100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Moderne/Nieuwste Geschiedenis $9.23   Add to cart

Summary

Samenvatting Moderne/Nieuwste Geschiedenis

4 reviews
 143 views  24 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting aan de hand van het boek "Western Civilization" dat is samengesteld door de UvA. De hoofdstukken die erin staan zijn de hoofdstukken die je in je eerste jaar moet leren voor het tentamen op de UvA bachelor Geschiedenis. Let op: het document is in het Nederlands geschreven, maar ik gebr...

[Show more]

Preview 4 out of 88  pages

  • March 17, 2022
  • 88
  • 2020/2021
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: corbeekjoep • 6 months ago

review-writer-avatar

By: kbesteman • 1 year ago

review-writer-avatar

By: hoiteweijland • 6 months ago

review-writer-avatar

By: PortolaV97 • 1 year ago

avatar-seller
Samenvatting Nieuwste Geschiedenis


Chapter 21: Restoration, Reform and Revolution, 1814-1848

Restoration and Reaction, 1814-1830
Na de onrustige “Franse” periode geloofde de heersende elite niet dat mensen konden afhangen van
de reden, menselijke constituties of wetten om zichzelf te regeren. Ze wilden de oude orde
herstellen. Grenzen trekken voor de balans van macht bij de Grote Powers. Traditionele
fundamenten van hiërarchie zouden voor stabiliteit zorgen; monarchie, religie en aristocratie.
Middenklasse en werkende klasse, vooral in steden, weerstand.

Het congres van Wenen, 1814-1815
Na het verslaan van Napoleon; grote powers kwamen samen; Oostenrijk, GB, Pruisen en Rusland.
Ging over de terms van vrede. De overwinaars wilden territoriale grenzen om zichzelf van lange
termijn stabiliteit te voorzien. Ze wilden iets als het machtige Frankrijk voorkomen; internationaal
systeem tegen zulke bedreigingen en trokken een nieuwe kaart van Europa. Oude heersers kwamen
weer op hun tronen en oudste broer van Louis XVI werd Koning Louis XVIII. De restauratie was niet zo
compleet als ze claimden. Na de revolutie waren nieuwe realiteiten die herkend moesten worden.
Bijv. de Duitse en Italiaanse staten door Napoleon. Ook Louis kon niet als absolute monarch heersen
want generatie gewend aan constitutionele regeringen.
Met het congres werden de grens territoria van Frankrijk versterkt, Pruissen groter en Piedmont-S.
werd gemaakt. België kwam bij Holland. En overwinnaars kregen compensatie voor geruilde
gebieden. Oostenrijk kreeg zo gebieden in Italië voor het verlies van België en delen van Polen.
De conservatieve staatsmannen zworen dus loyaliteit aan het prerevolutionaire verleden en trokken
tegelijk nationale grenzen, niet denkende aan de impact voor de bewoners.
Buitenlands minister van Oostenrijk, Metternich, had een belangrijke rol in het congres.
Congres kwam door Napoleon dus Frankrijk werd als vijand gezien. Op het einde kwam Frankrijk toch
bij de vijf en het “Concert van Europa”. Zij kwamen bijna 40 jaar samen voor het oplossen van
internationale crises en het voorkomen van een grote Europese oorlog.

Herstelde monarchen in West-Europa
Meest dramatische restauratie was in Frankrijk met de Bourbons. Het bleef wel de Napoleon Code
houden met wettelijke gelijkheid. Met de Bourbon constitutie kwam er een lager en hoger huis.
Kiesrecht hiervoor beperkt, maar veel beter dan het in het oude Regime. Louis XVIII was anders dan
de andere heersers omdat hij inzag dat de principes van soevereiniteit ook moesten worden
verwerkt.
GB had meeste constitutionele parlementaire regime. Sociale onrust vanaf 1815, vanaf vrede
periode. In 1815 parliament wetgeving (Corn Laws) met hoge tarieven voor imported graan. Graan
producenten waren zo beschermd tegen de internationale markt. En meer onrust economie. Al deze
zaken zorgden voor protest van de werkers en stedelijke middenklasse. De heersende klasse, in
trauma aan de Fr. Rev., hing vast aan het verleden. Aug. 1819 duizend mensen kwamen samen in
Manchester voor universeel kiesrecht man en vrouw, jaarlijks Parliament, en andere democratische
hervormingen. Ze waren niet bewapend maar toch werden er een aantal vermoord en veel verwond.
Het Britse publiek in shock (Peterloo massamoord). Parliament antwoordde met Six Acts; verbod
vrijheid van samenkomen en censuur. Tijdens grootste deel 1820s GB restant tegen hervorming.

Oost-Europa

,Ook de centrale en Oost Europese heersers wilden vast houden aan hun absolute regering. De
Habsburgers voelden zich sterk met de verre gebieden van Oostenrijk. Multinationaal rijk dus
nationalisme niet getolereerd. Uitspraak Heerser Francis I: “Rule and change nothing.” en ook
Metternich vond de Fr. Rev. een ramp. Hij richtte een netwerk van geheime politie en spionnen op
om de onderdanen in te gaten te houden.
In de meeste Duitse staten was de politieke orde onbuigzaam. Sommige staten constituties maar de
effectieve macht in handen van de heersende huizen. Pruisen door de koning en de Junkers. Zij
waren administratief efficiënt. Door de Duitse staten heen was de middenklasse etc. gefrustreerd
met het bestaande systeem; voor vrije instituten en 1 Duitsland. Universiteit studenten vormden
brotherhoods. Metternich reageerde in juli 1819 met de Carlsbad Decrees; supervisie over
universiteiten, censuur op de print, en opheffing van jeugdgroepen. Ook vervolging van mensen die
pleitte voor zaken als representatie en nationalisme. De Pruisische koning ontsloeg zijn meer
verlichte ambtenaren.
Na Napoleon waren er nog 9 Italiaanse politieke staten. Door Napoleon gedachten over nationale
identiteit hier. In dezelfde tijd had Oostenrijk een sterke macht nu over gebieden. Het had ook
dynastieke banden tot heersende huizen in het centrale deel van het schiereiland en politiek
bondgenootschap met de pausdom. Alleen Piedmont-S. was vrij en wilden 1 onafhankelijk
schiereiland. Oostenrijk wilde de dis eenheid behouden.
De meest autocratische staat was het tsaren Rusland. Alexander I aarzelde tussen liberalisme en
reactie; zijn buitenlandse beleid had brutale macht politiek en onbaatzuchtig idealisme. Poolse
landen kwamen bij hem en hij gaf Polen een liberale constitutie, maar zijn eigen mensen kregen niet
zoiets. Maar hij negeerde de Poolse constitutie dan ook wel weer en hij wilde horigheid afschaffen
maar deed dit toch niet. Hij stelde hierbij de landelijke gentry voorop. Tegen het einde van zijn
heerschappij werd hij autocratisch, waarschijnlijk door groeiende oppositie. Myriad groepen (Russen
die in West-Europa waren geweest) warmden op voor idealen van vrijheid en constitutie. Zij
vormden geheime sociëteiten. Na zijn dood gedoe welke broer op de troon kwam. De broer Nicholas
sloeg de Decembrist opstand neer van militairen.

Spanje en haar koloniën
In 1812 nationaal parliament, de Cortes, onder Napoleon. Democratische constitutie met universeel
mannen kiesrecht een eenkamerstelsel met controle over regering beleid. Maar in 1814 kwam de
Bourbon koning Ferdinand VII terug, hij beloofde respect voor de wetten maar geloofde ook in het
divine recht van de koning. Met support van de aristocratie liet hij de liberalen arresteren.
Hij wilde het oude Spanje herstellen en had hiervoor een herbenoeming over de Amerikaanse
kolonies nodig. Deze waren rusteloos na de VS en de Franse bezetting over Spanje. Ze hadden
Napoleons gezag geweigerd en werden meer zelfredzaam, dit veranderde niet nadat Franse
bezetting over was. Ferdinand leger verzameld. Maar militaire muiterij die samenviel met een
sympathieke provinciale opstand in “revolutie 1820”. Ferdinand vroeg om hulp en Frankrijk drukte de
“revolutie” de kop in uit eigen interest. Ferdinand kon zijn regime herstellen, maar niet dat in de
kolonies. De Britten zagen hun commerciële voordeel met de vrije kolonies en hielden Spanje in
toom. Tegen 1825 waren de oude Spaanse kolonies allemaal vrij.



Ideological Confrontations
Conservatisme
De conservatieve orde werd in 1815 opgericht met de desire van de heersers om terug te gaan naar
het verleden, maar de verlichting gedachten vervaagden niet volledig.
Met het conservatisme werd de politiek rondom de restauratie dus goed gepraat, de wil om de
bestaande orde van de staande kerk, monarchieën en aristocratieën de behouden stond centraal. De
stroming sprong op tijdens en na de Franse revolutie. In de late 18 e eeuw en vroege 19e eeuw stond
de traditionele orde onder bedreiging en werd het dus een ideologie.

,Edmund Burke was 1 van de eerste intellectuelen met kritiek op de Franse revolutie. National
Assembly wilde de oude voorrechten inruilen voor principes als gelijkheid gebaseerd op de
natuurlijke law. Burke ging in zijn boek van 1790 hierop in en vond dat het oude regime bewezen had
van nut te zijn.
Reacties op de revolutie inspireerden ook morele en religieuze conservatisme. Hannah More zag
vroomheid als muur tegen rebellie. Morele gedachtes werden door de rijken verspreid en de
conservatieve waarden raakten dus een groot publiek.
Een meer extreme versie was de ultraroyalist ideologie. Zij wilden de samenleving terug naar voor de
revolutie (Burke tolereerde wel wat verandering). Een sterke autoriteit van de kerk en staat waren
voor hun het belangrijkste.
Conservatieve gedachten raakten ook de boeren en hadden een mass appeal. Prioriteit op familie
stabiliteit, gender rollen en autoriteit vader en man.
Conservatisme was beïnvloed door het romanticisme, die het verleden vierde.

Romanticisme
Ontstond in de 1760s als een rebellie tegen de rationale waarden van de verlichting en duurde tot de
1840s. Het was vooral een expressie van de kunsten. Emotie en gevoel waren belangrijk (in
tegenstelling tot “reden”). Veel jonge mannen kleden zich in de typische kleding van de
handelsmannen en was in protest tegen de kleding van de hoge klassen.
Goethe en andere schrijvers verheven mythische figuren als representatie voor menselijke energie,
passie en heldendom. Dit is terug te zien in zijn boek Faust, maar gebeurde ook door anderen over
Napoleon.
Inspiratie werd gehaald uit de natuur. Verlichters bestudeerden dit voor de principes, maar de
romantieken voor de schoonheid en formidabele macht.
Religie werd herontdekt als een authentieke bron van emotie. Zo had Duitsland een opleving van
vroomheid en beïnvloedde centraal Europa hiermee. In Engeland uitte het zich in Methodisme, deze
stroming vanaf de 1730s benadrukte salvation door actief geloof in iemands leven.
Het middeleeuwse verleden werd ook gevierd. Gothic stijl terug te zien in de kunst. In de literatuur
was chivalry en the age of faith te zien. Exotische plaatse hadden ook appeal voor de romantiek, het
recent veroverde Algeria bijv.
De romantiek daagde de culturele orde uit. Emotie en sentiment raakten ook publiek zonder
educatie in bijv. folklores. In de eerste helft van de 19 e eeuw ook meer optredens in private homes,
dit hielp musici.
Romantiek raakte ook de relatie tussen de sexes. Sand sprak zo over de emancipatie van vrouwen
van hun oppressie supervisie van vaders etc.
Na de Franse Revolutie hadden de artiesten geen royale patronage meer en hingen af van leden van
de midden klassen. De romantiek gaf het idee van het uitgehongerde genie. Romantiek liet ook de
gedachten van vrijheid en een nationale identiteit zien. Romantiek artiesten draaiden zich weg van
de klassieke traditie van onderwerp en stijl.

Nationalisme
Is het geloof dat mensen hun identiteit hebben van hun natie en het hun primaire loyaliteit
verschuldigd zijn. Een lijst met criteria voor nationhood bevat waarschijnlijk een common taal, religie
en politieke autoriteit, net als common tradities en gedeelde historische gebeurtenissen.
In een tijd waarbij traditionele religieuze waarden werden ondermijnd, bracht deze stroming een
locus van faith. Het had de belofte van een nieuwe community. Het was even sterk en kwam vaak in
verbinding met religie.
De vroegste verschijning was bij Rousseau (en was cultureel nationalisme) en zijn “general will”,
waarbij de soevereine natie groter was. Zijn leerling Herder verklaarde dat iedereen een “nationale
spirit” had. Om de unieke natuur van deze spirit te ontdekken collecteerden Europese intellectuelen
lokale poems, sings etc. Dit was ook op inspo van de romantiek. Grimm broeders kwamen ook zo met
hun bekende verhalen.

, Politiek nationalisme werd geboren in de tijd van de Franse revolutie. De Franse aristocraten die de
belastingen weigerden claimde de natie te belichamen. Toen het revolutionaire Frankrijk door
buurlanden werd aangevallen riep de Assembly de Fransen op om te vechten voor de natie. Duitse
en Italiaanse geleerden ontwikkelden in reactie op de Franse bedreiging ook een nationale spirit. Zo
werden de Duitsers bijv. opgeroepen om tegen Napoleon te staan en de Italianen waren de
afstammelingen van Rome en zouden Europa moeten leiden.
Na deze Franse periode was het vroege 19 e eeuw nationalisme kosmopolitisch en stond in de 1830s
en 1840s vooral voor een ideaal van een Europa van vrije mensen.
Meeste intellectuelen vonden nationalisme aantrekkelijk maar in de eerste helft van de 19 e eeuw
voelden meer mensen een sterkere lokale en regionale identiteit. Pas na veel propaganda voelden
Europeanen zich als deel van een nationale community en sterven voor de natie.

Liberalisme
Dit was een directe afstamming van de kritiek van de verlichting op het 18-eeuwse absolutisme.
Individuele vrijheid bereiken door limieten aan de macht van de regering. Geen restricties meer op
individuele ondernemingen en een stem in de regering van de opgeleide en bezittende man.
Beinvloed door romanticisme en nadruk op individuele vrijheid en de noodzaak dat de menselijke
personaliteit ontwikkelde tot de volle potentie. Ook onder invloed van nationalisme (in de eerste
helft van de eeuw daagde dit de staande order uit, in tweede helft juist gebruikt door heersers om
hun orde te stabiliseren).
Economisch liberalisme: Adam Smith schreef over het bevrijden van nationale economieën van de
boeien van de staat. Met het mercantilisme had de staat de controle over de prijzen van de fabricage
etc. Hij zag de economie met wetten van menselijk gedrag en geloofde dat er meer vrije krachten
moesten zijn. Smith geloofde in de vereniging van economisch self-interest en de general good. Met
lagere prijzen zouden er meer producten verkocht worden en krijgen de ondernemers meer winst en
heeft de community betere prijzen. Individuele drive voor winst is goed voor iedereen. Onzichtbare
hand. De competitieve drive zou de rijkdom van naties vergroten. In Frankrijk: “laissez-faire” (alleen
laten gaan). Smith en volgelingen vormden de school van de “klassieke economie”. Hij was
optimistisch over de markt, maar vond wel dat de overheid in moest grijpen om monopolies te
voorkomen en te zorgen voor zaken als onderwijs etc.
Malthus suggereerde dat de bevolkingsgroei te snel ging voor de productie en vond dat mensen zelf
de bron voor hun armoede waren (konden voorkomen door bijv. minder kinderen). Arbeiders
moesten niet meer betaald krijgen want dan zouden ze meer kinderen krijgen.
Ricardo geloofde dat kapitalisten alleen winst konden maken in een competitieve markt als de lonen
zo laag mogelijk zijn.
Politiek liberalisme: Voor persoonlijke vrijheid ook zo min mogelijk overheid ingrijpen. Sommigen
gingen hier anders over denken door het zien van de alarmerende resultaten van de industrialisatie
en de groei van de steden. In het midden van de eeuw riepen deze liberalen de staat om in te grijpen
in gebieden. Bentham en utilitarianism: regering zorgen voor grootste geluk onder het grootste
aantal mensen. Een leerling van hem, Mill, vond dat het de taak van de regering was om menselijke
ellende te verlichten. Hij was voor de vrije circulatie van ideeën en dat iedereen dezelfde toegang
moest hebben tot vrijheid. Beinvloed door zijn vrouw pleitte hij ook voor stemrecht van de vrouw en
gelijke intellectuele kansen.
Veel liberalen waren echter wel bang voor de massa en dat de armen misschien de privileges van de
rijken zouden aantasten. Zo zei de Franse liberaal, Guizot, dat je om te mogen stemmen gewoon
simpelweg rijk moest worden. Deze uitspraak reflecteert de bourgeoisie die in de 19 e eeuw op kwam
zetten. Dit zijn burgers die rijk werden door stedelijke beroepen. Zij waren voor liberalisme omdat
het hun rechten om in de regering mee te doen goed praatte. Economisch liberalisme trok ook
kooplieden en fabrikanten aan.
De basis van liberalisme werd uiteindelijk wijd geaccepteerd (heiligheid van menselijke rechten,
vrijheid van spreken en vereniging, en gelijkheid voor de wet).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller charliehoutkamp. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.23  24x  sold
  • (4)
  Add to cart