Kiezen en beslissen: Het vak gaat erover hoe mensen beslissingen maken en hoe je deze kan
beïnvloeden.
Sturen van gedrag: 2 manieren:
- Nudge: Libertair paternalisme – geen beloningen of straffen maar beïnvloed je de manier
(context) waarop iemand keuzes maakt en gedrag vertoond.
- Belonen en straffen. Mensen die te hard rijden een boete geven (wet en regelgeving) of
mensen die op het werk verschijnen en salaris ontvangen (financiële prikkel)
Hoe beïnvloed je de verkeerde keuzes?
Het belonen en straffen= vanuit ouderlijke rol = Paternalisme
mensen de optie geven om te kiezen = Libertair
twee tegenstrijdige opties. Libertair paternalisme is dus een combinatie van twee tegenovergestelde
begrippen.
Voorbeelden van libertair paternalisme:
- een vlieg op een urinoir. Het zorgt ervoor dat het knoeien ongeveer met 90 procent
vermindert. Het helpt bij het sturen van gewenst gedrag.
- Holle bolle Gijs: gedrag sturen door het leuker te maken, waardoor mensen vaker het goede
gedrag vertonen.
- Pianotrap: mensen nemen een trap doordat er een leuk muziekje onder klinkt.
Econs versus Human
mensen nemen meestal logische rationele keuzes. Waarop belonen en straffen zijn gebaseerd. Als je
iemand een boete geeft voor te hard rijden, zal die het daarna minder snel doen.
Het werkt alleen niet altijd zo. Denk bijv. aan een gevangenisstraf. De straf voor een bepaald delict
zal voor de meeste mensen niet de belangrijkste motivator zijn om het niet te doen.
Econs:
- Streven naar nutsmaximalisatie: je wilt zelf zoveel mogelijk krijgen, de hoogste beloning.
- Homo economicus kiest daarom rationeel en objectief. Het meest aantrekkelijke alternatief
uit het hele aanbod.
- Daarbij gaat eigenbelang voor het belang van anderen (egoïstisch)
Human:
- Invloed van psychologische factoren zoals (risico) perceptie, attitudes, emotie, leerprocessen
en sociale beïnvloeding
- De homo economicus bestaat niet, niemand is perfect rationeel en objectief.
- Psychologisch inzicht helpt om gedrag realistischer te verklaren en voorspellen.
Belangrijke begrippen die hierbij horen:
- Free riding vs. provision of public goods: econ is egoïstisch en profiteert van de bijdragen
van anderen = free riding. Human wil juist bijdragen aan de gemeenschap zonder er iets voor
terug te vragen= provision of public goods.
, - Economische waarde vs. Nut: econs definiëren waarde als het bedrag dat een object zou
opbrengen als het onder optimale omstandigheden zou worden verkocht.
Humans definiëren waarde in termen van nut (utiliteit), hierbij is de persoonlijke waarde en
betekenis relevant. Zo kan een oude knuffel voor iemand meer waarde hebben dan een
dure ring.
- Welvaart vs. Subjectief welzijn: welvaart (economisch): is de mate waarin iemand behoeften
met beschikbare middelen kunnen worden bevredigd (materieel).
welzijn (psychologisch) is subjectief en staat buiten de economie. Welzijn is een gevoel van
welbevinden.
Kunnen we waarden en waarschijnlijkheden wel goed inschatten?
we overschatten onszelf meestal. Zo denkt 90 procent van de bestuurders denkt dat zijn of haar
rijstijl bovengemiddeld is. Wat natuurlijk niet kan. Zo is 50% beter dan gemiddeld en 50% slechter
dan gemiddeld. Hierdoor vertonen we ook bepaald gedrag, bijv. door te rijden en make up op te
doen (je bent immers toch een goede rijder). Daardoor laten we soms dus dom en irrationeel gedrag
zien en soms logisch gedrag.
Systeem 1 en systeem 2
Schneider en Schriffrin (1977) vonden dat wij juist of heel automatisch denken of heel erg
gecontroleerd.
Lieberman (2003) vond dat we juist heel reflectief denken of juist reflectief.
Strack en Deutch (2004) vonden dat we impulsief of beredeneerd denken.
Algemene conclusie = We denken volgens 2 systemen.
- Systeem 1: ongecontroleerd, moeiteloos, associatief, snel, onbewust en gebaseerd op
ervaring. Komt als eerste in werking!
- Systeem 2: gecontroleerd, moeizaam, deductief, langzaam, bewust en volgt regels. Komt in
werking als we er energie in steken en ons best doen!!
Het nut van deze systemen
- Systeem 1:
o gaat snel en gemakkelijk = gebruikt met tijdsdruk
o gevoelig voor fouten
- Systeem 2:
o Kunnen hierdoor inbeelden van hypothetische situaties (nadenken over de toekomst
en gevolgen inschatten)
o Zelfcontrole (omgaan met verleidingen). Kunnen kijken naar lange termijn doelen
dan korte termijn doelen.
De verleiding weerstaan
- Dynamisch inconsistent: lange en korte termijn doelen kunnen snel veranderen van
prioriteit.
o Warm- koud kloof: afhankelijk van de verleiding (warm) wordt het korte termijn doel
meer geactiveerd. Als je een bak nootjes voor je hebt staan, wordt de verleiding
warmer en zul je het sneller pakken ondanks dat je wilt afvallen (lange termijn).
- Gedachteloos kiezen: veel keuze worden onbewust gemaakt, zoals bijvoorbeeld hoe veel je
eet. Mensen aten meer van de soep toen die automatisch werd bijgevuld (via een stiekem
slangetje).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller riansimons. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.92. You're not tied to anything after your purchase.