Samenvatting voor het tentamen: Nederlands in de bovenbouw.
De samenvatting is samengesteld uit de boeken: Portaal, aanvankelijk en technisch lezen en spelling De hoofdstukken zijn duidelijk omschreven en er worden ook voorbeelden in benoemd.
De onderstaande paragrafen worden in de samenvatting...
Kennis taal in de bovenbouw
Portaal:
Mondelinge taalvaardigheid -> communiceren met anderen, jezelf, gevoelens uiten en kennis
delen.
-> door middel van imitatie, interactie en creativiteit kan mondelinge taalvaardigheid worden
ontwikkeld.
Voor NT2 leerlingen is luisteren intensiever, omdat deze kinderen een ander luisterniveau
hebben.
2 manieren van luisteren:
1. Actief luisteren = je laat dan zien door mimiek dat je echt luistert.
2. Passief luisteren = hier hoef je geen luistersignalen af te geven.
Spreekvaardigheden bestaat uit meerdere elementen:
Je moet de juiste klanken kunnen produceren.
Je moet weten welke klankenreeks bij welke betekenis hoort.
Je moet woorden logisch in zinnen kunnen plaatsen.
Boeiend spreken = rekening houden met je mimiek, gebaren, afwisseling in stem en je
intonatie.
Spreken en luisteren vullen elkaar aan -> in een gesprek is er voortdurend een wisselwerking
tussen spreken en luisteren.
Staan in verband met elkaar tijdens gesprekken voeren:
Verbale taal = spreken.
Lichaamstaal = mimiek en houding.
Prosodische taal = klankkleur, stemmen en ritme.
Omgangs- of thuistaal = praten over ervaringen of persoonlijke dingen.
CAT = cognitief academisch taalgebruik.
DAT = dagelijks algemeen taalgebruik.
Kerndoelen mondeling taalonderwijs:
Kerndoel 1 = de leerlingen leren informatie verwerven uit gesproken taal -> luisteren.
Kerndoel 2 = de leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven
van informatie in een gesprek -> spreken.
Kerndoel 3 = de leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies -> gesprekken
voeren.
Kerndoel 10 = de leerlingen leren bij doelen strategieën te herkennen, verwoorden,
gebruiken en beoordelen.
Gesprekken 1F 2F
Deelnemen aan discussie en overleg. Hoofdpunten volgen en Kan bespreken wat er gedaan moe
, eigen mening verwoorden worden en bijdragen aan planning.
en onderbouwen.
Informatie uitwisselen Kan in gesprekken Kan informatie verzamelen en
informatie geven, vragen en verwerken.
kritisch luisteren.
Luisteren 1F 2F
Luisteren naar instructie Kan voldoende informatie Kan uitleg en instructie begrijpen.
halen uit instructie.
Luisteren als lid van een livepubliek Kan hoofdlijnen begrijpen uit Begrijpt de gehele onderwerpen.
verhaal.
Luisteren naar radio en televisie en Kan hoofdpunten van korte Kan hoofdpunten van
naar gesproken tekst op internet. berichten van de radio, nieuwsberichten, documentaires en
televisie of internet begrijpen. reclameboodschappen begrijpen.
Doelen en niveaus in het referentiekader:
Spreken 1F 2F
Een monoloog houden Kan alledaagse aspecten Kan in grote lijnen redeneren en
beschrijven. verklaringen geven over eigen men
8 leerlijnen mondelinge communicatie:
1. Deelname aan gesprekken.
2. Interactief leren.
3. Mondeling taalgebruik.
4. Woordenschat.
5. Begrijpend luisteren.
6. Vertellen en presenteren.
7. Reflectie op communicatie.
8. Reflectie op taal.
Leerlingen leren bij mondelinge taalvaardigheden:
Omgaan met diverse mondelinge taaltaken gericht op communiceren,
conceptualiseren en expressie geven.
Verschillende interactieve vaardigheden voor gespreksvoering.
Verschillende monologische vaardigheden om te vertellen en te presenteren.
Verschillende receptieve vaardigheden om doelgericht te luisteren en te kijken hoe ze
kunnen reflecteren op communicatie.
Leerstoflijnen mondelinge taalvaardigheden -> groep 5/6:
Gesprekken:
-> taaltaken = deelnemen aan discussie en informatie uitwisselen.
-> leerlingen = passen gespreksregels toe, leren verschillende gesprekssoorten en
hoe een gesprek wordt opgebouwd.
Luisteren:
-> taaltaken = luisteren naar instructie, media en livepubliek.
-> leerlingen = leggen relaties tussen tekstdelen, gebruiken kennis van de wereld en
vormen eigen mening.
Spreken:
-> taaltaken = een monoloog houden.
-> leerlingen = leren informatie ordenen en rekening houden met het doel.
Er zijn verschillende onderdelen die je moet naleven in de lessen om de leerlingen
verder te brengen in hun ontwikkeling:
Zorg voor verbinding.
, Neem alle leerlingen serieus.
Streef heldere doelen na.
Zet taalgroeimiddelen in.
Gebruik spelsituaties voor gesprekken met leerlingen.
Gebruik materiaal.
Stimuleer de leerlingen en het taalbewustzijn.
Geef positieve feedback.
Houd rekening met de verschillen.
Sta model voor de groep.
Evalueer systematisch
L> verschillende uitgangspunten voor het oudere kind wordt hieraan toegevoegd:
Werk doelgericht aan de taaltaken en vaardigheden = de leerlingen moeten de 6
mondelinge taalvaardigheden ontwikkelen.
Gebruik een duidelijke kapstok = verschillende gesprekssoorten ontwikkelen ->
interview, telefoongesprek, mondeling verslag en conflictverslag
Hanteer en herkenbaar lesmodel = de houvast voor de leerlingen -> wordt vaak
gebruik gemaakt van een directe instructiemodel.
Bied strategieën aan = sommige leerlingen hebben ondersteuning nodig van
strategieën.
Benoem de luister- en kijkdoelen = er zijn verschillende doelen voor kijken ->
zintuigelijk kijken, evaluatief kijken en interpretatief kijken.
L> zintuigelijk kijken = benoemen wat je letterlijk waarneemt.
L> evaluatief kijken = concluderen wat je waargenomen hebt.
L> interpretatief kijken = eigen invulling geven aan wat je ziet.
Verrijk met coöperatieve werkvormen = wanneer de leerlingen samenwerken zijn ze
actief aan het werk en spreken en luisteren de leerlingen naar elkaar.
Gebruik metacommunicatie = geef feedback op het proces -> op de
spreektechnieken, taalgebruik en specifiek taalgebruik.
Reflecteer op bedoeling, proces en effect = hoe goed je kunt communiceren is
afhankelijk van hoe je het overbrengt -> door hier op te reflecteren krijgen de
leerlingen meer inzicht in het proces.
Evalueer systematisch = dit is betekenisvoller, omdat het lastiger is om op mondeling
taalonderwijs te reflecteren als op spelling.
Stimuleer het taalgebruiksbewustzijn = leerlingen moeten leren hoe er gereflecteerd
moet worden op eigen taalgedrag.
Bij het jonge kind is de mondelinge taalontwikkeling van groot belang, maar voor het oudere
kind is het belangrijk dat deze ontwikkeling verder loopt.
L> ingrediënten voor taalgroeimiddelen:
Taalaanbod
Taalruimte
Feedback
Taalstimulering
In groep 4 t/m 8 krijgen kinderen mondelinge taalvaardigheidslessen.
Lezen = het achterhalen van de betekenis van geschreven taal -> je gebruikt lezen als
middel om een doel te bereiken, zoals informeren of amuseren.
2 soorten kennis:
1. Kennis van de taal.
2. Kennis van de wereld.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller celm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.59. You're not tied to anything after your purchase.