‘’sociale psychologie zich op de wetenschappelijke studie van hoe het gedrag, de gedachten en de
gevoelens van mensen worden beïnvloed door de werkelijke, ingebeelde of impliciete aanwezigheid
van andere mensen’’ (Allport, 1985). Het bestudeert eigenlijk in hoeverre ons gedrag wordt
beïnvloed door de mensen om ons heen. Iemand kan zich met mensen om zich heen namelijk erg
anders gaan gedragen. En heeft zelfs invloed op ons gevoel van eigenwaarde etc. Om een zo’n
correct mogelijk beeld van iemand te krijgen. Je kunt je helemaal anders gedragen als je met anderen
bent.
Mattheus effect (bijbel): kleine begin verschillen hebben de neiging om zich uit te breiden. Wat op
het begin 1% verschil was wordt uiteindelijk uitvergroot.
mensen met veel geld worden gemakkelijker nog rijker, door te beleggen. Als je arm bent wordt je
gemakkelijker nog armer.
Zelfreflectie: het vermogen dat we hebben om elkaar in de 3 e persoon te zien. naar jezelf kijken door
de ogen van iemand anders.
Subjectieve zelfkennis: in jezelf naar jezelf kijkt. Wat voel ik, wat denk ik? introspectie. Je hebt
hierdoor een roze bril op. Je bent je vaak niet bewust van alles wat je denkt, hierdoor denk je dat je
autonomer bent dan feitelijk waar is.
Objectieve zelfkennis: naar jezelf kijken zoals een buitenstaander naar jou kijkt.
Zelfwaardering: een algemene evaluatie over onszelf.
- Expliciete zelfwaardering: ik ben goed in..
- impliciete zelfwaardering: blijkt uit gedrag, bijvoorbeeld timide lichaamshouding.
- stabiele zelfwaardering of instabiele zelfwaardering: afhankelijk van gebeurtenissen of
constant
Zelfevaluatiemotieven
- Accuraatheidsmotief: we willen liever ware dan onware informatie hebben over de wereld.
Een beeld ontwikkelen van je eigen kwaliteiten en beperking in wat nu nodig is. Bijv ik kan
een band plakken.
- Zelfverbeteringsmotief: we willen ons ontwikkelen, beter worden in datgene wat we doen.
Mensen die de hoop hebben dat ze kunnen groeien, doen aan opwaarts sociaal vergelijken,
een positief rolmodel zoeken. mensen die het opgegeven hebben doen juist aan neerwaartse
sociale vergelijking, er zijn mensen die het slechter hebben.
- Zelfverheffingsmotief: we willen ons beter voordoen dan we zijn. te optimistische
toekomstplannen en hun eigen kwaliteiten erg hoog inschatten.
zoeken naar informatie die je in een positiever daglicht stelt. Neerwaarts sociaal vergelijken.
slechte eigenschappen = gewoon, goede eigenschappen = bijzonder
- Consistentiemotief: mensen willen consistent overkomen voor zichzelf en anderen. Als je A
zegt moet je A blijven zeggen. We willen voorspelbaar zijn voor anderen
meet de betrouwbaarheid. Het streven naar een stabiel zelfbeeld
Social tuning: onbewust aanpassen aan anderen
emotionele besmetting: lachbanden laat mensen lachen.
, self fullfilling prophecy: als je een negatieve indruk van iemand hebt (buitenlanders) ga je er
onbewust alles aan doen om deze indruk te behouden.
Zelfbewustzijn is het vermogen om op een objectiverende manier naar jezelf te kijken. Een publiek
zelfbewustzijn is wanneer iemand naar zichzelf kijkt door de ogen van een denkbeeldig publiek,
hierdoor denk je na over dingen zoals: ‘’wat had ik beter anders kunnen zeggen in dat gesprek of hoe
kwam ik over’’. Er bestaat ook een privé zelfbewustzijn waarbij iemands aandacht gericht is op zijn
eigen binnenkant: ‘’wat voel ik, wie ben ik’’.
In bepaalde situaties kan er een verhoogd zelfbewustzijn optreden, bijvoorbeeld als er een camera
op hen gericht is of ze hun eigen stem horen in een geluidsfragment. Ze zijn zich er in deze situaties
extra van bewust dat anderen hen kunnen waarnemen.
College 2
Groepen
- De behoefte ergens bij te horen. Mensen hebben als sociale dieren een diepgewortelde
behoeften om ergens bij te horen. Mensen konden in de prehistorie niet leven zonder groep.
Ze hadden anderen nodig voor het vergaren van eten, het bieden van bescherming en het
zorgen voor kinderen. Mensen die geneigd waren met anderen op te trekken hadden een
evolutionair voordeel. Sociale afwijzing doet daarnaast pijn en kan een lagere zelfwaardering
opwekken.
Door middel van sociale uitsluiting worden mensen afgedwongen om zich aan de in de groep
heersende normen te houden. Ongewenst gedrag kan ermee afgewend worden. Hierdoor
kunnen groepen ervoor zorgen dat leden met elkaar blijven samenwerken, conflicten
oplossen en fatsoenlijk met elkaar omgaan.
Om te functioneren in een groep moet je over zelfregulatie beschikken. Je moet rekening
houden met anderen en niet alles doen waar je zin in hebt.
Mensen die worden buitengesloten vinden het niet meer zo noodzakelijk om zich aan te
passen en worden daardoor impulsiever.
- Sociale identiteit. Onze groepslidmaatschappen vertellen ons wie we zijn. volgens de sociale
—identiteitstheorie zijn groepslidmaatschappen een deel van het zelfbeeld van een individu.
Iemand die lid is van een succesvolle groep kan zich beter over zichzelf gaan voelen dat
iemand die lid is van een groep met een lage status. We willen daarom sneller lid zijn van
groepen met een hogere status. Als we uiteindelijk lid zijn, zijn we ook gemotiveerd om de
status van de groep te verhogen.
Ondanks dat we graag lid van een groep zijn er erbij willen horen, willen we ook uniek zijn.
volgens de optimale-distinctiviteitstheorie zoeken mensen naar een evenwicht tussen erbij
horen en uniek zijn.
Rolverdeling in groepen
Formele rolverdeling is wanneer je een bepaalde rol vervuld, zoals voorzitter in de groep.
Informele rolverdeling is wanneer je rol niet expliciet vaststaat, zoals grappige oom.
Het multiple audience probleem: rolconflict wanneer mensen gelijktijdig veel verschillende rollen
vervullen en deze elkaar tegenspreken. Bijvoorbeeld tegenover je kinderen ben je lief en geduldig,
tegenover je werknemers ben je streng en formeel. Als je vervolgens je werknemers en kinderen in
dezelfde setting hebt, kan dit ongemakkelijk worden. Je weet niet meer zo goed hoe je je moet
gedragen.
Expectation states theorie: iemands status in een groep wordt bepaald door diens specifieke
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller riansimons. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.