Samenvatting Inleiding bestuursrecht - Stappenplannen en arresten overzicht
2 views 0 purchase
Course
Inleiding Bestuursrecht
Institution
Universiteit Leiden (UL)
Deze samenvatting bevat een overzicht van de stappenplannen om casussen uit te werken, zoals uitgelegd tijdens de werkgroepen. Ook bevat het een samenvatting van de voorgeschreven arresten.
Overzicht stappenplan
bestuursrecht
Bestuursorgaan
1. Is er sprake van een a-orgaan?
a. Is er sprake van een publiekrechtelijk rechtspersoon?
i. Art. 2:1 BW, soms bijzondere wetgeving
b. Is er sprake van een orgaan?
i. Zelfstandige plaats/functie in de wet
2. Is er sprake van een b-orgaan?
a. Is er sprake van een ander persoon/college?
i. Natuurlijk persoon of privaatrechtelijk rechtspersoon (art. 2:3 BW)
b. Is er sprake van wettelijk openbaar gezag?
i. Basis in wettelijk voorschrift
c. Is er sprake van buitenwettelijk openbaar gezag? Uitspraak Stichting Bevordering
Kwaliteit Leefomgeving Schiphol
i. Inhoudelijk vereiste = criteria geldverstrekking in beslissende mate bepaald
door 1 of meer a-organen
ii. Financieel vereiste = financiering uitkering/voorziening wordt in
overwegende mate, 2/3 of meer, gedaan door 1 of meer a-organen
Let op uitzonderingen bestuursorganen: art. 1:1 lid 2 Awb
Belanghebbende
Art. 1:2 lid 1 Awb = onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een
besluit is betrokken.
1. Degene: natuurlijke personen, rechtspersonen, andere entiteiten (ledenbestand,
organisatorisch verband voor bepaald doel, neemt deel aan rechtsverkeer)
2. Rechtstreeks: geadresseerde (normadressaat) van besluit is belanghebbende, voor anderen
bepalen aan de hand van OPERA-criteria (5 cumulatieve criteria)
OPERA-criteria
1. Objectief belang = belang dat objectief vast te stellen is / meetbaar is, bijvoorbeeld
financiële of immateriële belangen. Het belang mag niet slechts in de subjectieve
belevingswereld bestaan of een louter subjectief gevoel van betrokkenheid bij het besluit
zijn.
2. Persoonlijk belang = belanghebbende moet zich in voldoende mate onderscheiden van
andere personen die ook gevolgen van het besluit zullen ondervinden. Er moet iet specifieks
zijn aan jouw situatie dat je onderscheidt van de massa.
a. Belanghebbende als je feitelijke gevolgen ondervindt, maar door uitspraak
mestbassin Mechelen correctie op dat uitgangspunt: gevolgen van enige betekenis
= gevolgen zijn vast te stellen, maar het persoonlijk belang ontbreekt als ze zo gering
zijn. Hierbij wordt gelet op afstand, zich, planologische uitstraling, milieugevolgen,
aard, intensiteit en frequentie omgevingsrecht.
b. Twee vereisten voor persoonlijk belang bij concurrentieverhoudingen op basis van
uitspraak minicamping de heksenketel
i. Concurrent moet werkzaam zijn in hetzelfde marktsegment en binnen
hetzelfde verzorgingsgebied.
ii. Ondernemer moet gevolgen ondervinden van het besluit, gelet op de aard
daarvan.
, 3. Eigen belang = kan alleen opkomen voor eigen belangen, niet voor die van een ander
(behalve bij machtiging volgens art. 2:1 lid 2 Awb)
4. Rechtstreeks belang = causale relatie tussen genomen besluit en belang, dus geen afgeleid
belang = belang wordt niet direct maar indirect geraakt, zoals bij contractuele relatie.
a. Geen afgeleid belang (dus wel rechtstreeks belang), maar wel contractuele relatie,
als er sprake is van 1 van de volgende gevallen (volgens uitspraak intrekking PGB)
i. Derde heeft los van contractuele relatie een zelfstandig eigen belang
ii. Het belang van de derde loopt niet-parallel en is dus tegengesteld aan het
belang van de ander
iii. De derde wordt geraakt in een fundamenteel verdragsrecht
b. Hoofdregel: geen belanghebbende bij parallel belang, tenzij er een zelfstandig eigen
belang is of wordt geraakt in fundamenteel recht. Altijd belanghebbende bij
tegengesteld belang.
5. Actueel belang = het belang is actueel. Geen belanghebbende bij vrees van onzekere
toekomstige ontwikkelingen die het gevolg zouden kunnen zijn van een besluit.
Art. 1:2 lid 2 Awb = de aan bestuursorganen toevertrouwde belangen worden als hun belangen
beschouwd.
Art. 1:2 lid 3 Awb = belangen van rechtspersonen zijn algemene en collectieve belangen die zij
krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.
1. Is er sprake van een rechtspersoon?
2. Behartigt deze rechtspersoon een algemeen of collectief belang in het bijzonder?
a. Algemene belangen: organisaties die opkomen voor natuur of cultuur
b. Collectieve belangen: bewonersorganisatie of winkeliersvereniging, bundeling van
individuele belangen
3. Collectief belang uitspraak LTO-Noord: belangenorganisatie die voor belang voor haar leden
opkomt, komt daarmee op voor collectief belang tenzij het tegendeel blijkt.
4. Algemeen belang uitspraak Stichting Openbare Ruimte: twee cumulatieve voorwaarden
a. Statutaire doelstelling mag niet te ruim of te algemeen omschreven zijn (relevant
zijn territoriale en functionele begrenzing)
b. Feitelijke werkzaamheden moeten verricht worden, alleen procederen is
onvoldoende dus ook bv. informatie geven, website/lezingen hebben,
wetenschappelijk onderzoek initiëren
5. Toetsen aan de rest van OPERA (aan persoonlijk en eigen belang is al gedaan) objectief,
rechtstreeks en actueel.
Overheidshandelingen
1. Feitelijk handelen (lintje doorknippen, gebouw bouwen, voorlichting etc.) -> geen besluit
2. Privaatrechtelijke rechtshandelingen (contract, verkopen) -> geen besluit
3. Publiekrechtelijke rechtshandelingen (vergunning, subsidie) -> wel besluit
Besluit
Criteria besluit volgens art. 1:3 lid 1 Awb (schriftelijke beslissing van bestuursorgaan inhoudende
publiekrechtelijke rechtshandeling):
1. Schriftelijke beslissing
2. Bestuursorgaan: a-orgaan of b-orgaan
3. Publiekrechtelijke: bevoegdheden aan bestuursorgaan bij of krachtens wet in formele zin
4. Rechtshandeling = gericht op rechtsgevolg (=verandering in bevoegdheden, aanspraken,
rechten en plichten) -> moeten beoogd en extern zijn
Uitspraak inzet videoteam over verschil publieke rechtshandeling en feitelijke handeling
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisvzanten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.69. You're not tied to anything after your purchase.