Samenvatting Nectar boeken biologie, hoofdstuk 2 t/m 21 (zonder hfst 5). Alle stof die je nodig hebt voor je SE's en CE's (van VWO4 t/m VWO6)
0 view 0 purchase
Course
Biologie
Level
VWO / Gymnasium
Dit is een samenvatting die ik van de Nectar biologie lesboeken bijgehouden heb van de 4e t/m de 6e klas. Het bevat hfst 2 t/m 21 (alleen 5 ontbreekt) en dekt daarmee alle stof voor de SE's en het CE. Natuurlijk zou ik dit niet als enige gebruiken, maar het is uitgebreid, gaat helder op de stof in ...
Hoofdstuk 4 Cel
Bouw van het membraan:
● Dubbellaag van fosfolipiden waarin verschillende
eiwitten ‘drijven’
De celmembraan reguleert het verkeerd van stoffen tussen
buiten en binnen de cel.
Eigenschappen van het membraan zijn:
● Selectief permeabel
● waterafstotend en vettig aan de binnenkant
● waterminnend aan de buitenkant
De fosfolipiden hebben een hydrofiel en hydrofoob deel.
Zuurstof, kooldioxide en in de vetoplosbare moleculen kunnen tussen de fosfolipiden door
bewegen.
● Water en ionen kunnen via porie- of kanaaleiwitten door de membraan heen.
● Grotere moleculen (glucose, ionen) gaan via de transporteiwitten door de membraan
heen.
Ze maken hierbij gebruik van passief en actief transport.
● Passief:
- kost geen energie
- drijvende kracht is concentratieverschil of drukverschil
3 vormen:
a. Diffusie
b. Osmose
c. Gefaciliteerde diffusie
● Actief
- kost energie
- er moet dus zuurstof en brandstof zijn
- drijvende kracht zijn de transporteiwitten en ATP
- tegen concentratieverval in
2 vormen:
a. via transporteiwitten
b. met behulp van blaasjes
Passief
Diffusie:
● Bij vloeistoffen en gassen
● van hoge concentratie deeltjes van een bepaalde stof naar een lage concentratie
deeltjes.
● Gaat door tot een evenwicht ontstaat.
● Door celwand van alle stoffen (permeabel)
De diffusiesnelheid is afhankelijk van het concentratieverschil, de grootte van het oppervlak,
de afstand, temperatuur en de aard van het medium.
1
,Osmose:
● Speciale vorm van diffusie
● waterbeweging door semipermeabele membraan richting hoogste osmotische
waarde
● osmotische waarde is afhankelijk van aantal opgeloste deeltjes
● tussen fosfolipiden door of via porie-eiwitten.
De turgordruk is de druk van de celinhoud op de celwand (van planten, schimmels of
bacteriën). Het celmembraan kan uitzetten, de celwand in principe niet. Turgor wordt
veroorzaakt doordat water door osmose de cel in gaat waardoor het celmembraan uitzet.
Hypertoon = krimpen, te weinig stoffen
Hypotoon = uitzetten, ontstaan turgor, teveel stoffen.
In een dierlijke cel kan dit ook gebeuren. Alleen een dierlijke cel kan knappen (hemolyse) of
krimpen.
Gefaciliteerde diffusie:
● Met behulp van transportenzymen
● Specifiek dus selectief
● Van hoge naar lage concentratie
● Water en ionen
Actief
Via transporteiwitten
● selectief en specifiek
● molecuul bindt zich met transporteiwit en kan dan naar binnen (of buiten)
● glucose, ionen
→ Bijv. Na/K pomp
Met behulp van blaasjes
● Blaasje versmelten met membraan of er worden membraanblaasjes afgesnoerd
● Grote moleculen: eiwitten, vetten, polysachariden
- endocytose (vaste stoffen naar binnen met receptoren)
- exocytose (vaste stoffen naar buiten)
- fagocytose (vaste deeltjes naar binnen)
- pinocytose (vloeistof naar binnen)
Lysosomen
Lysosomen zijn blaasjes vol met afbrekende enzymen die door het golgi-apparaat worden
afgesnoerd. Om dit blaasje zit een membraan. Ze zorgen voor bijv. de vertering van stoffen
Celmembraan De celmembraan is de buitenkant van het
cytoplasma. Dit is een dubbele laag met
poriën. De poriën laten alleen de stoffen
binnen die in de cel nodig zijn. En de poriën
laten allen de stoffen naar buiten die de cel
niet meer nodig zijn.
Celwand De celwand is gemaakt van de stof
2
, cellulose en zorgt samen met de vacuole
voor stevigheid (Turgor). De celwand en de
celmembraan bevatten poriën zodat er
uitwisseling van stoffen tussen de
verschillende cellen kan plaatsvinden.
Celkern De celkern bestaat uit plasma met
daaromheen een membraan In de
membraan zitten poriën zodat er transport
van stoffen mogelijk is. In de kern bevinden
zich de chromosomen. Dit zijn de dragers
van de erfelijke eigenschappen en zij
zorgen voor alles wat er in de cel gebeurd.
Vacuole De vacuole is een blaas in de cel waar
vocht in zit. In het vocht kunnen
verschillende stoffen zijn opgelost, zoals
zouten, glucose. Als de vacuole goed
gevuld is drukt hij tegen de celwand aan.
Dat heet Turgor. Door de Turgor krijgen niet
houten planten hun stevigheid. Is de
vacuole niet goed gevuld zie je dat de plant
slap hangt.
bladgroenkorrels In de bladgroenkorrels vindt de
fotosynthese plaats (het proces waarbij de
plant glucose maakt door middel van licht)
Mitochondriën In de mitochondriën vindt de verbranding
van glucose en vet plaats. Bij verbranding
(met zuurstof) komt energie vrij. Die energie
wordt opgeslagen in een molecuul wat we
ATP noemen. Dit molecuul verlaat het
mitochondrium naar het cytoplasma. In het
cytoplasma kan het ATP zich verplaatsen
naar de plaats waar energie nodig is. Het
ATP geeft de energie af en wordt ADP. Het
ADP molecuul gaat terug naar een
mitochondrium om opnieuw te worden
opgeladen. De energie wordt gebruikt bij de
celmembraan om stoffen door te voeren en
bij de processen in de cel onderdelen die
we nog behandelen.
Ribosomen Ribosomen maken eiwitten uit aminozuren.
Ze krijgen hiervoor een “recept” uit de
celkern. Dit eiwit is dan nog gewoon een 2D
ketting
ER (Endoplasmatisch reticulum) Het Endoplasmatisch reticulum helpt de
ribosomen met de juiste aminozuren en
zorgt voor het transport van de gemaakte
eiwitten naar het Golgi systeem
golgi systeem In deze structuren worden de verschillende
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lisavankeulen1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.85. You're not tied to anything after your purchase.