Dit is een samenvatting van het boek Geschiedenis InZicht. In de samenvatting heb ik hoofdstuk 1 t/m 10 samengevat. In deze hoofdstukken worden de tien tijdvakken van de geschiedenis beschreven. De samenvatting is onder andere te gebruiken voor de kennisbasistoets wereldoriëntatie. Het vak geschie...
De eerste mensen: jagers en verzamelaars
De eerste mensen verschenen waarschijnlijk vijf tot vier miljoen jaar geleden in Afrika en stamden
zeer waarschijnlijk af van mensenapen. Circa twee miljoen jaar geleden leerde een van de eerste
soorten mensen rechtop lopen. Dit was de homo erectus. Zijn beenderen waren dikker dan die van
zijn voorgangers. De homo erectus gebruikte gereedschappen en leefden van de natuur.
Uit de homo erectus ontstond tussen tweehonderdduizend en honderdduizend jaar geleden de
huidige mens: de homo sapiens, de denkende mens. Ze hebben een veel grotere schedel- en
hersenomvang dan zijn voorgangers. De mens werd zelfstandiger. Er werden gereedschappen
gemaakt voor de jacht en de mens sprak zijn eigen taal. De homo sapiens verspreidde zich over de
aarde en kon zich beter dan oudere menssoorten aanpassen aan de leefomstandigheden. De
denkende mens trok van plaats naar plaats. In de koude gebieden van Europa jaagden de mannen
vooral op rendieren. Het vlees, de huid en de botten werden gebruikt als voedsel, kleding en
gereedschap.
Toen de temperatuur op aarde tien- tot achtduizend jaar geleden op aarde begon te stijgen, stierven
dieren uit zoals de mammoet. Prehistorische mensen waren eerst als jager en verzamelaar en later
ook als boer afhankelijk van de natuur.
De eerste nomadische en sedentaire samenlevingen
De oudste sporen van akkerbouw stammen uit circa 9000 voor Christus en de eerste sporen van
veeteelt uit 7500 voor Christus. De overgang van jagen en verzamelen naar landbouw verliep best
snel, al ging het om een periode van honderden jaren. De overgang wordt de agrarische revolutie
genoemd. Maar je kunt beter spreken van een evolutie.
Evolutie = een geleidelijke aanpassing aan de omstandigheden.
1
,De bandkeramiekers waren de eerste mensen die in Nederland landbouw bedreven. Zij lieten
bolvormige keramieken potten achter die waren versierd met banden. Ze vestigden zich 5300 voor
Christus in Zuid-Limburg. Ze stichtten er dorpjes omringd door akkers en er ontstonden beroepen.
Het wordt de sedentaire samenleving genoemd. Deze werd anders georganiseerd dan het leven in
de nomadische stammen. Zo woonden bandkeramiekers niet in tenten, maar in huizen van klei met
rieten daken.
Omdat archeologen hun kennis van prehistorische volken vooral baseren op grafvondsten, is er meer
bekend over de omgang van deze volken met de dood dan over hun manier van leven. De doden
werden gecremeerd en hun as werd in urnen bewaard of in de hurkhouding begraven.
Duizend jaar later vestigden de mensen zich steeds vaker op andere plaatsen in Nederland. Ook hier
leefden ze van akkerbouw, jagen, vissen en verzamelen.
De hunebedbouwers
In de Middeleeuwen dacht men dat de grote stenen hunebedden bestemd waren als slaapplaats
voor reuzen. Onderzoek heeft inmiddels aangetoond dat hunebedden graven zijn van belangrijke
stamleden. De hunebedbouwers leefden van 3400 tot 2850 voor Christus in het huidige Drenthe. Ze
maakten de hunebedden van zwerfkeien die in de IJstijd door ijsverschuivingen uit Scandinavië
terecht waren gekomen. Dieren werden ingezet om wagens te trekken, de hunebedbouwers
beschikten dus over wielen.
Cultuur en religie van jagers en verzamelaars en boeren
Gevonden voorwerpen uit de Prehistorie vertellen iets over de cultuur van die tijd. Cultuur ontstaat
wanneer de mens ingrijpt in de natuur, bijv. grotschilderingen. De schilderingen werden aangebracht
met een mengsel van speeksel, kruiden en zand of klei. Iedereen in de leefgemeenschap had zijn
eigen taak en verantwoordelijkheden. Archeologen moeten de gevonden voorwerpen, zoals
grafbekers en vuurstenen dateren en nagaan welke functie ze hadden.
De steentijd: 2.500.000 voor Christus tot 2100 voor Christus
De bronstijd: 2100 voor Christus tot 700 voor Christus
De IJzertijd: 700 voor Christus tot 50 voor Christus
2
, Hoofdstuk 2: De tijd van Grieken en Romeinen
3000 voor Christus - 500
De Griekse stadstaat
De oudste restanten van de Griekse cultuur dateren uit 3000 voor Christus. Veel Grieken woonden in
de periode 750-300 voor Christus in steden. De burgers van deze steden (stadstaten), bestuurden
zichzelf. De belangrijkste stadsstaat was Athene. Athene kende een politieke organisatie, een
democratie. De stemgerechtigde mannen verzamelden zich op de agora, het centrale stadsplein. Zij
hadden burgerrechten.
In Athene waren ook veel filosofen. Bekende filosofen zijn Pythagoras, Plato, Aristoteles en Socrates.
Ze dachten na over het ontstaan van de aarde. Hun denken had grote invloed op de westerse
cultuur, waaronder het Christendom. De filosofen vereerden goden en verwierpen mythologische
verklaringen voor bijvoorbeeld het bestaan van onweer en de aanwezigheid van het kwaad.
Het leven in een stadsstaat met veel aandacht voor kunst en cultuur was mogelijk omdat er slaven
waren. Slaven werkten bij de gegoede Grieken in huis en bouwden huizen, tempels, theaters
enzovoort.
De Romeinse Republiek en het Romeinse Rijk
Volgens de legende waren de broers Romulus en Remus grootgebracht door een wolvin. Romulus
werd de eerste koning van Rome. Het Romeinse Rijk was een republiek die werd bestuurd door de
senaat van Romeinse mannen. De Republiek was gefundeerd op twee pijlers. De eerste pijler werd
gevormd door slaven, ze waren voor de economie onmisbaar. De tweede pijler was die van het leger.
Soldaten zorgden ervoor dat de Republiek beschermd werd tegen vijandige aanvallen en zich kon
uitbreiden. Ze legden wegen aan en bouwden nieuwe steden in veroverd gebied. Het beroep van
soldaat was voor veel mannen aantrekkelijk. Ze verdienden geld en/of kregen een stuk eigen grond
als loon. Ook hadden ze meestal ruim voldoende voedsel.
De Romeinse Republiek breidde zich uit rondom de Middellandse Zee. De overzeese gebieden
werden koloniën genoemd. De macht van het leger was zo groot dat de sterkste legerleider ook de
belangrijkste man in de Republiek was. Dit was Julius Caesar. Zo voerde hij voor het hele Rijk
geldende tijdrekening in. Dit zorgde voor eenduidigheid in de communicatie en was van groot belang
voor de invoering van wetten en het functioneren van het leger. Op de kalender werd bepaald dat
365 dagen een jaar vormden bestaande uit tien maanden. Later werden dit er twaalf. Elke maand
kreeg een Latijnse naam. Julius Caesar was machtig en populair. Augustus werd door Caesar
geadopteerd en hij werd erkend door alle legerleiders. Hij kreeg de eretitel Caesar, vernoemd naar
zijn adoptievader. De naam verbasterde in het westen tot het woord keizer en zo werd de Republiek
een keizerrijk.
Ontwikkeling Romeinse godsdienst en christendom
Keizer Augustus organiseerde zijn rijk goed en voerde een keizercultus in. Zijn onderdanen waren
hem verplicht te eren met offers of financiële giften. Dit gebeurde in tempels waar borstbeelden van
de keizer stonden. Ook kenden de Romeinen verschillende goden. Ook de goden werden in tempels
tijdens rituelen door priesters en gelovigen vereerd. Tijdens het bewind van Augustus heerste in het
Romeinse Rijk vrede, de Pax Romana. Dit zou tot 250 na Christus duren.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pabojuf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.