Hoofdstukken 2 , 3, 5, 6, 7, 8, 11, 12 en 13 (met uitzondering van 2.2, 2.4, 2.5 en 13.3)
March 15, 2022
20
2021/2022
Summary
Subjects
bedrijfseconomie
4vwo
balans
rente
interest
aandelen
opties
formules
rechtspersonen
bedrijfseconomie in balans
vwo
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Secondary school
VWO / Gymnasium
Bedrijfseconomie
4
All documents for this subject (796)
Seller
Follow
PuckVWO
Content preview
Bedrijfseconomie Samenvatting
H2.1 – Procenten en promillages
Bij het rekenen met procenten stellen we eerst de basis (het uitgangspunt) vast. We bepalen welk
gegeven we gelijk moeten stellen aan 100%. Bij vragen als “hoeveel procent is 40 meer dan 25” en
“hoeveel is 60 minder dan 90”, is het getal achter “dan” de basis. En dat getal stellen we gelijk aan
100%. Is er sprake van een toe- of afname van bijvoorbeeld de verkoopprijs, dan stellen we de
oorspronkelijke waarde (hier de verkoopprijs) gelijk aan 100%.
Rekenen met promillages gaat op dezelfde manier als het rekenen met procenten; het enige verschil
is dat we niet met 100% rekenen maar met 1.000‰.
Afzet = het aantal verkochte producten.
Omzet = afzet x verkoopprijs.
Brutowinst = omzet – inkoopwaarde omzet.
Nettowinst = brutowinst – de overige kosten.
H2.3 – Ongewogen en gewogen gemiddelde
Het ongewogen (rekenkundig) gemiddelde bereken je door alle waarnemingen door het aantal
waarnemingen te delen. Alle waarnemingsgetallen hebben hetzelfde gewicht en tellen even zwaar
mee. Bij het gewogen (rekenkundig) gemiddelde ga je er van uit dat niet elk waarnemingsgetal even
vaak voorkomt. Je doet dan eerst alle waarnemingsgetallen × het gewicht (hoe zwaar het meetelt), al
die antwoorden tel je bij elkaar op en dan doe je dat gedeeld door het aantal waarnemingsgetallen.
H2.6 – Vreemde valuta
Onder vreemde valuta verstaan we valuta uit een land buiten de eurozone. Een ISO-code is een code
van de International Standards Organization. Vreemde valuta kopen en verkopen we via banken. In
de kolom Aankoop staat de hoeveelheid vreemde valuta die we kopen voor € 1. In de kolom Verkoop
staat de hoeveelheid vreemde valuta die we inleveren om € 1 te ontvangen. Bij omwisseling van
euro’s in vreemde valuta (en omgekeerd) moeten we soms aan de bank provisie betalen. Dat is een
bedrag dat de bank rekent voor de dekking van haar kosten bij de aankoop en verkoop van vreemde
valuta. Bij aankoop van vreemde valuta verhoogt de provisie het aankoopbedrag; bij verkoop van
vreemde valuta verlaagt de provisie de verkoopopbrengst.
H3.1 – Beginbalans
Een balans is een overzicht van de bezittingen (de kapitaalgoederen), het eigen vermogen en het
vreemd vermogen (de schulden) van een onderneming op een bepaalde datum.
Aan de debetkant van de balans staan de activa. Deze verdelen we in:
- Vaste activa die meer productieprocessen/jaren meegaan zoals gebouwen, machines en
inventaris;
, - Vlottende activa die één productieproces/minder dan een jaar meegaan zoals voorraden en
Debiteuren (vorderingen op klanten aan wie op rekening is verkocht);
- liquide middelen: de betalingsmiddelen zoals bank en kas.
Aan de creditkant van de balans staan de passiva. Deze verdelen we in:
- Eigen vermogen: het vermogen dat door de eigenaar(s) in de onderneming is ingebracht. Dit
is permanent vermogen dat blijvend beschikbaar is voor de onderneming, er hoeft niet op te
worden afgelost.
- Vreemd lang vermogen: de schulden met een looptijd langer dan een jaar zoals allerlei
leningen;
- Vreemd kort vermogen: de schulden met een looptijd van niet langer dan een jaar zoals
crediteuren (schulden aan leveranciers van wie op rekening is gekocht) en rekening-
courantkrediet (rood staan bij een bank).
De posten staan op een balans in een bepaalde volgorde:
Balans op…
Vaste activa …€ Eigen vermogen …€
Vlottende activa …€ Vreemd vermogen op lange termijn …€
Liquide middelen …€ Vreemd vermogen op korte termijn …€
--------- ---------
…€ …€
Een balans is altijd in evenwicht (het debettotaal moet altijd gelijk zijn aan het credittotaal).
Vreemd vermogen is tijdelijk vermogen dat moet worden afgelost. Een kredietplafond is het bedrag
dat een onderneming maximaal rood mag staan. Aan de debetkant van een balans zien we op welke
wijze het beschikbare vermogen in de onderneming is geïnvesteerd; welke kapitaalgoederen met het
vermogen zijn gekocht. Aan de creditkant van een balans zien we hoe de onderneming het
benodigde vermogen voor de financiering van de kapitaalgoederen heeft verkregen: hoe de
kapitaalgoederen zijn gefinancierd.
H3.2 – Veranderingen balansposten
Crediteuren zijn leveranciers aan wie je een schuld hebt omdat je bij hen goederen op rekening hebt
gekocht. Debiteuren zijn afnemers op wie je een vordering hebt omdat je aan hen goederen op
rekening hebt verkocht. Door het ouder worden en het gebruiken van duurzame bezittingen neemt
de waarde af, dit leidt tot afschrijvingskosten. Nettowinst (voor belasting) berekenen we door de
opbrengsten te verminderen met de kosten.
H3.3 – Samenstellen winst-en-verliesrekening
Een winst-en-verliesrekening is een overzicht van de kosten en de opbrengsten van een onderneming
over een bepaalde periode. De winst-en-verliesrekening geeft dus een specificatie van de
verandering in het eigen vermogen door de kosten en opbrengsten. Als de opbrengsten groter zijn
dan de kosten is er sprake van winst. In het omgekeerde geval is er verlies.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PuckVWO. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.