Ontwikkeling van talent en motivatie
Leerdoelen
Aan het einde van de cursus kunnen studenten:
1. Kernconcepten en kernbevindingen uit de positieve psychologie in de context van
levensloopontwikkeling uitleggen en analyseren (e.g., begrip van positieve states, positieve
karaktertrekken, positieve instituties).
2. De verschillende theoretische benaderingen ten aanzien van verschillende fenomenen binnen
de positieve psychologie beschrijven, uitleggen en vergelijken (aan elkaar verbinden).
3. Sterktes en zwaktes beschrijven van verschillende onderzoeksmethoden in de positieve
psychologie (= kritisch nadenken).
4. Theoretische en empirische kennis en begrip van de positieve psychologie toepassen op een
concrete real life casus (vooral in de werkgroepen).
1
,Hoorcollege 1 - Introductie
H1 - Een introductie in de positieve psychologie
Martin E.P. Seligman, voormalig hoofd van de American Psychological Association, wijst psychologen op
de vergeten missie van de psychologie; om menselijke kracht op te bouwen en genialiteit te
koesteren. Hiermee vormt hij een nieuwe richting en oriëntatie voor psychologie, positieve
psychologie. De focus ligt op het gebruik van psychologische theorie, onderzoek en
interventietechnieken om de positieve, adaptieve, creatieve en emotioneel bevredigende elementen
van menselijk gedrag te begrijpen. Positieve psychologie is de wetenschappelijke studie van wat
individuen en gemeenschappen in staat stelt te gedijen. Welke factoren zorgen ervoor dat mensen en
communities het goed kunnen doen, dat mensen gelukkig zijn en dat je florerende samenlevingen hebt?
https://www.youtube.com/watch?v=1qJvS8v0TTI
“Psychology is not just the study of weakness and damage; it is also the study of strength and
virtue. Treatment is not just fixing what is broken; it is nurturing what is best within us.”
- Martin E.P. Seligman
Relatie met andere disciplines
Positieve psychologie heeft overlap met andere gebieden, zoals sociale
psychologie, hierbij ligt de focus op de situaties waar mensen in zitten.
Maar ook persoonlijkheids psychologie, krachten van mensen, doelen,
overtuigingen en klinische psychologie, hoe je welbevinden kunt vergroten.
Ten slotte is er ook overlap met humanistische psychologie, psychiatrie,
sociologie en biologie.
Dimensions of positive psychology
Positieve psychologie focust op drie algemene gebieden van menselijke
ervaring die het perspectief weerspiegelen:
(1) Op het subjectieve niveau kijkt positieve psychologie naar positieve subjectieve
staten/toestanden of positieve emoties (vluchtig), zoals blijheid, liefde, tevredenheid met leven,
etc. Of constructieve gedachten over jezelf of de toekomst, zoals optimisme, hoop,
(zelf)vertrouwen.
(2) Op het individuele niveau ligt de focus op positieve individuele kenmerken/trekken of de
positieve gedragspatronen in mensen over tijd (stabieler). Voorbeelden hiervan zijn eerlijkheid,
creativiteit, doorzettingsvermogen, wijsheid.
(3) Op het groeps- of maatschappelijk niveau wordt gefocust op de ontwikkeling en instandhouding
van positieve instellingen. Het behandelt kwesties als de ontwikkeling van burgerdeugden, het
stichten van gezonde gezinnen en de studie van gezonde werkomgevingen. Het gaat hierbij meer
over de context waarin mensen zich bevinden. Hoe kan de context zorgen voor een
stimulerende omgeving?
Basisthema's van positieve psychologie
Goed leven - The Good Life
Positieve psychologie houdt zich hoofdzakelijk bezig met de elementen en voorspellers van het goede
leven. Het goede leven wordt gezien als het hebben van groot vermogen, macht, prestige en schoonheid,
maar deze populaire benadering is incorrect. Het idee van een volledig “goed” is datgene dat de volledige
behoefte en bestemming van de mens volledig zal bevredigen, het summum bonum.
2
,Het goede leven wordt gezien als een combinatie van drie elementen; (1) connectie met anderen, (2)
positieve individuele kenmerken en (3) levens regulerende eigenschappen (life regulation qualities).
- Positieve connecties met anderen: Aspecten van ons gedrag die connectie met anderen
kunnen bevorderen zijn het vermogen om lief te hebben, te vergeven, altruïsme en de
aanwezigheid van spirituele connecties (diepere betekenis en doel aan het leven).
- Positieve individuele karaktertrekken: Positieve individuele kenmerken zijn integriteit,
vermogen om te spelen en creativiteit, moed en nederigheid (deugden).
- Life regulation qualities: Levens regulerende eigenschappen zijn dingen die ons in staat stellen
ons dagelijkse gedrag te reguleren zodat we onze doelen kunnen bereiken terwijl we anderen
helpen. Voorbeelden hiervan zijn autonomiteit en individualiteit, zelfcontrole en wijsheid.
Positieve emoties zijn belangrijk (belang van positieve emoties)
In de afgelopen 35 jaar heeft wetenschappelijk onderzoek aangetoond hoe belangrijk positieve emoties
en adaptief gedrag zijn voor een fijn en productief leven. In het grootste gedeelte van de 20e eeuw werd
verondersteld dat onderzoek naar positieve emoties waarschijnlijk onnodig was. Het was beter om de
focus op dreigende sociale problemen te leggen zoals middelenmisbruik, crimineel gedrag, etc. En
psychologie moet ook zeker dat deel onderzoeken, maar dat is niet alles wat er is! Onderzoek naar
positieve emoties kan deze problemen zelfs helpen te verminderen. Mensen die meer positieve
emoties ervaren blijken groter succes te hebben in verschillende gebieden van het leven
(tevredenheid met leven, interpersoonlijke relaties, productiviteit, tevredenheid met baan, doelen
volbrengen, fysieke gezondheid) vergeleken met mensen die meer negatief georiënteerd zijn.
Een lange tijd hebben mensen gedacht dat als je geen negatieve emoties hebt, je positieve emoties hebt.
Bijvoorbeeld bij depressie, hierbij denken mensen aan iemand die somber is, negatieve emoties heeft,
etc. Maar bij depressie is somberheid maar één van de
kernsymptomen. Een ander belangrijk kernsymptoom is
anhedonia, het gebrek aan het voelen van plezier uit dingen
waaruit je normaal plezier haalt, dit is dus echt het gebrek aan
positieve emoties. In therapie ligt de focus nog altijd het meeste
op het wegnemen van negatieve emoties.
Positieve emoties zijn mogelijk zelfs belangrijker in behandeling. Verbetering in positieve emoties lokt
verbetering in negatieve emoties uit, in plaats van omgekeerde.
Het Dynamic model of affect (DMA) beweert dat de onafhankelijkheid tussen negatieve- en positieve
emoties afhangt van de situatie. Onder normale omstandigheden is er onafhankelijkheid tussen
positieve en negatieve emoties. Wanneer mensen onder stress of onzekerheid verkeren, smelten
positieve en negatieve emoties samen en worden ze afhankelijk.
Flourishing/floreren: ontplooien
Gaat over beter functioneren dan de normale standaard. Je bent tevreden over je leven, maar je kunt je
ook ontplooien. Cory L.M. Keyes & Shane Lopez vinden dat het huidige stelsel van traditionele
psychologie een te beperkt beeld geeft van mentaal welbevinden. Mentaal welbevinden is veel meer dan
een gebrek aan mentale problemen. Zij hebben een model ontwikkeld dat gaat over de complete
mentale gezondheid.
3
,Er is een onderscheid te maken in de verticale as, die well-being/welbevinden aangeeft, en de
horizontale as, die mental illness/ mentale problemen weergeeft. Op basis hiervan is een onderscheid
in 4 verschillende categorieën ontwikkeld;
1. Floundering (spartelen): mensen die veel/hoog mentale problemen (mental illness) hebben en
een laag welbevinden hebben. Dit is de slechtste categorie waarin je je kunt bevinden.
2. Struggling (worstelen): mensen die mentale problemen hebben (= hoog), maar hun
welbevinden nog steeds relatief hoog hebben. In het dagelijks leven kunnen zij dus nog wel
(voldoende) functioneren.
3. Flourishing
(floreren/ontplooien/opbloeien): mensen
hebben weinig (laag) mentale problemen
en een hoog welbevinden. In deze
categorie kunnen mensen floreren, het is
de enige categorie volgens het model
waarin je complete mentale gezondheid
ervaart.
4. Languishing (wegkwijnen): mensen die
geen (laag) mentale problemen hebben,
maar toch een laag welbevinden ervaren.
Dit is iemand die geen echte mentale
problemen heeft maar alsnog ontevreden is met zijn of haar leven.
Er zijn meerdere gebieden (3) waaruit well-being (welbevinden) bestaat; emotioneel welbevinden gaat
over de positieve emoties die je voelt en in hoeverre je hierin stabiel bent. Psychologische welbevinden
gaat over hoe competent je je voelt, hoe autonoom je bent en of je een doel in je leven hebt. En tenslotte
sociaal welbevinden omvat de mate waarin je een bijdrage kunt leveren aan de maatschappij en of je
deel uit maakt van een gemeenschap. Hoog sociaal welbevinden wordt verder gemeten op de volgende 5
dimensies; sociale acceptatie, sociale actualisering, sociale contributie, sociale coherentie en sociale
integratie.
Volledige mentale gezondheid is een combinatie van een hoog emotioneel welzijn, een hoog
psychologisch welzijn en een hoog sociaal welzijn, samen met een lage mental illness.
Er is kritiek op het model (Thompson), Keyes en Lopez vinden dat het traditionele model van
psychologie teveel focust op wat er mis met je is. Maar het model dat zij hebben ontwikkelt maakt ook 4
categorieën waardoor je het model kunt interpreteren als dat er iets mis met je is als je niet in de
categorie van flourishing zit. Thompson vind dat we af moeten van de categorieën en ons moeten
bewegen naar een meer dimensioneel model. Verder heeft hij ook kritiek op de metingen, het is niet
duidelijk wanneer je in welke categorie valt en hoe je dit moet meten.
Mensen hebben positieve sociale relaties nodig
Welbevinden is niet iets individueels, mensen maken onderdeel uit van een bredere sociale context.
Over culturen heen bestaan er verschillen over hoe kinderen worden gestimuleerd of verteld over het
ontstaan van geluk en blijdschap en het goede leven. Maar in het algemeen is het zoeken naar geluk iets
wat universeel is. Een van de meest prominente verschillen is tussen culturen die geluk beschouwen als;
- Een emotie die door individuen wordt bereikt door hun eigen unieke inspanningen.
- Een meer collectieve ervaring, dat wil zeggen een gezamenlijk product van personen en hun
directe familie omgeving.
4
,Geschiedenis van welzijn in de westerse wereld
Hedonisme
De oudste benadering van het welbevinden is het hedonisme en dit komt van de Oude Grieken. Hierbij
gaat het vooral over zintuiglijk plezier (eten, drinken, seks) als belangrijkste component van het goede
leven. Ook draait het om het zoveel mogelijk minimaliseren van negatieve ervaringen.
Hier zit een nadeel aan, zintuiglijke plezieren zijn meestal van korte duur en daarnaast kunnen ze
problemen opleveren zoals verslaving, overgewicht, etc. Daarnaast ontneem je jezelf de kans om te
groeien door je negatieve ervaringen te minimaliseren, sommige van deze ervaringen kunnen mensen
iets leren en hen laten groeien.
Aristoteles
Aristoteles was het niet eens met de manier die door het hedonisme werd gehanteerd. Hij vond dat een
“gouden midden” (golden mean) het belangrijkste was (= het vermijden van emotionele extremen).
Ook vond hij het belangrijk dat mensen streefde naar een betekenisvol/waardevol leven leiden (=
eudaimonia). Dit leidt volgens hem tot een gelukkig leven; “the person who is truly happy has what is
worth desering and worth having in life”.
Er zijn verschillende deugden die kunnen leiden tot een staat van eudaimonia. De deugd is het gouden
midden, het gemiddelde van wat er goed is. Als je daar teveel of te weinig van hebt is dit niet goed.
Volgens Aristoteles is dit principe aangeboren en kan iedereen de gouden middenweg bereiken.
Aristoteles stelde 12 deugden op die ons zouden helpen dichter bij een staat van eudaimonia te komen;
moed, vrijgevigheid, trots (als zelfrespect), vriendelijkheid, geestigheid, rechtvaardigheid, matigheid,
grootsheid, goed humeur, waarachtigheid, schaamte (of gepaste schuld voor onze overtredingen), en eer.
Een voorbeeld hierbij is courage/moed; als je te weinig moed hebt ben je laf (= lafheid), maar als je teveel
moed hebt dan leidt dit tot onbezonnenheid/roekeloosheid. In het laatste geval neem je teveel risico’s in
de keuzes die je maakt in je leven.
Deze deugden theorie van geluk stelt dat het cultiveren en ontwikkelen van bepaalde deugden een
persoon naar het grootste welzijn en dus naar het goede leven leidt.
Vier grote theorieën over het goede leven (volgens de Oude Grieken)
(1) Contemplatieve leven: “Het niet-onderzochte leven is niet de
moeite waard om te leven” (Socrates). Deze theorie richt zich op
wijsheid. Het contemplatieve leven is het leven waarin je onderzoekt
wat je zou moeten willen en welke kennis je zou moeten verkrijgen. De
focus hierbij ligt op het streven naar hogere kennis.
(2) Actieve leven: richt zich meer op plichtsbesef, sociale
verantwoordelijkheid, betrokkenheid in de wereld. Bijvoorbeeld dat het
belangrijk is om betrokken te zijn in de politiek, maar ook de manier
waarop je de maatschappij kunt beïnvloeden.
(3) Fatalistische leven: erkent dat het leven niet altijd over rozen gaat;
welbevinden is de acceptatie hiervan.
De eerste drie perspectieven zijn allemaal te zien in het beroemde gebed van Reinhold Niebuhr: "God
schenk mij de sereniteit om de dingen te accepteren die ik niet kan veranderen (het fatalistische leven),
5
,de moed om de dingen te veranderen die ik kan (het actieve leven), en de wijsheid om het verschil te
kennen (het contemplatieve leven).
(4) Hedonisme: streven naar individueel, zintuiglijk genot en het vermijden van pijn en lijden.
Christendom
Volgens de christenen is de weg naar het ware geluk te vinden in de boodschap en het leven van Jezus,
dat er een is van liefde en mededogen. Mensen moeten van anderen houden zoals God van de wereld
houdt en "heb uw naaste lief als uzelf". Christenen worden daarom aangemoedigd om de liefde van
Jezus na te volgen.
In het christendom heb je de zeven dodelijke zondes (= hoogmoed, hebzucht,
afgunst, luiheid, woede, vraatzucht, begeerte). Deze zeven dodelijke zonden
kun je ombuigen in vier kardinale deugden (= rechtvaardigheid,
zelfbeheersing, moed en voorzichtigheid) en drie theologische deugden (=
geloof, hoop en liefde), dit zijn min of meer de tegenhangers van de 7 dodelijke
zonden.
→ De basisprincipes van ethisch gedrag en humanitarisme in de westerse
wereld lijken te zijn gebaseerd op deze lijst van zeven positieve deugden.
Renaissance (1400-1600)
Waardering voor onafhankelijk denken
In de Renaissance kwam er een bevrijding van het christelijke dogma en meer waardering voor
onafhankelijk denken, individualiteit en creativiteit.
- Creativiteit en de opkomst van de kunstenaar: individualisme en persoonlijke visie. Voor deze
tijd was een kunstenaar enkel een ambachtsman of vrouw, nu werden zij gezien als iemand met
een persoonlijke en unieke visie.
De opkomst van het individualisme veranderde uiteindelijk het beeld van een persoon op een
manier die de manier waarop mensen naar geluk zochten aanzienlijk veranderde.
- De opkomst van wetenschap (einde 17e eeuw): Idee; rationele personen kunnen voor zichzelf
beslissen wat waar is en van ultieme waarde is. Logica, objectiviteit, en empirisme zijn tools om
de waarheid te achterhalen.
Het tweede idee was dat het "universum als geheel één grote machine is, een soort kosmisch
uurwerk, en dat al zijn onderdelen en processen eveneens worden beheerst door de
onverbiddelijke wetten van mechanische oorzakelijkheid".
- Toenemend belang van de sociale wereld (18e & 19e eeuw): Het utilitarianisme kwam in deze
tijd ook op. Het doel hiervan is dat al het menselijke handelen zoveel mogelijk geluk oplevert voor
zoveel mogelijk mensen. De basisbehoeften van mensen om plezier te zoeken en pijn te
vermijden, kunnen worden gebruikt om een stabielere en verlichte samenleving te creëren.
- Hedonic calculus (Jeremy Bentham); geluk is te kwantificeren → je kunt het uitrekenen
door de verhouding tussen de positieve- en negatieve ervaringen te onderzoeken.
Romanticisme (19e eeuw)
Het romanticisme focust zich vooral op het belang van emotionele ervaringen. Dit werd gezien als
noodzakelijk om een vol en belangrijk leven te kunnen leiden. Ook liefde werd steeds belangrijker, een
huwelijk moest gebaseerd zijn op affectie (hiervoor was dit niet het geval), het moest op vrijwillige basis
aangegaan worden en je moest autonoom zijn om deze keuze te maken (met wie je in een huwelijk
treedt).
6
,Ook bewonderde zij de kindertijd, zij zagen dit als een speciale tijd van plezier waar tijdens onze
zintuigen het meest open staan voor de wereld en toen we gevuld werden met magie. Ze prezen de
verwondering van het kind als een echte basis om ten volle van het leven te genieten.
20e eeuw, voor de Tweede Wereldoorlog
In deze periode lag de focus op;
1. Het genezen van ziektes (Curing illness).
2. Een bevredigend leven leiden (Making life more fulfilling).
3. Talent koesteren (Nurturing talent).
Twee van deze aspecten, aangegeven met dikgedrukte tekst, zijn gefocust op de positieve aspecten van
functioneren. Door de Tweede Wereldoorlog vielen deze twee punten weg en kwam de nadruk vooral op
het genezen van ziektes.
20e eeuw, na de Tweede Wereldoorlog
Na de Tweede Wereldoorlog kwam er voor lange tijd een focus op het
Disease Model (= focus op genezing). Dit heeft twee belangrijke redenen;
(1) Veel mensen kwamen niet goed uit de oorlog kwamen, vele
hadden last van PTSS, lichamelijke mankementen, etc.
(2) Als je geld wilde vragen voor psychologisch onderzoek destijds
kon je dit geld enkel krijgen als je uitging van dit Disease
model.
Daarnaast was er ook een opkomst van Behaviorisme en Psychoanalyse
na de Tweede Wereldoorlog.
Humanistische psychologie (midden 20e eeuw)
Er was maar een uitzondering, de Humanistische psychologie. Een van de pioniers van deze richting is
Abraham Maslow. Hij legde de nadruk op de potentie van mensen, wat zijn iemands waardes, deugden
en doelen in het leven. De humanistische psychologie had in deze tijd dus al een focus op positieve
aspecten van het functioneren. Dit was destijds een reactie op de theorieën die tot dan toe werden
aangehangen.
“The science of psychology… has revealed to us much about man’s shortcomings, his
illnesses, his sins, but little about his potentialities, his virtues, his achievable aspirations, or his
full psychological height. It is as if psychology had voluntarily restricted itself to only half its rightful
jurisdiction.”
- Abraham Maslow, Motivation and Personality, 1954
Humanistische psychologie:
1. Het gedrag van individuen wordt met name bepaald door hun perceptie van de wereld om hen
heen en hun persoonlijke zingeving;
2. Individuen zijn niet alleen het product van hun omgeving of hun genen;
3. Individuen zijn intern gedreven en gemotiveerd om hun menselijke potentieel te vervullen.
Waarom werd Humanistische Psychologie niet belangrijker?
Een reden hiervan is dat hun focus vooral was op het ontwikkelen van theorieën zonder dit kwantitatief te
toetsen. Er was vooral focus op introspectie en case studies (= meer kwalitatieve methoden). De focus
7
,in de psychologie lag toen al behoorlijk op kwantitatief onderzoek, hierdoor is de humanistische
psychologie niet veel groter geworden.
Huidige staat van positieve psychologie
Een kantelpunt hierin was de inauguratie van Martin Seligman voor de APA in 1998 . In zijn inaugurale
rede vertelde hij dat psychologie volgens hem terug moest naar de missie van het opbouwen van de
sterke kanten van mensen. Sindsdien is positieve psychologie sterk gegroeid, er zijn meer cursussen,
interventies, boeken (25) en publicaties (300).
Samenvatting
Positieve psychologie is de wetenschappelijke studie van hetgeen mensen en instellingen tot bloei laat
komen en hun potentieel laat realiseren.
Er is een lange geschiedenis en verschillende benaderingen voor hoe we goed kunnen leven (how to
lead the good life).
Positieve psychologie heeft ervoor gezorgd dat er meer aandacht is voor wat mensen goed doen en wat
hun positieve eigenschappen zijn (strengths ipv weaknesses).
8
,Hoorcollege 2 - Het fundament
H2 - Fundamenten: emotie, motivatie en de aard van welzijn
Wat zijn emoties?
Er is niet perse een kant-en-klare definitie voor emoties, er zijn verschillende definities die het proberen te
beschrijven. Hierin komen zij niet tot een algemene definitie, maar overlap is duidelijk te zien.
“Psychological state defined by subjective feelings but also characteristic patterns of
physiological arousal, thought, and behaviours.”
- Peterson, 2006
“Emotions are coordinated, biologically-based responses to internal or external cues that are
perceived as relevant to an organism’s needs or goals.”
- Scherer et al., 2001
In theorieën over emoties is te zien dat deze bijna allemaal erkennen dat de emotionele ervaring uit
meerdere verschillende componenten bestaat.
Bijvoorbeeld angst, hierbij heeft het als label “angst”, dat is de naam die we toekennen aan die emotie.
Maar dit bestaat ook uit de;
- Appraisals: de evaluatie die we maken van een situatie (belangrijk/
voordelig/ etc. → positieve emotie) of (gevaarlijk / onvoordelig →
negatieve emotie).
- Lichamelijke reactie: bijvoorbeeld als je boos zijn; we voelen ons
hart sneller kloppen, je wordt warm, bent aan het trillen. Emoties
gaan (bijna) altijd samen met lichamelijke reacties.
- Actie tendens: het gedrag dat de emotie ons wil laten doen (bv.
angst → we willen wegrennen).
- Gezichtsuitdrukkingen: hiermee kunnen we onze emoties
communiceren met anderen.
- Gevoel: (= complexer) het gevoel van machteloos, zwak te zijn.
Het verschil tussen een stemming (mood) en een emotie:
Met een stemming wordt verwezen naar het emotionele klimaat, omdat een stemming meer pervasieve
en constante emotionele ervaring is.
- Ze zijn langer en minder extreem.
Een emotie zijn meer zoals het weer (= emotionele weer), ze veranderen op korte termijn en als reactie
op een specifieke situatie.
- Onmiddellijke reactie op een specifiek object of situatie.
9
, Het verschil tussen affect, stemming en emoties:
Affect is een overkoepelende term voor een interne toestand zonder de inhoud of het tijdsbestek te
specificeren.
De basis universele emoties (Paul Ekman)
Een van de meest invloedrijke emotie theorieën is die van Paul Ekman. Hij stelt dat er 7 universele
emoties zijn die in elke cultuur te vinden zijn.
1. Blijdschap
2. Verdriet
3. Angst
4. Walging
5. Boosheid
6. Verbazing/verrassing
7. Minachting
→ Theorieën verschillen in hoeveel emoties er zijn (4 tot 41 (!)).
Circulaire (circumplex) model van emoties:
2 Dimensies van emoties:
1) Valentie: positief naar negatief
2) Opwinding (arousal): hoog naar laag
Wat is het verschil tussen negatieve en positieve emoties?
Zijn positieve en negatieve emoties aan elkaar gerelateerd?
Overheersende focus op negatieve emoties, die momenteel aan het veranderen is. Zijn positieve en
negatieve emoties twee uiteinden van hetzelfde continuüm?
- Dit zou betekenen dat als je negatieve emoties verminderd, dit automatisch positieve emoties
verhoogd.
- Traditioneel: één continuüm: dit is niet gunstig voor Positieve psychologie, want dat zou
betekenen dat enkel focussen op negatieve emoties al genoeg is om iemand te helpen.
- Tweedimensionale modellen: positief versus negatief affect onafhankelijk.
Onderzoek is gemengd: individuele verschillen zijn hierbij belangrijk.
- Bewijs dat toeneemt in pos. affect wordt geassocieerd met een afname van neg. beïnvloeden.
- Groeiend bewijs toont aan dat ze niet noodzakelijk samen voorkomen.
Positiviteitsratio: Gelukkige mensen hebben een gemiddelde verhouding van positieve tot negatieve
emoties boven 3:1.
Wat zijn biologische, cognitieve, en gedrag factoren die onze emoties beïnvloeden?
De componenten van een emotie:
- Bewuste ervaring (cognitie): beoordeling van de situatie om te
bepalen welke emotie we ervaren en hoe intens.
- Expressief gedrag (gedrag): gezichtsuitdrukkingen, bewegingen,
gebaren.
- Fysiologische opwinding (biologie): veroorzaakt door het autonome
zenuwstelsel.
10