Deel 1 - Systematiek
Hoofdstuk 1: Wat is plantenbiologie?
1.1 Diversiteit van plantenstudies
Plantenanatomie = Studie die zich met interne structuren en opbouw bezighoudt.
1) 2)
1) Malpighi: Beschrijft verschillende weefsels van stengels en wortels
2) Grew: Beschreef structuur van hout het beste in zijn tijd.
Toepassingen plantenanatomie heden:
❖ Dendrochronologie: Klimaat uit het verleden bestuderen adhv de
breedte van de jaarringen in hout te meten.
❖ Forensisch onderzoek: Bijvoorbeeld pollen van specifieke plant kunnen
aangeven wie op plaats delict zou geweest kunnen zijn.
❖ Paleobotanie: De studie van de plantenfossielen.
Plantenfysiologie: Studie dat zich bezighoudt met de functies van de planten
Helmont: wetenschapper → Toonde aan dat planten niet dezelfde nutritionele behoeften hebben als
dieren
Experiment met wilgentak → Resultaat: gewicht stijgt MAAR gewicht aarde blijft gelijk
OORZAAK: Fotosynthetische activiteit
OPMERKING:
Gavritroderespons: respons langsheen Fz
Horizontale groei is niet oké WANT oxine zal in onderzijde
meer getransporteerd worden dan in bovenkant → Aan
onderzijde celgroei minder goed → Kromming
1
,Taxonomie:
= Dit beschrijft, benoemt en classificeert organismen.
Linnaeus: boek ‘Species plantarum’ (18de eeuw)
→ Hierin stonden vele plantennamen die vandaag nog steeds
geruikt worden
+ indeling van planten in 24 klassen obv aantal meeldraden
DUS nood aan uniforme nomenclatuur → Latijns
Eerste woord met hoofdletter, 2de woord met kleine letter
Latijnse namen schuin gedrukt
L. wijst op Linnaeus die daar de naam aan gaf
Plantengeografie:
= Bestudeerd hoe en waarom planten over de wereld verspreid zijn
~ Plantenecologie: Onderzoekt hoe planten met elkaar en met de omgeving interageren
Vb: effecten klimaatopwarming
Plantenmorfologie:
= Bestudeerd vorm en levenscycli van planten
Genetici:
= Bestudeerd erfelijkheid tussen planten
Mendel: erfelijkheid erwten beschrijven → Kennis in heden wordt nog steeds gebruikt: Gewassen
kweken met hogere opbrengst én kwaliteit
Genetische engineering: Genen tussen planten uitwisselen
→ Vb: ontstaan van planten met hogere weerstand tegen bepaalde pesten
Gebruik van EM! → Vivo beeldvorming = fluorescente moleculen
Economische plantkunde & ethnobotanie:
= Geïnteresseerd in praktisch gebruik van planten en plantaardige producten
Vandaag: Medicinale eigenschappen planten
1.2 Plantennamen en classificatie
Voorbeeld: Grote weegbree
→ Heeft verschillende namen in de volksmond
→ Verschillende talen
Gevolg:
❖ Ingewikkeld
❖ Moeilijk om met andere wetenschappers te communiceren
OPLOSSING: uniforme naamgeving
→ Wetenschappelijke naam: bestaat uit 2 Latijnse woorden
Binomiale systeem v/d nomenclatuur: 2 woorden nodig om de plant te benoemen
Voorbeeld: Mentha spicata L.
L staat voor Linnaeus
Latijnse naam altijd cursief
Genus-naam met hoofdletter
Species met kleine letter
1.3 Koninkrijk-concept
1ste indeling: planten -en dierenrijk
MAAR probleem:
3
, − Eugleniden = Eencelligen die voortbewegen adhv een flagel in waterige poelen
+ hebben mond voor voedsel
→ Beweging en eten dieren of andere planten: wijst op dier
MAAR hebben ook chloroplasten: aan fotosynthese doen
→ Wijst op een plant
− Slijmzwammen = Organismen die op massa protoplasma lijken, over dood materiaal kruipt
en bacteriën eten → Lijken op amoeben (dier)
MAAR bij voortplanting lijken ze op schimmels
OPLOSSING: 3de rijk oprichten, nl Protoctista
MAAR probleem: grote diversiteit aan organismen
→ 4de rijk oprichten, nl Monera: eencellige prokaryote cellen
MAAR Protoctista nog altijd te groot → Vervangen door Protista en fungi
+ Monera w vervangen door Archaea en Bacteria
Onderafdelingen:
Rijk – phylum – klasse – orde familie – genus – species
OPMERKING:
Virussen: RNA en DNA zijn omgeven door eiwitkapsel MAAR hebben niet zelfde cellulaire structuur
als andere levende organismen
→ Worden niet in die afdelingen opgenomen
Three of life:
= Grafische weergave van de verwantschappen tussen de verschillende rijken
4
,Hoofdstuk 2: Protisten
Eigenschappen:
− Heterogeen
− Eencellig: algen, eugleniden en protozoa
Anderen meercellig in de vorm van filamenten of kolonies
− Voedselopname
Algen: fotosynthese
Slijmzwannen en protozoa: opname van voedsel
Eugleniden: beiden
Oomyceten en chytriden: voedsel in opl absorberen
− Voortplanting via celdeling en sexuele processen
− Beweeglijk (vooral eencelligen) en onbeweeglijk
− Verschillende uitzichtsvormen
− Diverse en ver van elkaar gelegen habitats
Kenmerken:
− In oceanen vormen ze belangrijk deel van plankton
− Chlorofylpigmenten (a en b): gelijkaardig aan die van de hogere planten
→ Voorlopers hogere planten
− Voedsel onder de vorm van zetmeel in chloroplasten opslagen
− 1 kern per cel
− Sexuele en asexuele voortplanting
Micromonias:
❖ Diameter: 1 pm
❖ Kleinst bekende eukaryote cel
5
, Spirogyra – schroefwier:
Belangrijk kenmerk: 1 of meerdere chloroplasten zijn als spiraal rondom
onzichtbare vacuole geweven.
Chlorella:
Belangrijke rol bij verder onderzoek naar ruimte
WANT ruimtereizen beperkt door:
❖ Grootte zuurstoftank
❖ Beschikbaarheid voedsel
OPLOSSING: deze alg in ruimtetanks laten groeien
→ Door fotosynthese gaan ze de uitgeademde CO2 omzetten in zuurstof
→ Overschot van algen kan aan garnalen gevoederd worden (voedsel voor astronauten)
Phylum Chromophyta: geel-groenwieren, goud-bruinwieren, diatomeeën en bruinwieren
Onderverdeling van algen in =/ klassen:
a) Xanthophyceae: geel-groenwieren
b) Chrysophyceae: goud-bruinwieren
*
c) Bacillariophyceae: diatomeeën
d) Phaeophyceae: bruinwieren
− Xanthophyceae
− Zoetwaterorganismen
− Fucoxanthin = Bruinachtig pigment dat in al deze groepen aanwezig is
BEHALVE bij deze groep
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller beverleycanters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.41. You're not tied to anything after your purchase.