100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting persoonlijkheidspsychologie $0.00

Summary

Samenvatting persoonlijkheidspsychologie

 28 views  5 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de hoorcolleges van het vak persoonlijkheidspsychologie. Geslaagd in eerste zit met 15/20.

Preview 4 out of 32  pages

  • March 16, 2022
  • 32
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Persoonlijkheidspsychologie HOC
1. Inleiding tot persoonlijkheidstheorieën
Wat is persoonlijkheid?
Persoonlijkheid = een patroon van relatief permanente karaktertrekken (traits) en unieke kenmerken die
zowel voor consistentie als individualiteit zorgen in het gedrag van een persoon

Traits (trekken): consistentie over tijd, individuele verschillen in gedrag, stabiliteit over situaties
Kenmerken: unieke kwaliteiten (bv: temperament, intelligentie)

Wat is een theorie?
Theorie = een set van gerelateerde veronderstellingen die wetenschappers toelaten om op basis van
logische deductief redeneren testbare hypotheses te formuleren

Theorie is verwant met, maar verschillend van:
 Speculatie: speculatie kan theorie worden als het verbonden wordt aan empirische data en
wetenschap
 Hypothese: specifiek vermoeden dat kan getest worden aan de hand van een wetenschappelijke
methode, voor theorie heb je verschillende hypotheses nodig
 Taxonomie: classificatie volgens natuurlijke relaties, classificatie is noodzakelijk bij wetenschap
maar taxonomieën hebben geen hypotheses

Waarom bestaan er meerdere theorieën?
 Verschillende persoonlijke achtergronden (ervaringen tijdens de kindertijd, interpersoonlijke
relaties)
 Verschillende filosofische oriëntaties
 Data die gekozen wordt om te observeren is verschillend
 Unieke manieren om naar de wereld te kijken

De persoonlijkheid van theoretici en hun theorieën over persoonlijkheid
‘Psychology of science’/psychologie van de wetenschap = de empirische studie van het wetenschappelijk
denken en gedrag (inclusief theorie constructie) van een wetenschapper
De persoonlijkheden en de psychologie van verschillende theoretici beïnvloedt de aard van de theorieën
die ze ontwikkelen

Wat maakt een theorie zinvol?
Criteria voor het evalueren van een theorie/of het zinvol is
 Genereert onderzoek: belangrijkste functie van theorie is onderzoek genereren
 Is falsifieerbaar (te verifiëren, controleren): iets niet kunnen verifiëren = speculatie
 Organiseert gekende data: in staat zijn bestaande date te integreren in een verstaanbaar kader
zodanig je nieuwe onderzoek informatie kan opnemen
 Leidt handelen (praktisch)
 Is intern consistent: eenduidig maar alles moet ook met elkaar in verband staan
 Is spaarzaam (niet complexer dan noodzakelijk is): niet 100% verplicht maar spaarzaamste
theorie wordt verkozen

Dimensies voor een ‘concept’ over de mensheid
 Determinisme versus vrije keuze
 Pessimisme versus optimisme

1

,  Causaliteit (kijken naar verleden) versus teleologie (toekomstige doelen)
 Bewust versus onbewuste determinanten van gedrag
 Biologische versus sociale invloeden op persoonlijkheid
 Individualiteit versus similariteit/gelijkenis

Onderzoek naar persoonlijkheidstheorieën
2 empirische criteria voor meetinstrumenten
 Betrouwbaarheid (reliability): consistentie van het meten
 Validiteit: meet het wat het moet meten  construct validiteit (convergerend, divergerend,
discriminant) & predictieve validiteit




2

,2. Persoonlijkheidstheorie: Freud
Overzicht psychoanalytische theorie
Psychoanalyse = de methode die Freud toepaste bij de behandeling van psychische stoornissen
Psychoanalytische theorie = de persoonlijkheidstheorie van Freud

Wat maakt deze theorie interessant?
 Bouwstenen aanhalen die mensen interesseerde: seks en agressie
 Theorie werd verspreid door een groep die aan hem toegewijd waren
 Getalenteerde schrijver, kon door hoe hij het schreef zijn theorie goed verkopen

Niveaus van het mentale leven
Onbewust niveau
Niet-bewustzijn: alle processen in de hersenen die buiten bewustzijn omgaan (alles wat, buiten de
hersenen, automatisch verloopt)
Onbewust: ‘doof’ niveau waar bepaalde informatie zonder wij er iets van merken wordt opgeslagen en
verwerkt

Freuds onbewuste niveau = deel van de geest waarvan het individu zich niet bewust is, maar waar zich
onderdrukte conflicten/impulsen/drijfveren bevinden die geen toegang hebben tot het bewuste
Onbewuste processen bestaan op 2 manieren:
 Repressie (ervaringen die angst opwekken verdringen)
 Fylogenetische gave (deel van overgeërfde ervaringen)  beetje “vuilbak”, wanneer hij het niet
kon verklaren

Voorbewuste niveau
Voorbewust: informatie die op dit moment niet in het bewustzijn aanwezig is, maar naar het bewustzijn
kan gebracht worden als er aandacht aan gegeven wordt

Bewuste niveau
Bewustzijn: hersenprocessen waarvan we bewust zijn (enige niveau van mentale leven dat direct
beschikbaar is voor elk van ons
 Interesseerde niet aan Freud, hij keek alleen naar onbewuste processen

Structuren van de geest
3 structuren: id, superego en ego
Er is een continue strijd tussen id en superego waarbij ego de bemiddelaar gaat spelen

Id (pleziersprincipe)
= primair proces, vanaf geboorte aanwezig
Primitieve, onbewuste deel van de persoonlijkheid (onmiddellijke voldoening van de driften)
Bevat de fundamentele drijfveren en onderdrukte herinneringen
 Neurotische angst

Ego (realiteitsprincipe)
= secundaire proces
Het bewuste, rationele deel van de persoonlijkheid (gaat nadenken over hoe je iets kan intomen om
realistisch te zijn met uiteindelijk wel nog de bevrediging)
Het is belast met het handhaven van de vrede tussen het id en het superego
 Beschikt over afweermechanismen die helpen voor de vrede te bewaren

Freud: psychologisch gezonde mensen hebben een goed ontwikkeld ego/worden gedomineerd door ego


3

, Superego (idealistisch principe)
= geweten
Deel van de persoonlijkheid dat onze normen en waarden bevat (inclusief morele attitudes die zijn
overgenomen van ouders en maatschappij)
Omvat ook het ego-ideaal: het beeld van de persoon die je wilt zijn, die ideaal is in jouw ogen
 Morele angst

Metafoor van de kranen
De menselijke geest kan gezien worden als een buizensysteem in huis dat bestaat uit water onder druk
 Id = kranen open
 Superego = kranen dicht
 Ego = druk afleiden

Conclusie: volgens Freud wijst persoonlijkheidsverandering op een verandering in de manier waarop
psychische energie ontladen wordt

Dynamische krachten van persoonlijkheid
Volgens Freud komt ons gedrag voort uit driften of angst

Driften/drijfveren
 Libido/eros: zet mensen aan tot het ervaren van sensueel genot
Gedrag dat oorspronkelijk seksueel gemotiveerd was maar niet verbonden lijkt daaraan
 Later uitgebreid, niet alleen in seksuele zin maar libido is drijvende kracht bij alles
 Thanatos (destructieve instincten): zet mensen aan tot agressieve en destructieve gedragingen

Angsten
Enkel ego ervaart angst, maar bron van angst kan zowel id als superego als externe wereld zijn

3 angsten:
 Neurotische angst: bezorgdheid over onbekend gevaar dat voortkomt uit de relatie tussen het id
en ego (ego verliest controle over id)
 Morele angst: relatie tussen superego en ego, angst vanuit sterke morele gevoelens/schuld
 Realistische angst: relatie tussen externe wereld en ego, angst hebben over iets dat realistisch is
en kan gebeuren maar dat daarom niet sowieso gebeurt

Verdedigingsmechanismen
Verdedigingsmechanismen beschermen het ego tegen angstgevoelens, werken op onbewust niveau
 Repressie: onderdrukken van impulsen of angstige ervaringen naar het onbewuste
Het is een basismechanisme, speelt bij alle andere ook een rol
 Reactieformatie: onderdrukking door het tegengestelde te gaan doen, echte gevoelens
ontkennen door tegenovergestelde gedrag te vertonen
 Verplaatsing: heroriënteren van onaanvaardbare gevoelens naar iemand anders om echte aard
te verbergen
 Fixatie: wanneer je geblokkeerd zit in een bepaald ontwikkelingsstadium
 Regressie: iemand die terugkeert naar infantiele gedragingen
 Projectie: zien van onaanvaardbare gevoelens bij anderen die je eigenlijk zelf hebt (paranoia is
extreme vorm)
 Introjectie: positieve eigenschappen van anderen je eigen toedienen terwijl je die niet hebt
 Sublimatie: gevoelens uiten op een andere manier zoals muziek/kunst/sport/… (enige die
toegevoegde sociale waarde heeft: draagt bij tot welzijn van maatschappij)

Volgens Freud zijn verdedigingsmechanismen normaal en worden door iedereen gehanteerd (alleen een
probleem als je het in extreme mate terugvindt)


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkequeroles. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $0.00. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77988 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
Free  5x  sold
  • (0)