zeilboot?
a. Bert.
b. Jeroen
c. Kees
d. Niemand.
8. De aansprakelijkheid van de koper tot betaling van schadevergoeding wegens het
toerekenbaar tekort schieten in de nakoming van zijn betalingsverplichting is altijd
afhankelijk van de vraag of
a. hem een verwijt treft.
b. hij de schadevergoeding kan betalen.
c. hem de niet-nakoming van zijn betalingsverplichting kan worden toegerekend.
d. hij in gebreke is gesteld.
9. Het arrest van de Hoge Raad inzake ‘Lindenbaum-Cohen' is gecodificeerd
in:
a. art. 6:2 lid 1 BW.
b. art. 6:74 BW.
c. art. 6:162 BW.
d. art. 89 lid 2 Grondwet.
10. Welke interpretatiemethode is het strafrecht is in verband met art. 1 Wetboek van
Strafrecht in beginsel niet toelaatbaar?
a. De wetshistorische interpretatiemethode.
b. De grammaticale interpretatiemethode.
c. De analogische interpretatiemethode.
d. Alle interpretatiemethoden, genoemd in de alternatieven a. t/m c.
11. De aanwezigheid van een wilsgebrek
a. houdt in dat in beginsel een geldige rechtshandeling tot stand komt.
b. betekent dat de betrokken rechtshandeling van rechtswege nietig is.
c. kan niet bestaan bij een eenzijdige rechtshandeling.
d. heeft geen terugwerkende kracht, indien de rechtshandeling wordt vernietigd.
12. Hoeveel leden hebben de Staten-Generaal?
a. 225.
b. 75.
c. 150.
d. 100.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samanthaaa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.