Boek Nemo, uitgever Malmberg. Samenvatting van de verlichting met o.a de franse revolutie, napoleon, de restauratie, wetenschappelijke revolutie etc. Steeds gekoppeld aan kenmerkende aspecten
§1 De Verlichting (1650-1789)
Een nieuwe kijk op wetenschap
Geleerden gingen op een nieuwe manier om zich heen kijken: wetenschappelijke revolutie*,
hangt samen met vier andere ontwikkelingen:
1) Ontdekkingsreizen: men werd geconfronteerd met een hele nieuwe wereld
2) Vernieuwde interesse voor de literatuur en de geschiedenis van de Griekse en
Romeinse oudheid ➜ humanisme
3) rationalisme vs empirisme: meest betrouwbare bron van kennis is:
Rationalisme - René Descartes ➜ logisch beredeneren
Empirisme - John Locke ➜ zintuiglijke waarneming
4) Ambacht + wetenschap: wetenschappers gebruiken ambachtelijke kennis voor
instrumenten en ambachtslieden geïnteresseerd in wetenschap.
*26: De wetenschappelijke revolutie
De Verlichting: kritisch maar optimistisch
Wetenschappelijke methodes toepassen op de samenleving ➜ 1650 begin Verlichting;
allerlei aspecten van de samenleving worden ter discussie gesteld.*
➜ Positie van godsdienst in de samenleving; kwam onder druk te staan door nieuwe
ontdekkingen zoals van Isaac Newton: zwaartekracht. De wereld bleek niet afhankelijk van
het ingrijpen van een God. ➜ Inzicht verlichte denkers: het geloof is een persoonlijke
zaak. ➜ verwerpen systeem waarin de adel meer rechten bezit.
Verlichte denkers geloofden dat door redelijk denken vooruitgang mogelijk was:
vooruitgangsgedachte. Opvoeding & onderwijs. Kinderen moeten vanaf jonge leeftijd
opgeleid worden tot kritische burgers en onderwijs bood weerstand tegen heersende
misvattingen en bijgeloof.
*27: Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen
van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
Belangrijke verlichte denkers en hun ideeën
● John Locke en Jean-Jacques Rousseau: burgers beschermen tegen
machtsmisbruik door de staat. ➜ uitgaand van het natuurrecht, de macht ligt
uiteindelijk bij het volk. Lang geleden vastgesteld in sociaal contract (denkbeeldige
overeenkomst tussen burgers en vorst over de wijze van bestuur)
○ Locke: Gemeenschap sluit overeenkomst met vorst, burgers blijven trouw
aan de vorst en de vorst biedt hun bescherming en beloofd van macht geen
misbruik te maken. Als dit niet gebeurde mocht de bevolking hem afzetten.
○ Rousseau: gaat uit van de algemene wil: wetten moeten overeenkomen met
wat alle burgers samen wilde ➜ directe democratie. Dit zou positie armen en
slaven ook verbeteren.
, ● Montesquieu: scheiding der machten (trias politica)
○ Wetgevende macht
○ Uitvoerende macht
○ Rechtsprekende macht
● Adam Smith: keerde zich tegen overmatige staatsinvloed op gebied van economie.
● Réne Descartes ➜ beschouwt het logisch redeneren als meest betrouwbare bron
van kennis.
● Voltaire: vrijheid van denken en voor rechtvaardige staat. Je mag alles denken wat
je wilt, denken is vrij. Maar niet alles doen.
● Immanuel Kant: Kritisch denken geleidelijk ontwikkelen, tegen revolutie, kennis is
beperkt, combi ervaring en ratio
● Spinoza: God is de schepping zelf en grijpt niet in. Bijbel is door mensen
geschreven. Wonderen bestaan niet. De natuur en het leven verlopen wetmatig
zonder doel.
Publieke opinie en de vorst
De publieke opinie zorgde voor spanning en onrust. De periode van de Verlichting valt
samen met die van het absolutisme*. Vorsten proberen absolute macht te bereiken dmv
centralisatie. ➜ droit divin: de gedachte dat God hen had aangesteld om te heersen.
In sommige landen omarmden de vorsten zelf de verlichtingsideeën: verlicht absolutisme*.
*23: Het streven van vorsten naar absolute macht
*28: Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijke bestuur op
eigentijdse, verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)
Verlicht absolutisme | Frederik de Grote - koning van Pruissen (dit voorbeeld moet je
kennen) / Catharina de Grote van Rusland. Beide: “Niets door het Volk, alles voor het
Volk”
Soevereiniteit ➜ is het recht van een bestuursorgaan om het hoogste gezag uit te oefenen
zonder dat verantwoording is verschuldigd aan een ander orgaan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller guusjev. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.81. You're not tied to anything after your purchase.