Tentamentraining bestand
Algemeen (karakter + beginselen)
BTW Algemene indirecte verbruiksbelasting bestemmingslandbeginsel
consumptief verbruik niet productief verbruik
vrijstellingen en tariefdifferentiaties objectief
Beginselen Belastingen zijn nooit neutraal beïnvloeden het economisch handelen
Fiscale neutraliteit:
-inwendige neutraliteit binnen de -uitwendige neutraliteit:
onderneming moet de btw zo min economische/ interne neutraliteit
mogelijk merkbaar zijn (daarom (concurrentie)
gelijk aftrekken) >juridische neutraliteit
(prijsevenredigheid art 1 lid 2 Btw-
richtlijn)
>externe neutraliteit (neutraliteit in
internationaal verband)
Algemene beginselen: vertrouwensbeginsel+ respecteren van zorgvuldig
handelen door de ondernemer + gelijkheidsbeginsel + verdedigingsbeginsel +
misbruik van rech)+ fraude maakt niet uit prestatie is een prestatie > wel
uitzonderingen voor..
Europees Art 3 lid 3 VEU jo 26 VWEU > interne markt
art 113 VWEU > harmonisatie omzetbelasting helpt hierbij
art 288 VWEU> richtlijn, btw-verordening en besluiten
*Btw-uitvoeringverordening op basis van art 397 Btw-richtlijn
Kameleoneffect richtlijnconforme interpretatie nu ander uitleg voor nationale
bepalingen
Particulier kan zich rechtstreeks op de richtlijn beroepen als (<> ohv nooit ! ):
1. Uitvoeringstermijn richtlijn voorbij
2. Niet , niet tijdig, of niet correct geïmplementeerd
3. Bepaling voldoende onvoorwaardelijk en nauwkeurig om gelijk toe te passen
géén cherry-picking
art 267 VWEU prejudiciële vragen over communautair begrip (verplicht bij hoogste
rechter behalve als acte clair of acte éclairé)
*infractieprocedure art 258 VWEU
Ondernemerschap
Art 7 OB jo 9 Btw-richtlijn Ieder (samen entiteit en afzonderlijk)
Bedrijf (economische activiteit onder bezwarende titel
Tolsma= opbrengst niet alleen duurzaam beogen en
verwachten maar moet ook zijn bedongen > principe van
het rechtstreeks verband tussen prestatie en de betaling
daarvan. + beroep + exploitatie van zaak om duurzaam
opbrengt uit te verkrijgen Polysar= zuivere
houdstermaatschappij is geen eco activiteit moeiende
holding wel als management fee berekent)
Zelfstandig (niet ondergeschikt)
, *bij natuurlijke personen naast ondernemerssfeer ook privesfeer
Publiekrechtelijke lichamen Carpaneto Piazentino= “als overheid” verricht
art 7 lid 3 OB + 9 & 13 Btw- werkzaamheden die door hen worden verricht in het kader van
richtlijn het specifiek voor hen geldende juridische overheid regime, met
uitsluiting van de werkzaamheden die zij onder dezelfde
juridische voorwaarden als particuliere economische subjecten
verrichten.
>bijlage 1 van de richtlijn voor alle zekerheid een lijst met dingen
waarvoor de overheid sowieso een ondernemer is.
> indien in de vorm van BV, NV etc. zijn ze altijd ondernemer
voorbeeld gemeentelijk vervoerbedrijf zoals RET
Begin ondernemerschap Voldaan eisen Niet voldaan eisen
ondernemerschap ondernemerschap
INZO= een Faxworld HvJ heeft beslist
haalbaarheidsstudie om te dat een BV i.o. (= in
bezien of een bepaalde oprichting) die niet de
activiteit rendabel is , is de intentie heeft zelf
eerste economische activiteiten te
ondernemershandeling gaan verrichten (dat gaat de
maakt niet uit als je daarna BV doen) enig doel de
van de zaak afziet en dus voorbereiding van de
niet tot belastbare oprichting en ook geen
handelingen heeft geleid. belaste omzet maakt, toch
>de hoedanigheid van BTW kan worden gezien als
belastingplichtige kan niet met ondernemer
terugwerkende kracht kan
worden ontnomen behoudens
fraude of misbruik beginsel van Voor de heffing van
de rechtszekerheid omzetbelasting is sprake van
>uit objectieve gegeven 2 verschillende
moet blijken dat je echt een ondernemers, die elk
onderneming wou starten afzonderlijk aangiften
moeten indienen
Einde ondernemerschap De laatste liquidatiehandeling kan worden beschouwd als het
einde van het ondernemerschap
Fini= belastingplicht blijft bestaan tot het moment dat de laatste
handeling is afgewikkeld en dat het aftrekrecht kan worden
uitgeoefend, ook al worden de investeringen niet meer
aangewend voor belastbare handelingen. Voor zover er een
rechtstreekse en onmiddellijke samenhang bestaat tussen de
verrichte betalingen en de commerciële activiteit, en vaststaat
dat er geen sprake is van een voornemen tot fraude of misbruik.
>totdat curator komt en zelfs laatste factuur van curator mag je aftrekken.
> Herhaling Faxworld maar nu enige doel beëindiging onderneming
, Fiscale eenheid
Art 7 lid 4 OB 3 voorwaarden:
organisatorische verwevenheid: 1 gemeenschappelijke leiding of de ene
vennootschap ondergeschikt aan de andere
financiële verwevenheid: meer dan 50% van de aandelen middellijk of
onmiddellijk gehouden dus inclusief zeggenschap maar niet via STAK Als je alleen
aandelen houdt niet onderdeel fiscale eenheid.
Niet in aandelen verdeeld kapitaal? rechtstreekse afhankelijkheid
economische verwevenheid: eenzelfde doel: gericht zijn op dezelfde klantenkring
/ of ene vennootschap presteert in grote mate voor de andere vennootschap
> fiscale eenheid gaat niet over de grens kan wel vaste inrichting
Ook niet ondernemers art 11 btw richlijn ‘personen’
Onstaat van rechtswege / einde ook behalve aansprakelijkheid
Handig als 1 is vrijgesteld
Voordelen Nadelen
+ 1 aangifte - Hoofdelijk aansprakelijk
+ onderling geen btw factureren
FCE BANK : prestaties tussen hoofdhuis in buitenland en vaste inrichting ook out
of scope (afhankelijk niet zelfstandig) <vs> Skandia America Corporation
prestaties hoofdhuis en de vaste inrichting die deel is van een fiscale eenheid is
belast
Object
Goed Dienst
Definitie Art 3 lid 7 OB Art 4 lid 1 OB
Levering Safe= begrip als ‘goed’ en ‘leveren van >niet iets doen kan ook een dienst zijn
een goed’ ’onroerend goed’ is allemaal >Exploitatiesubsidie is geen dienst maar
communautair bepaald en een prijssubsidie en prestatiesubsidie wél
dus niet civiel rechtelijk. Naast rechtstreeks verband moet er ook
art 3 lid 1 : sprake zijn van consumptie
sub a Safe
sub b huurkoop * bij annuleren alléén aanbetaling kwijt is
sub c oplevering oz zuivere schadevergoeding geen dienst
sub d overheid ..
sub f montage spiegel aan fiets
Gelijkgesteld/ fictief: Gelijkgesteld/ fictief:
art 3 lid 2 OB: zakelijke rechten oz art 4 lid 2 sub a: gebruiken
als lagere waarde dan dienst bedrijfsgoederen voor privé
art 3 lid 3 OB: art 4 lid 2 sub b: om niet verrichten
> sub a bedrijf onttrekken voor privé diensten
> sub c bedrijf beëindigen
art 3 lid 4 OB: ABC-leveringen
art 3 lid 5 OB: veiling
art 3 lid 6 OB: commissionair
Samengestelde prestatie > uitgangspunt is dat je iedere prestatie apart als uitgangspunt neemt
>maar je gaat niet iets wat 1 geheel is, kunstmatig uit elkaar halen. als
1 element de hoofdprestatie is en de andere prestatie ondersteunende
prestaties zijn om de hoofdprestatie aantrekkelijker te maken.
, Verboden prestaties sommige dingen zijn zo ongelofelijk verboden in alle lidstaten dat we
kunnen vaststellen dat dat niet in het economische verkeer is dit
hebben zij toegepast op drugs en op paddo's en vals geld. de rest
meestal wel naast deze 3 voorbeelden
Heffingsmaatstaf
Art 8 OB Lid 1: vergoeding
lid 5 & 78 btw-richtlijn : wat behoort wel of niet tot vergoeding
Lid 2: totaal bedrag of totale waarde of hoger bedrag (niet bij fooi niet bedongen)
lid 3: fictieve leveringen van goederen (gebruikte goederen dan lager)
lid 7: fictieve levering van diensten
Te lage prijs Subjectief dus maakt meestal niet uit,
maar bij absurd lage prijs geld normale prijs. Vb: iemand overhalen lid te worden
(=betaling in natura) dan gratis artikel =heffingsmaatstaf inkoopprijs artikel
Tarieven
Art 9 3 tarieven:
lid 1 : 21%
lid 2 sub a: 6% jo Tabel I
lid 2 sub b: 0% jo Tabel II
Art 12 UB: voor toepassing nultarief voorwaarde
NL levering NL ontvangst ICL ICV Uitvoer Invoer
Art 9 lid 1 of lid Art 9 lid 1 of Art 9 jo voor Art 1 sub b Art 9 jo tabel Art 1 sub d jo
2 sub a OB : lid 2 sub a goederentabel voor II sub a lid 2 20 OB
21% of 6% OB : 21% of II sub a lid 6 goederen jo OB
6% OB 17d jo 9 OB
Wijze van heffing
Belastingplichtige Art 12 lid 1 OB: ondernemer die levering of dienst verricht
Verlegging: 12 lid 2 jo 6 lid 1 OB
12 lid 3 jo 6a t/m 6i OB + als buitenlandse ondernemer geen vaste
inrichting in NL heeft maar wel vanuit NL naar NL levert
12 lid 5 OB jo 24b uit besl OB > onderaannemer
12 lid 5 OB jo 11 lid 1 sub a onderdeel 2 OB jo 24ba uit besl OB > optie oz
23 OB> verlegging bij invoer
Niet-cumulatieve At 1 Btw-richtlijn iedere schakel belasting over toegevoegd waarde
meermalige
heffing
Aftrek van Artikel 2 & Artikel 15 OB
voorbelasting sub a : leveringen en diensten
sub b: ICV
sub c punt 2: verlegging
Aangifte Artikel 14 OB
belasting
Teruggaaf van Btw onmiddellijk afdragen en aftrekken gevolg:
belasting Art 29 lid 1 sub a en b OB: voor de leverancier die te maken krijgt met een niet/
minder betalende afnemer > teruggave
Art 29 lid 2 OB: voor de niet-betalende afnemer tijdstip redelijkerwijs kan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller habbocodes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.10. You're not tied to anything after your purchase.