GDW S1.2 Leerdoelen
Week 1: ontwikkelingspsychologie inleiding
Ontwikkelingspsychologie is de wetenschappelijke studie naar de patronen van groei,
verandering en stabiliteit die zich voordoen bij toenemende leeftijd, dus vanaf de geboorte
tot aan de ouderdom. Zij richten zich vooral op de fase wanneer de mens de meeste
ontwikkelingen doorgaan: van de babytijd tot aan de adolescentie.
Kan beschrijven hoe de ontwikkelingspsychologie zich vanuit historisch perspectief
ontwikkeld heeft;
De grondlegger van het cognitieve ontwikkelingsmodel = de psycholoog Jean Piaget.
- Hij studeerde eerst biologie en schreef een proefschrift over weekdieren. Later
verdiepte hij zich in de psychologie, de wetenschapsleer en de logica.
- Via een aanstelling aan de laboratoria van Alfred Binet, waar gewerkt werd aan de
standaardisering van de eerste intelligentietest, kwam Piaget in aanraking met een
onderzoeksterrein dat het verdere verloop van zijn wetenschappelijke carrière zou
bepalen.
- Hij raakte gefascineerd door de fouten die kinderen van een bepaalde leeftijd in een
testopgaven maakten en raakte er steeds meer van overtuigd dat deze kinderen er
een eigen logica op na hielden die wel overeenkwam met die van hun
leeftijdsgenoten, maar niet met de ‘volwassen’ logica. Zijn conclusie was dat het
oudere kind niet alleen maar intelligenter was dan het jongere kind, maar dat hun
denkwijzen fundamenteel van elkaar verschillen.
Vroegere denkbeeld van kinderen: het kind had geen aparte status/behandeling.
- Vroeger hadden kinderen geen aparte status/behandeling dan volwassenen, zij
werden gezien als een soort miniatuurvolwassene kregen niet echt een speciale
behandeling.
- Tijdens de reformatie waren kinderen zondig (ze overtraden soms een religieuze wet)
en ze moesten worden geciviliseerd. De nadruk lag deze periode op discipline.
- Tijdens de verlichting was er veel sprake van tabula rasa (ongeschreven blad): het
kind komt leeg op de wereld, de ouders vormen met liefde en kennis een kind (de
nadruk lag veel op het nurture)
(Kinderen kregen pas rond 1600 (de middeleeuwen) een eigen status, doordat het
onderwijs universeler werd en kinderen meer gescheiden van volwassenen werden en
doordat er meer volwassenen beschikbaar kwamen op de arbeidsmarkt, waren kinderen
niet meer nodig als goedkope arbeidskrachten. Dankzij deze belangrijke sociale
veranderingen werd de ontwikkelingspsychologie als apart vakgebied erkend).
Vanaf de twintigste eeuw > opkomst kinder- en jeugdpsychiatrie
- Een kind werd systematisch bestudeerd (hun ontwikkeling v/d rest van hun leven)
- Het kind is in ontwikkeling en daarbij dus afhankelijk van zijn/haar omgeving
- Deze ontwikkeling kan worden verstoord
- De verschillen tussen kinderen en volwassenen werden beter erkend, voorbeelden
zijn: op psychisch vlak en bij de communicatie.
,Kan beschrijven waar de ontwikkelingspsychologie zich mee bezig houdt, inclusief de
verschillende ontwikkelingsgebieden en ontwikkelingsfasen, en weet waarom kennis van
dit relevant is voor een verpleegkundige;
Wat is de ontwikkelingspsychologie?
Ontwikkelingspsychologie (of levenslooppsychologie) is de wetenschappelijke studie naar
de patronen van groei, verandering en stabiliteit die zich voordoen bij toenemende leeftijd,
dus vanaf de geboorte via de babyjaren, peuterjaren, kleuterjaren, schoolperiode,
adolescentie, volwassenheid tot aan de ouderdom. De meeste aandacht van de
onderzoekers gaat uit naar de periode waarin de veranderingen elkaar het snelt opvolgen:
die van de geboorte tot aan de adolescentie.
Waar houdt de ontwikkelingspsychologie zich mee bezig?
De ontwikkelingspsychologie (ook wel de levenslooppsychologie genoemd) houdt zich bezig
met de psychologie van de ontwikkeling van de mens, van de geboorte tot aan de
ouderdom, maar met accent op de jaren tot de volwassenheid. De kinderpsychologie is
onderdeel geworden van de moderne ontwikkelingspsychologie.
- Levensfasen
- Invloed van culturele of etnische verschillen
- Universele overeenkomsten
- Ontwikkelfasen en stabiele fasen?
- Invloed van opvoeding of levenservaringen op individu
Thematische gebieden binnen de ontwikkelingspsychologie
Het onderzoek naar kinderen is onder te verdelen in 5 centrale thema’s of benaderingen:
→ Fysieke ontwikkeling → Cognitieve ontwikkeling
→ Sociale/sociaal-emotionele ontwikkeling → Persoonlijkheidsontwikkeling
→ Morele ontwikkeling (verschil tussen goed en kwaad : Kohlberg)
- Fysieke ontwikkeling – kijken naar de invloed van het lichaam
(hersenen/zenuwstelsel/spieren/de zintuigen en de behoefte aan eten, drinken en slaap)
op ons gedrag. Zij doen bijvoorbeeld onderzoek naar de effecten van ondervoeding op
het groeitempo van kinderen of naar het seksuele rijpingsproces tijdens de adolescentie.
- Cognitieve ontwikkeling – zij proberen te begrijpen hoe het gedrag van mensen wordt
beïnvloed door groei en veranderingen in hun intellectuele vermogens. Cognitieve
ontwikkelingspsychologen houden zich bezig met leren, geheugen, probleemoplossing
en intelligentie. Ze willen bijvoorbeeld er achter komen hoe intellectuele vermogens in
de loop van de kindertijd veranderen, of proberen te achterhalen of er culturele
verschillen bestaan in de factoren waaraan kinderen hun successen en mislukkelingen op
school beschrijvenn
- Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling – psychologen die zich bezighouden met de
sociale ontwikkeling kijkt naar de manier waarop de interacties van mensen met elkaar
en hun sociale relaties in de loop van hun leven groeien, veranderen en stabiel blijven.
De tweede groep kijkt naar stabiliteit en verandering in de eigenschappen die de ene
persoon van de andere onderscheiden. Een ontwikkelingspsycholoog die geïnteresseerd
is in persoonlijkheidsontwikkeling kan zich afvragen of een mens tijdens zijn leven
stabiele, duurzame karaktereigenschappen bezit, terwijl een specialist op het gebied van
sociale ontwikkeling kijkt naar het uitgaansgedrag van de adolescent. Specialisten op
, deze twee gebieden houden zich ook bezig met sociaal-emotionele ontwikkeling van
kinderen en adolescenten.
Wat zijn de verschillende ontwikkelingsfasen van de ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelinspsychologen verdelen kindertijd en adolescentie meestal in:
- Prenatale periode (periode conceptie tot geboorte)
- Baby- en peutertijd (0-3 jaar)
- Kleutertijd (3-6 jaar)
- Schooltijd (6-12 jaar)
- Adolescentie (12-20 jaar)
Waarom is kennis van de ontwikkelingspsychologie belangrijk voor een verpleegkundige?
Een verpleegkundige draagt zorg voor verschillende doelgroepen, zowel jong als oud, ze
moet goed op de hoogte \ zijn van de zaken die in de verschillende leeftijdsfasen een rol
kunnen spelen voor mensen. Daarnaast is het belangrijk dat een verpleegkundige goed het
verschil ziet tussen gezond en afwijkend gedrag. Het inlevingsniveau wordt groter als je
kennis hebt van ontwikkelingspsychologie.
Begrijpt de invloed van onderdeel uitmaken van een cohort op de ontwikkeling;
Ieder mens behoort tot een specifieke cohort: een groep mensen die rond dezelfde tijd op
dezelfde plek is geboren. Lidmaatschap van een cohort onderwerpt mensen aan invloeden
die betrekking hebben op historische gebeurtenissen, leeftijdsgebonden gebeurtenissen,
socioculturele gebeurtenissen en niet-normatieve gebeurtenissen. Belangrijke sociale
gebeurtenissen (oorlog, epidemie, economische opleving, hongersnoden) hebben een
bepaalde invloed op alle leden van een cohort.
, Mensen die tot een bepaalde cohort behoren zijn onderhevig aan bepaalde normatieve
gebeurtenissen: gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen een groep op
dezelfde manier voltrekken. Normatieve gebeurtenissen kunnen biologisch, sociaal of
cultureel bepaald zijn. Het bereiken van de puberteit is bijvoorbeeld een normatieve
gebeurtenis net als dat in westerse culturen kinderen rond hun zesde levensjaar naar school
gaan, omdat iedereen ongeveer in dezelfde periode overkomt.
Leeftijdsgebonden invloeden zijn biologische en omgevingsinvloeden die gelijk zijn voor
mensen in een bepaalde leeftijdsgroep, ongeacht waar of wanneer ze opgroeien
(puberteit/menopauze). Een socioculturele gebeurtenis als naar school gaan kan worden
beschouwd als een normatieve leeftijdsgebonden invloed, omdat dit in de meeste culturen
rond het zesde levensjaar plaatsvindt. Ontwikkeling wordt ook bepaald door normatieve
invloeden zoals etnische afkomst, sociale klasse, lidmaatschap van een subcultuur en andere
factoren. Normatieve invloeden zijn invloeden die leiden tot conformiteit, omdat men de
gevolgen van afwijkend gedrag vreest (Kim is goed in rekenen en die na een snelle
berekening ervan overtuigd is dat het antwoord b is. De leerkracht vraagt ‘wie denkt A?’,
zowat alle klasgenoten steken hun hand op dus doet kim dit ook maar uit vrees uitgelachten
te worden). Immigrant kinderen die Nederlands als tweede taal spreken zijn onderhevig aan
heel andere sociocultureel bepaalde invloeden dan in Nederland geboren kinderen die de
taal als moedertaal hebben. Niet-normatieve gebeurtenissen zijn ook van invloed op de
ontwikkeling: specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven van een specifiek
persoon op een tijdstip dat zulke gebeurtenissen de meeste andere mensen niet overkomen.
Begrippen:
- Een cohort: een groep mensen die op dezelfde plek en op dezelfde tijd/periode geboren
zijn. Bv. Tijdens de oorlog of babyboom. Een groep die gemeenschappelijke historische of
sociale ervaringen deelt.
- Cohorteffecten: zijn omgevingseffecten die optreden als gevolg van een normatieve
gebeurtenis.
- Normatieve gebeurtenissen: zijn gebeurtenissen die de hele groep beïnvloeden en die
zich voor de meeste mensen binnen een groep op dezelfde manier voltrekken. Deze
kunnen biologisch, sociaal of cultureel bepaald zijn. Het bereiken van de puberteit is een
voorbeeld van een normatieve gebeurtenis, omdat het iedereen ongeveer in dezelfde
periode overkomt.
- Een niet-normatieve gebeurtenis: dit is een specifieke gebeurtenis die plaatsvindt in het
leven van één persoon op een tijdstip dat dit niet andere individuen overkomt. Het is
mogelijk om zelf een niet-normatieve gebeurtenis te creëren: een 16-jarige examen
leerling die een landelijke wetenschapswedstrijd wint, creëert voor zichzelf een niet-
normatieve gebeurtenis.
- Normatieve invloeden: dit zijn de invloeden die leiden tot conformiteit, omdat iemand
de gevolgen van afwijkend gedrag vreest. Wanneer jij denkt dat het antwoord op een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisannekipping. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.92. You're not tied to anything after your purchase.