100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting bijzondere huisdieren $4.85   Add to cart

Summary

Samenvatting bijzondere huisdieren

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting inclusief extra aantekeningen en verwijzingen naar het examen.

Preview 4 out of 48  pages

  • March 17, 2022
  • 48
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Terraria

Terrariumdieren
 ‘Nieuwe generatie’- huisdieren
 Vooroordelen: uniek, weinig onderhoud, goedkoop, statussymbool
  Vraag en aanbod stijgen: statussymbool
  Prijzen dalen en overal verkrijgbaar: als je een overaanbod krijgt gaan de prijzen in
elkaar stuiken. Daardoor kan je op verschillende plaatsen deze dieren aankopen.
  Meer impulsaankopen: dieren aan lage prijs aangeboden waardoor mensen deze
dieren gaan kopen
  Meer dierenleed owv niet correcte verzorging, huisvesting, voeding: mensen zijn niet/
te weinig geïnformeerd over de manier dat de dieren gevoederd/gehuisvest dienen te
worden. Besparingen zijn ten kosten van het dier op termijn
o Vb: Waterschildpadden (je mag geen dieren gratis meer weggeven/ geven als
prijs):
 Houden van deze dieren is een hele investering
 Management heeft een invloed op de gezondheidstoestand: zitten in een beschermd
milieu, komen in normale toestand niet in contact met andere diersoorten (als je als
eigenaar niet in contact komt met andere reptielen)  er kan weinig misgaan
 Dieren zitten in glazen kooien  afgeschermd  geen virussen die verspreid worden
<-> honden
 Als er iets verkeerd gaat met reptielen is dit te wijten aan het management: voeding,
klimaat,…

Problematiek
 Terrariumdieren zijn geen echte ‘huisdieren’, of maw zijn niet gedomesticeerd: je kan er
geen band met opbouwen, je krijgt geen affectie
 Regelmatig zeer onverantwoord gehouden, soms gevaarlijk: terraria te klein  te veel
kosten  gedumpt. Meestal onschuldige dieren maar soms ook heel gevaarlijke
exemplaren (krokodil).
o Positieflijst: lijst met soorten/species: alles wat er op deze lijst staat mag je
houden als ‘huisdier’. Alle soorten die niet op deze lijst staan mag je niet houden.
o Sommige soorten die niet op de lijst staan, die bvb giftig zijn kan je soms wel over
de grens gaan halen (Nederland).
 Vooral informeren eigenaars, vergunningen en controle zijn belangrijk
o Je kan niet zomaar ongelimiteerd reptielen houden (geldt voor de meeste
huisdieren)
o Vogels: 1 van de weinige soorten waar je nog redelijk wat met kan doen
o Pluimvee: vanaf 200 stuks moet je je registreren
o Eens de registratie gebeurt is blijft het daar bij, je naam staat in een databank
zonder dat er verder iets wordt met gedaan  beter wat meer controles




1

,Wetgeving
 Vlarem: Vlaamse milieuwetgeving. Volgens VLAREM I meldingsplicht voor het houden
van 1 tot 30 niet giftige of gevaarlijke reptielen bij het gemeentebestuur. VLAREM II
betreft gevaarlijke dieren en grote hoeveelheden.
 CITES: Convention on International Trade in Endangered Species of wild fauna and flora
o Conventie van Washington
o International verdrag ivm het verhandelen van wilde soorten en planten  gaat
zeggen wat mag en wat niet mag

Cites
 Appendix A (I)
o Bedreigd met uitsterven
o Wildvang illegaal
o Nakweek is automatisch appendix B
o Import- en exportvergunningen noodzakelijk
o  Houden = officiële CITES-documenten bezitten van deze dieren
 Appendix B (II)
o Niet bedreigd met uitsterven
o Wildvang geregeld
o Exportvergunning nodig
o  Houden vereist overdrachtsverklaring

Systematiek reptielen
 Regnum: animalia
o Phylum: chordata
 Classis: reptilia
 Ordines:
o Testudines (schildpadden)
o Crocodilia (krokodilachtigen)
o Squamata (schubreptielen)
 Sauria (hagedissen)
 Serpentes (slangen)
o Anderen zijn zo goed als uitgestorven of uitgestorven

Eigenschappen reptielen
 Ectotherm: afhankelijk van hun omgevingstemperatuur. Voor lichaamstemperatuur
afhankelijk van de omgeving.
o Zijn koudbloedig: in koude omgeving  lichaamstemperatuur gaat dalen en visa
versa
 Poikilotherm: lichaamstemperatuur gaat variëren. Hebben geen constante
lichaamstemperatuur nodig
 Koudbloedige: combinatie van ectotherm en poikilotherm
 Schubben: thermo- en vochtregulatie, bescherming en communicatie
 Ecdysis = vervellen
 Voortplanting: inwendige bevruchting (mannelijk dier gaat zijn voortplantingsorgaan
introduceren in vrouwelijk dier) en geen larvair stadium zoals amfibieën (hier wel eerst

2

, larven). Bij crocodilia en testudines vaak omgevingstemperatuur (van de eieren tijdens
het broedproces)- afhankelijke geslachtsbepaling
o Reptielen leggen eieren die inwendig bevrucht zijn

Anatomie en fysiologie: huid
 Schubben beschermen zeer sterk tegen uitdrogen
 Epidermis gekeratiniseerd (= verhoornd)
 Meermaals per jaar vervellen (ecdysis): f(soort, leeftijd, geslacht, T, RV (relatieve
vochtigheid), voedselaanbod)
 Vervellen: lymfe + proteolytische enzymes tussen oude en nieuwe huid, volledig
afstropen (slangen) of in flarden losscheuren (hagedissen)
o Lymfevocht wordt afgescheiden tussen oude- en nieuwe huid, vormt een
scheiding tussen deze 2 lagen. Hierin worden proteolytische enzymes
afgescheiden  oude huid komt volledig los van de nieuwe huid. Op het moment
dat deze huid volledig los is gaan ze hieruit kruipen
o Bij hagedissen gaat de oude huid in stukken losscheuren en in stukken verdwijnen
 Osteoderm: beenplaten in dermis (= huid) bij sommige squamata en crocodilia
 Schildpadden: schild (zie verder)
 Secundaire structuren: poriën, stekels, ratels,…
 Functie: thermoregulatie, bescherming, communicatie
 Pigmentatie ifv T (van de omgeving)
o Kan bij sommige soorten wijzigen (kameleon)

Thermoregulatie
 Poikilotherm (= niet constant) en ectotherm (= afh van omgeving)
 PBT: preferred body temperature (25-35°C): optimale lichaamstemperatuur voor elke
soort. Omgevingstemperatuur waarbij het dier optimaal gaat functioneren.
 CTM: critical thermal maximum: maximale temperatuur waarop de dieren kunnen
functioneren. Als deze T hoger wordt gaan de dieren dit niet overleven. In het wild gaan
de dieren vluchten van deze te hoge temperaturen. In gevangenschap kunnen ze dit niet,
dieren zijn afhankelijk van de eigenaar om deze temperatuur in het oog te houden.
 PBT bereiken door actieve thermoregulatie
 ‘s Morgens T verhogen door zonnebaden en als PBT bereikt worden ze actief: opzoek
naar voedsel, een partner. Als het energielevel zakt gaan ze opnieuw in de zon zitten
totdat ze terug voldoende energie hebben.
 Meeste dagactief, ’s nachts terugtrekken ondergronds of in water maar T minder
schommelt, uitz. Boombewonders zoals kameleon (grote schommelingen van 20-30°C)
o Als je ze binnen wilt houden in een terrarium moet je de natuurlijke elementen
nabootsen. (overdag warm, ’s nachts koud, seizoenale veranderingen,…  als je
dit niet doet gaan de dieren het minder goed doen: slechte voortplanting, echt
ziek)
o Kameleon  grote schommelingen  komen uit het tropisch regenwoud:
enorme beplanting dat werkt als een soort isolatiescherm: zeer vochtige en hoge
T. Als je hoog in de bomen klimt heb je de isolerende werking minder  in de
nacht gaat de T sterk dalen doordat er geen opwarming meer is door de zon



3

,  Gematigde streken: vaak hibernatie: dieren die in de natuur een winterslaap houden
moet je ook in je terrarium ook in winterslaap laten gaan  T laten dalen en minder licht
per dag geven

Anatomie en fysiologie: zintuigen
 Orgaan van Jacobson: olfactorisch, vnl bij slangen en hagedissen
o Fomeronasale orgaan
o Olfactorisch orgaan: werkt op het reukvermogen
o Detectie van vluchtige moleculen in de lucht: worden opgenomen in dat orgaan
gebracht, dan gedetecteerd en de hersenen knopen er dan een betekenis aan
(veel gebruikt bij slangen)
 Labiale en faciale groeven bij bepaalde slangen: warmtegevoelige organen voor het
opsporen van prooien: slang kruipt rond door het gras/groen en loopt er ergens een
muis voorbij dan gaat de ingebouwde warmtecamera weten waar de prooi zich bevindt
en gaan zich dan naar de prooi bewegen
 Pariëtale of derde oog: bij veel hagedissen, lichter schubje dorsaal tussen beide ogen, in
verbinding met pijnappelklier, meet daglichtlengte
o Schubje dat lichtdoorlaatbaar is
o Staat in contact met de hypofyse (zeer lichtgevoelig orgaan): gaat de
hypothalamus sturen voor de vrijlating van GnRH: gaat zorgen voor de regeling
van de daglichtlengte

Anatomie en fysiologie: ademhaling en circulatie
 Één (slangen) of 2 longen: zakvormige structuur
 Geen diafragma  geen pleurale + peritoneale holte maar coeloomholte
 Pulmonaire circulatie aanwezig: bloed van. Hart naar de longen en longen terug naar
hart om zuurstofrijkbloed rond te pompen in het lichaam
 Hart: 2 atria, 1 ventrikel: menging O2-arm en – rijk bloed mogelijk. Crocodila hebben 2
ventrikels
o Circulatie niet volledig gescheiden zoals bij zoogdieren

Fysiologie: voeding
 Slangen: carnivoor, piscivoor (eten van vis), ovivoor (eten vooral eieren) of insectivoor,
prooi levend, gewurgd of geïntoxiceerd naar binnen, zeer beweeglijke onderkaken
(mondholte kan zeer groot worden) , 1 prooi met tussenpozen (soms tot weken)  gaan
niet 3x/dag eten, soms afhankelijk van de grote van de prooi kan er zelfs enkele weken
tussen zitten
 Hagedissen: meeste species carni- of insectivoor. Kan ook omnivoor of herbivoor
 Schildpadden: carni- herbi- of omnivoor
 Crocodilia: carnivoor

Fysiologie: voortplanting
 Paartijd ifv milieu-invloeden
 Sommige soorten territoriaal + agressie
 Bevruchting inwendig dmv hemipenes (= halve penis. Dubbel aangelegde penis: is
gespleten)

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Chayenne1212. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.85
  • (0)
  Add to cart