Goede samenvatting van het vak ethische en rechtsfilosofische stromingen, heel wat voorbeelden die uitgewerkt worden in de colleges + tips mbt de klassieke rechtvaardigingstoets (essentieel op het examen). Heel goed om de leerstof adh hiervan te studeren of als document om na de volledige leerstof ...
Praktisch:
tekstboeken te lezen, 2 lectuurvragen op het examen.
HOOFDSTUK 1
Filosofie = oudste kennisdomein, eerste rationele kennisdomein dat er
ooit was.
begonnen met Griekse filosofen zoals Plato,…
Vraagstukken die niet beantwoord worden/werden door de wetenschap
Filosofie = controverse
metafysica = eerste discipline binnen de filosofie
Filosoof zal zich afvragen : ‘Wat bestaat er nu eigenlijk?’
Bv: ‘Bestaat een schaduw, of is het gewoon de afwezigheid van licht?’
Het normatieve stuk van de filosofie = 1) ethiek/moraal/filosofie
2) Rechtsfilosofie
3) Politieke filosofie
Meta – ethiek : bv. ‘Wanneer hebben mensen een morele plicht?’
‘Wat betekent het om een plicht te hebben?’
Onderscheid tussen gebrek en talent is beter te vergelijken met cultuureel
kenmerk van ene kant en cultuur kenmerk van de andere kant.
Normatieve problemen = problemen waarover controverse bestaat.
Pornopas invoeren ? Taak overheid ?
‘Mogen dove ouders voor een doof kind zorgen ?’ Wiens
verantwoordelijkheid is dit?
Kindergeld = vast bedrag. Het is niet omdat ieder kind hetzelfde
krijgt dat iedereen er even gelijk van wordt. Rijken hebben dit geld
quasi ‘niet nodig’ omdat ze geen besef hebben van dat bedrag dat
op hun rekening verschijnt.
,ONBEREDENEERDE OPLOSSINGEN
1. Geloof – Wil van God
ze geven geen meerwaarde aan een maatschappelijk debat dus
zij hebben geen plaats in een debat.
we moeten zoeken naar een beredeneerde oplossing
Dilemma van Euthyphro (Plato) – GEEN religieuze argumenten
!
Waarom is Euthyphro boos? Hij zegt standvastig dat het tegen de
wil van God is.
Als het niet rechtvaardig is, waarom verwijs je dan naar God? Je
kunt even goed verwijzen naar gelijkwaardigheid,
rechtvaardigheid of menselijke waardigheid.
Conclusie: ofwel ben je een theoloog zonder moraal, ofwel moraal
zonder theologie.
2. Emoties – Instincten – intuïtie
‘Waarom zijn er nierdonoren?’ Ze redeneren NIET rationeel !
Emoties kunnen rare dingen doen met mensen, mensen op
dwaalsporen brengen.
We hebben in de geschiedenis schandpalen gebruikt om mensen,
het publiek aan te tonen dat hogere instanties ‘criminelen’ terecht
stellen.
Eenmaal je de mens zijn emoties vrijlaat is het hek van de dam,
resulteren in situaties die onbeheersbaar zijn.
Bad vibes vertalen in rationele argumentatie (‘Het is niet veel
soeps’)
We moeten onderscheid maken tussen emoties en
argumenten – HEEL BELANGRIJK !
3. Feitelijke toestand
= verschil tussen ZIJN en MOETEN.
feitelijke informatie kan belangrijk zijn in normatieve
kwesties.
Bv.’Moeten we gedetineerden vervroegd vrijlaten?’
omwille van het feit: ‘Is het nog wel nuttig om deze mensen nog
vast te houden, hebben ze hun lesje niet geleerd ? Worden ze
gedesocialiseerd? Zullen ze ooit weer goed kunnen circuleren in
onze hedendaagse maatschappij?’
‘onveilige’ samenleving ?
2
, Grafiek (mannelijke aristocratie in Engeland en of zij al dan niet een
vroegtijdige dood stierven.)
Je komt slechter uit een gevangenis dan je erin bent
geweest.
Alles hangt ervan af hoe jij denkt over doel van straf, bv. ‘straf
is de prijs die jij betaalt voor hetgeen je verkeerd hebt gedaan’.
‘Hoe zinlozer de straf, hoe beter’.
Retributivisme = de enige functie van straf is retributie, het is het
leed dat telt, je betaalt terug in leed voor hetgeen je de
maatschappij hebt aangedaan.
Je mag niet zomaar een normatief oordeel vellen puur uit
oogpunt van de feitelijke toestand.
Het is niet omdat je een fenomeen probeert te verklaren dat je dit
mag gaan rechtvaardigen. ‘Comprendre c’est pardonner’ vals
gezegde.
Je kan perfect interesse vertonen voor waarom terroristen
aanslagen plegen en NIET vanuit de Franse zegswijze vertrekken.
BEREDENEERDE OPLOSSINGEN
1. Moeilijk te aanvaarden
Bijvoorbeeld: kinderen verwekken bij aanverwanten.
hebben 4 kinderen samen, gehandicapt, omdat het NIET gezond
is !
MAAR, GROTE MAAR: Patrick Stuebing en Susan Karolewski
hebben elkaar nooit gekend maar op zestienjarige leeftijd werden
ze samengebracht en werden zij verliefd op elkaar.
als ze nooit samen opgegroeid zijn ontstaat er geen seksuele
aversie, dus men is meer tot elkaar aangetrokken en ondervinden
GEEN biologische remmingen.
MAAR: Zij wisten niet dat de Duitse wet (1871) incestseks
verbiedt.
Patrick is veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf.
is meerdere malen in beroep gegaan, alsook in Straatsburg,
maar zij stelden: ‘Dit is Duitse materie en daarmee gaan wij
ons niet bemoeien.’
Jeremy Bentham – utilitarisme (utilitas = nut)
morele calculus
3
, ‘Waarom zouden we niks nuttig kunnen doen met overledenen?’
‘The greatest happiness of the greatest number’
goed voor hem.
hetgene wat bijdraagt aan het geluk en al het goede.
1. Hedonisme
Nutsbalans is becijferbaar
Dwerg Manuel Wackenheim, dwergwerpen.
niet toegelaten door UVRM, mensonwaardig.
MAAR utilitarist zou zeggen: ‘Iedereen is content, waarom is dit
niet toegelaten?’
Dierenleed in agro – industrie
Utilitarist kan zich wel vinden in het doden van dieren maar
niet in de agro – industrie omdat deze dieren heel erg lijden.
2. Consequentialisme
‘Wie doet het meest voor de Derde Wereld?’
Bv. Moeder Theresa, zij was TEGEN pijnstillers. MAAR zij deed
wel goed voor de maatschappij, maar zo worden deze patiënten
niet geholpen.
3. Nominalisme/individualisme
bekijkt leed voor elk individu afzonderlijk.
‘Moral monstrosity’ = als jij een daad uitvoert, kijk je gewoon
naar het hedonei en het anti – hedonei.
Bv. Moord op Bobby Franks = iemand die niks voorstelt = een
mislukkeling. Vermoord door twee dandy’s (heel pretentieuze
heren) die uitdaging zochten in hun leven. (Rope – film).
Dimitri Pisarev: ‘Als het nuttig is en als ik het wil, dan vermoord
ik zelfs mijn moeder Hij werd krankzinnig.
‘Hoe bereken je hedonei?’
werkt enkel met gevolgen <-> problemen.
CONFLICT MET ONZE INTUÏTIES
Tramdilemma/Trolley dilemma
zie syllabus p. 22.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Gebruiker2345. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.