Basisboek veiligheid en economie
Hoofdstuk 1
1.1 Balans: activa en passiva
Door winst neemt het eigen vermogen van de onderneming toe en daardoor wordt de
continuïteit van de onderneming op het financiële vlak geborgd. Een onderneming met een
negatief vermogen krijgt problemen met het aantrekken van liquiditeiten en allerlei vormen
van krediet, omdat ze op termijn niet aan haar verplichtingen zal kunnen voldoen. Kan ook
afnemen door uitkeringen aan aandeelhouders of opnamen door ondernemers. De balans
geeft inzicht in de aard en omvang van de bezittingen (de activa) en de vermogenspositie (de
passiva)
Totaal van de zijdes van de balans komt overeen. Links --> debetzijde (activa) en Rechts -->
creditzijde (passiva). De posten zijn geordend in ‘vast’ en ‘vlottend’. Vast betekend op lange
termijn en vlottend op korte termijn, meestal binnen een jaar.
1.2 Activa
Vaste activa zijn duurzame productiemiddelen, zoals terreinen, gebouwen en machines. De
activa zijn middelen waarover de organisatie beschikkingsmacht heeft en waaruit in de
toekomst naar verwachting economische voordelen naar de organisatie zullen vloeien.
Oftewel productiemiddelen van de organisatie. Hiermee worden ook diensten
geproduceerd. Het ‘menselijk kapitaal’ komt terug op de winst- en verliesrekening.
Op de activa is sprake van oplopende liquiditeiten. De ‘meest’ vaste bestanddelen bovenaan:
eerst terreinen en als laatst de vervoersmiddelen. De liquide middelen, ofwel geld, staan
altijd onderaan.
1.3 Investeringen en afschrijvingen
Wanneer productiemiddelen voor langer dan één verslagjaar worden gebruikt, worden de
kosten verdeeld over een langere periode dan één jaar. Iedere periode dat de
productiemiddelen minder waar worden, zal de waardevermindering als afschrijvingskosten
of afschrijvingen in de winst- en verliesrekening worden opgenomen.
Activeren
De aanschafwaarde (AW) van de productiemiddelen wordt onder de vaste activa op de
balans geplaatst --> activeren. Soms worden productiemiddelen niet als één geheel
aangeschaft, maar is het een optelsom van materialen en gewerkte uren die worden
samengesteld tot een bedrijfsmiddel. In dat geval worden alle bijkomende kosten opgeteld
bij de inkoopprijs, waarna men het actief als één productiemiddel activeert.
Boekwaarde
De boekwaarde is de aanschafwaarde minus de tot moment berekende afschrijvingskosten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noasas. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.35. You're not tied to anything after your purchase.