100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting: inleiding in de psychologie (deel 1) $4.89   Add to cart

Summary

Samenvatting: inleiding in de psychologie (deel 1)

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is deel 1 van de samenvatting voor het vak ''inleiding in de psychologie''. Er wordt met behulp van relevante begrippen uitleg gegeven.

Preview 2 out of 7  pages

  • March 15, 2022
  • 7
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting tentamen 1: inleiding in de Psychologie

Psychologische stromingen:

- Rationalisme: Descartes. Lichaam en geest worden apart gezien. Leren door middel van
nadenken.
- Empirisme: John Locke, baby is een onbeschreven blad. Kennis vergaren door ervaringen en
waarnemingen.
- Structuralisme: Wilhelm Wundt: eerste experimenten, bewustzijn in kaart brengen. Daarna
leerling Edward Titchener. Structuren aanbrengen.
- Functionalisme: William James, keek naar theorie Darwin, mensen leren door zich aan te
passen aan de omgeving. Kijken naar functies bewustzijn.
- Behaviorisme: Pavlov, Skinner en John Watson. Observeerbaar gedrag onderzoeken.
Verband tussen stimuli en respons.

Psychologische perspectieven:

- Biologische perspectief: richt zich op de hersenen en genen om gedrag te verklaren.
- Cognitief perspectief: richt zich op mentale processen, leren door middel van ervaringen. Bijv
honden vermijden nadat je ooit gebeten bent.
- Behavioristische: observeerbaar gedrag, verklaren vanuit opvoeding of aangeleerde dingen.
- Whole person: richt zit op karakter, persoonlijkheid, vrije wil en onbewuste. Bij een introvert
persoon zal minder snel spreken voor een groep.
- Sociaal cultureel: invloed van culturen en personen op gedrag. Bijv het tonen van emoties is
minder normaal in de Aziatische cultuur. Kinderen daar doen dit dus minder.
- Ontwikkeling: kijken naar leeftijden, nature en nurture. Wat is aangeleerd en wat is
aangeboren. Invloed van ouders en de soort opvoeding.

Genen

- Genen coderen 1 enkel eiwit in ons lichaam, duizenden van deze eiwitten maken samen ons
fenotype. Fenotype zijn je uiterlijke kenmerken die genetische vastgesteld staan. Zoals bijv
blauwe ogen. Genen bestaan daarnaast vaak uit een dominant en een recessief deel.
Daardoor zijn er minder mensen met blauwe ogen (recessief).
Genotype is de unieke genetische codering die voor dit fenotype zorgt. Je uiterlijk is voor
70% genetische verklaard en de rest is omgevingsafhankelijk. Daarnaast heeft iedereen 23
paar chromosomen: genen die opdrachten bevatten.
1 van die chromosomen te veel hebben of missen kan grote invloed hebben bijvoorbeeld
door de ontwikkeling van het syndroom van down.
1 van de 23 chromosomenparen zijn geslachtschromosomen. Die bevatten de code of een
foetus zich uiteindelijk mannelijk of vrouwelijk ontwikkeld. XX is de vrouwelijke code en XY is
de mannelijke code.
- DNA: spiraalvormige moleculen opgebouwd uit genen. Die de biologische informatie opslaan
en daarnaast eiwitten (bouwstenen) coderen. (Opdrachten geven)
- Genomgevingsinteractie: mensen die genetische intellectueel zijn aangelegd zoeken sneller
omgevingen op waarin ze uitgedaagd worden en prikkels binnenkrijgen. Genen hebben
tegenwoordig ook meer invloed omdat wij onze omgevingen beter kunnen uitzoeken.
- Polygeen: meerdere genen bij betrokken. Monogeen: 1 enkel gen bij betrokken.
- Evolutie: geleidelijk proces van biologische verandering bij mensen en dieren door middel
van aanpassen aan de omgeving. Bij het kopiëren van DNA komen nog wel eens foutjes voor:
mutaties. Deze mutaties kunnen zorgen voor veranderingen in het fenotype. Bijv bij de mens

, sneller kunnen rennen. Omdat mensen die sneller konden rennen vroeger minder risico
liepen om opgegeten te worden door bijv leeuwen. Bleken deze een verhoogde
overlevingskans te hebben. Als de mensen met deze mutatie daardoor vervolgens meer
kunnen voortplanten dan hun soortgenoten zonder de mutatie. Zal de mutatie uiteindelijk in
het genotype worden opgenomen en veel vaker voorkomen. Terwijl degenen zonder de
mutatie uiteindelijk uitsterven. Zo kan een soort zich ontwikkelen. Survival of the fittest.
Tegenwoordig werkt survival of the fittest niet meer zo. Dit komt door geboortebeperking.
Zo kunnen mensen met positieve genen of mutaties ervoor kiezen geen kinderen te krijgen,
terwijl mensen met slechtere genen misschien weer juist veel voortplanten.

Zenuwstelsel

- Zenuwstelsel: netwerk van neuronen (zenuwcellen) in het lichaam. Bestaat uit het centrale
en perifere zenuwstelsel
- Centrale zenuwstelsel: hoofkwartier van het lichaam, omvat de hersenen en het ruggenmerg.
De hersenen maken beslissingen en coördineren. Het ruggenmerg is de kabel tussen de
opdracht (in het centrale zenuwstelsel) en het uitvoeren (in het perifere zenuwstelsel) en het
ruggenmerg zorgt voor snelle reflexen, die geen hersenactiviteit nodig hebben.
Motorische en sensorische signalen gaan dus via contralaterale banen. Dat betekent dat ze
onder het hoofd kruisen. De linkerhelft van de hersenen stuurt dus beslissingen voor de
rechterkant van je lichaam... en andersom. Daardoor kan bij een beroerte aan de rechterkant
van de hersenen de linkerkant van het lichaam uitvallen.
- Perifere zenuwstelsel: stuurt de opdrachten van het centrale zenuwstelsel naar de rest van
het lichaam via bundels van sensorische en motorische zenuwen. Stuurt deze naar zintuigen,
organen en spieren. Stuurt ook de informatie terug richting de hersenen. Bijv een bepaalde
textuur voelen. Je hersenen verwerken vervolgens weer wat dit is en sturen weer een
gepaste opdracht naar je arm. Het perifere zenuwstelsel bestaat weer uit het somatische en
autonome zenuwstelsel:
o Somatische zenuwstelsel: verbindt centrale zenuwstelsel met de spieren.
 Sensorische zenuwstelsel: verbindt centrale zs met zintuigen
 Motorische zenuwstelsel: verbindt centrale zs met skeletspieren.
o Autonome zenuwstelsel: verbindt centrale zenuwstelsel met organen. Zoals
vertering, hartslag en ademhaling.
 Sympathische zenuwstelsel: gaspedaal. Zorgt voor actie en verbruikt energie.
Fight or flight.
 Parasympatische: remt af, zorgt dat je weer energie krijgt en brengt lichaam
naar kalme toestand terug.
- Neuronen zijn dus zenuwcellen: dat zijn verwerkingseenheden in de hersenen. Een neuron is
een cel die gespecialiseerd is in informatie ontvangen, verwerken en doorgeven. Een
bundeling van neuronen wordt weer een zenuw genoemd. Er zijn verschillende soorten
neuronen zoals:
o Sensorische neuronen: geleiden signalen van zintuigen naar hersenen, 1 richting.
o Motorische neuronen: geleiden signalen van hersenen en ruggenmerg naar de
spieren, organen en klieren. 1 richting.
o Schakelcellen: geleiden boodschappen van sensorische neuronen naar andere
schakelcellen of naar motorische neuronen.
- Een cel bestaat uit een cellichaam (grijze stof). In het cellichaam zit weer een celkern, waarin
onze DNA staat. Als een cel een opdracht wilt geven aan een andere cel moet er een signaal
vanuit het cellichaam komen met behulp van een uitloper (witte stof). Die komt op het einde

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller riansimons. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.89
  • (0)
  Add to cart