P1. Einde van een regionale grootmacht( 1842-1911)
Een verzwakte staat
Net als in de 15e eeuw, was er in de 19e eeuw een keizer aan het hoofd in
China, afkomstig uit de Qingdynastie: het eerste keizerrijk in de
geschiedenis van China. De keizer zag zichzelf als ‘zoon van de hemel’ en
zijn land als ‘middelpunt van de wereld’. Hij regeerde vanuit een luxueus
paleizencomplex in Beijing waar hij met zijn familie leefde en hij werd
ondersteund door heel veel ambtenaren. Deze
ambtenaren waren machtig en toetreden tot deze groep was alleen
mogelijk voor zonen uit rijke families die hen de nodige studie konden
geven voor de verplichte staatsexamens. In deze examens werd de kennis
van het confucianisme getoetst. Gedachtegoed: Een land kan alleen in
harmonie voortbestaan wanneer iedereen zich aan z’n meerdere(n) zou
onderwerpen. Hierdoor was er eeuwenlang een hiërarchische structuur in
de samenleving.
Eind 18e eeuw kwamen er problemen die de macht en het aanzien van het
centrale bestuur van de keizer en de ambtenaren ondermijnden.
- Verschillende hongersnoden: De bevolking was snel toegenomen,
maar de landbouwproductie niet.
- Corrupte ambtenaren: Verrijkten zichzelf in de provincies.
Hierdoor kwam de bevolking in de 19e eeuw meerdere keren in opstand.
Het leger van de Qingkeizers onderdrukte de opstanden. Het moest echter
ook strijden tegen Europse mogendheden die in China een makkelijke
prooi zagen.
Modern imperialisme
Sinds de 16e eeuw was er al overzeese handel tussen China en Europa, die
plaatsvond op initiatief van de Europeanen, door bewondering voor het
cultureel ontwikkelde en machtige China. De Qingkeizers vonden
Europeanen echter ‘barbaren’, die niets interessant konden leveren.
Daarom beperkten zij deze handel voor lang, maar in de 19e eeuw kreeg
China te maken met het modern imperialisme.
, Door de industrialisatie kreeg Europa op technologisch gebied een
voorsprong op China. Hierdoor konden de Europese mogendheden
makkelijker hun wil opleggen aan de Chinese keizers. De Britten trokken
zich na een tijdje niet veel meer aan van de handelsverboden van China:
Ze smokkelden hun producten het land binnen en ruilden ze voor Chinese
producten, vooral opium. Hierom was de keizer woedend en hij liet daarom
in 1839 de Britse opium in beslag nemen en vernietigen. Dit leidde tot
twee Opiumoorlogen( 1839-1860): met Groot-Brittannië en later
Frankrijk. China liep achter op het westen,
want ze verloor beide oorlogen en werd gedwongen ongunstige,
ongelijke verdragen te sluiten, waardoor G-B en Frankrijk de Chinese
markt open braken.
- Britse en Franse handelaren moesten toegang krijgen tot meer
kuststeden in het zuidoosten en oosten van China, Shanghai
bijvoorbeeld.
- In sommige steden gingen Europeanen de dienst uitmaken: Fransen
en Britten patrouilleerden, hieven belasting en spraken recht over
hun eigen mensen: Hongkong werd bezit van de Britten.
Andere landen zetten China ook onder druk om ongelijke verdragen te
sluiten: gunstige handelsvoorwaarden en ze namen overheidstaken over,
zoals importbelasting heffen.
Eind 19e eeuw namen westerse landen zelfs met geweld steden verder van
de kust in. De overheid verloor macht over grondgebied en inkomsten. De
bevolking werd boos, op de buitenlanders én de Qingkeizers zelf.
De Chinezen verzetten zich
Veel Chinezen beseften de achterstand van China op het westen en
vonden dat het land naar westers model moest worden gemoderniseerd.
Behoudende ambtenaren aan het hof hielden dit echter tegen, waardoor
het westen steeds machtiger werd en China de sociaal- economische
problemen niet meer kon oplossen. Hierdoor kwamen er verschillende
politieke en religieuze opstanden waarbij ook sociale tegenstellingen(arme
boeren vs. rijke, corrupte ambtenaren) aan bod kwamen.
- Taipingopstand (1851-1864)
Grote delen China( behalve westen) in de as gelegd. Leider zag
zichzelf als broer van Jezus en geloofde dat hij door God gezonden
was om een einde aan de Qingdynastie te maken. De keizer was
namelijk geen Han-Chinees en ‘spande samen’ met de westerlingen.
- De Nianopstand (1853-1868)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorvdende. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.79. You're not tied to anything after your purchase.