100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Kennis Taal In De Onderbouw $8.57   Add to cart

Summary

Samenvatting Kennis Taal In De Onderbouw

3 reviews
 154 views  29 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van drie verschillende boeken (verplichte literatuur voor de toets). Hieronder staat een overzichtje van welke hoofdstukken en paragrafen zijn samengevat. Portaal: hoofdstuk 1 (1.2 t/m 1.5), hoofdstuk 2, hoofdstuk 3, hoofdstuk 4 (4.4 en 4.5), hoofdstuk 5 (5.4 en 5.5), hoofdstuk 6 (6....

[Show more]

Preview 4 out of 41  pages

  • March 18, 2022
  • 41
  • 2020/2021
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: 692615C • 1 year ago

review-writer-avatar

By: abbaaswalidin • 1 year ago

review-writer-avatar

By: rikkieblom • 2 year ago

avatar-seller
Portaal
Hoofdstuk 1: § 1.2 tot en met §1.5
Visies
Scholen richten hun onderwijs in op grond van aannames over hoe onderwijs het best
gegeven kan worden en hoe leerlingen leren. De aannames zijn gebaseerd op leertheorieën.
Bekende leertheorieën zijn de behavioristische, cognitieve en constructivistische/sociaal-
culturele leertheorieën.

Constructivisme: stelt interactie tussen de lerende en de leeromgeving centraal’ leren is een
actief proces van kennisverwerving, waarbij de kennis ontstaat in interactie met anderen.

In de jaren 60 van de vorige eeuw kwam een emancipatorische ideologie op gang: kinderen
moesten leren hun gedachten, ideeën en meningen goed te verwoorden  communicatie
en expressie gingen een belangrijke rol spelen in het onderwijs.

21e-eeuwse vaardigheden in het onderwijs: creativiteit, kritisch denken,
probleemoplossingsvaardigheden, communiceren, samenwerken, digitale geletterdheid,
sociale en culturele vaardigheden en zelfregulering. Ook digitale geletterdheid speelt een
rol.

Traditioneel taalonderwijs:
Taal wordt gezien als een belangrijke drager van onze cultuur. Het bestaat uit
deelvaardigheden die aangeleerd worden in het onderwijs. De nadruk ligt op schriftelijke
vaardigheden en daarbinnen op vormaspecten. Ook is de grammatica belangrijk. Bij het
schrijven leren leerlingen systematisch de schrijfwijze van de woorden. Bij het lezen licht de
nadruk op de techniek ervan; leestechniek, leesbegrip en leesbeleving. Ook is er nog
technisch lezen, begrijpend lezen en vrij lezen.
Voordeel: het is overzichtelijk, namelijk verdeeld in aspecten die los van elkaar te bekijken
en te analyseren zijn.
Nadeel: verschillende onderdelen van taalonderwijs is niet evenwichtig.

Thematisch-cursorisch taalonderwijs (jaren 70 vorige eeuw):
Leerlingen leren vooral taal door taal te gebruiken in zinvolle gebruikssituaties. Leerlingen
werken vanuit bepaalde thema’s met taal. Leerlingen doen al werkend taalervaringen op die
hun vaardigheid vergroten. Zo maken ze een presentatie, poster of website. Er zijn ook
cursorische activiteiten, zoals technisch lezen, spelling en grammatica.
Voordeel: leerlingen zijn bezig in de thema’s en activiteiten die ze zelf als zinvol ervaren.
Nadeel: het thematisch werken kost veel tijd, waardoor het moeilijk si om een balans te
vinden tussen thematisch en cursorisch werken.

Taal bij alle vakken (jaren 80 vorige eeuw):
Taal is meer dan materie die geleerd moet worden. Taal gebruik je voor het leren van
nieuwe inhouden en voor het verkrijgen van nieuwe inzichten. De leerkracht is gericht op de
interactie in de groep. Leerlingen leren dan in klassikaal verband of in kleinere groepjes.


1

,Voordeel: leerlingen gebruiken taal in een situatie die voor hen betekenisvol is, maar ook
transferproblemen worden zo voorkomen.
Nadeel: bepaalde taalonderdelen kunnen niet goed uit de verf komen, omdat deze beter
systematisch aangeleerd kunnen worden  cursorisch aanbieden

Communicatief taalonderwijs (jaren 80 vorige eeuw):
Leerlingen leren om goed mondeling en schriftelijk te communiceren. Er is minder aandacht
voor de correctheid van het taalgebruik. Het accent ligt op spreken, luisteren, schrijven en
lezen, vanuit de gedachte: zender(s)  boodschap (de ‘tekst’)  ontvanger(s).
Voordeel: leerlingen kunnen gemotiveerd raken door de gekozen situaties.
Nadeel: wanneer de situaties moeten worden gekozen door de leerkracht kan er mee
gekunsteld worden.

Whole-languagebenadering:
Het is voor leerlingen onnatuurlijk om taal op te delen in kleineren delen. Er worden dus
hapklare abstracte stukjes taal als geheel aangeboden. Er is bijvoorbeeld een taalronde,
waarin vertellen, luisteren, schrijven en lezen in samenhang ervaren en geleerd worden. Ook
leren de kinderen door taal te gebruiken. De taalgebruiker staat centraal: de eigen
ervaringen van het kind zijn het uitgangspunt voor gesprekken. Teksten worden op inhoud
en vorm besproken.

Strategisch taalonderwijs (midden jaren 80 vorige eeuw):
Gebaseerd op de visie dat leerlingen voor het uitvoeren van communicatieve taken
strategieën moeten leren beheersen. Bij begrijpend lezen, leren leerlingen strategieën om
bijvoorbeeld de hoofdgedachte uit een tekst te halen. Er worden procedures aangereikt om
te volgen iets te doen.
Voordeel: leerlingen krijgen beschikking over een middel om greep op de taal te krijgen.
Nadeel: de leerkracht kan de procedures te rigide gebruiken of laten gebruiken en steeds
weer hetzelfde stappenplan laten toepassen, wat de leerlingen mogelijk snel vervelend gaan
vinden. Het wordt dan een doel i.p.v. een middel

Taakgericht taalonderwijs (jaren 90 vorige eeuw):
Leerlingen leren niet alleen taal óm er taken mee uit te voeren, maar ook dóór taken uit te
voeren. Taken vinden de leerlingen inhoudelijk interessant. Er is een kloof tussen wat de
leerlingen bezitten en wat ze nodig hebben om een taak goed uit te voeren. De bedoeling is
dat leerlingen gemotiveerd genoeg zijn om die kloof te overbruggen en met interactie
taalvaardiger worden.
Voordeel: leerlingen gebruiken taal in een situatie die voor hen betekenisvol is, maar ook
transferproblemen worden zo voorkomen.
Nadeel: bepaalde taalonderdelen kunnen niet goed uit de verf komen, omdat deze beter
systematisch aangeleerd kunnen worden  cursorisch aanbieden
Voordeel: leerlingen kunnen gemotiveerd raken door de gekozen situaties.
Nadeel: wanneer de situaties moeten worden gekozen door de leerkracht kan er mee
gekunsteld worden.




2

,Interactief taalonderwijs:
3 pijlers:
- Betekenisvol leren
o Kinderen leren het best in contexten die voor hen belangrijk zijn
o Contexten zijn: rijk, uitdagend, motiverend, herkenbaar en functioneel
o Leren is een actief proces, waarin kinderen hun kennis van de taal voortduren
opnieuw organiseren op basis van het taalaanbod dat ze krijgen
- Sociaal leren
o Leerlingen leren in samenspraak en samenwerking met anderen
o Onder invloed van voorbeeldgedrag van volwassenen en door gesprekken
met volwassenen en leeftijdgenoten ontdekken leerlingen de betekenis en
functie van gesproken en geschreven taal
o Samenwerken is een veelbelovende werkwijze
- Strategisch leren
o Leerlingen hebben concrete strategieën nodig om bepaalde taal problemen
op een efficiënte wijze op te lossen
o Verwerven van strategieën door samen te werken met anderen en door
modelgedrag van volwassenen
o Expliciete instructie van strategieën belangrijk, vooral voor leerlingen die
moeite hebben met leren
Binnen deze visie wordt technisch lezen gezien als faciliterend voor het begrijpend lezen. Het
belang van een snelle woordherkenning wordt benadrukt.

Inhoud en doelen
Inhoud:
De vier inhouden van het taalonderwijs:
vaardigheden:
spreken, luisteren,
schrijven, lezen


Het vak
Nederlands
taalbeschouwing woordenschat




jeugdliteratuur


Meeste tijd wordt besteed aan verwerving en oefening van de taalvaardigheden.
Woordkennis is van fundamenteel belang voor de taalvaardigheid  zonder woorden geen
taal.




3

, Leerlingen komen via boeken en andere media in aanraking met verschillende culturen,
leven zich in anderen in en genieten van verhalen. Door leerlingen verschillende woorden,
schrijfstijlen, doelen en genres aan te bieden kun je ze stimuleren deze kennis te gebruiken
als ze zelf een tekst moeten of willen schrijven.
Leerlingen gebruiken niet alleen taal, maar denken ook na over de taal zelf 
taalbeschouwing. Om twee redenen belangrijk:
1. Leerlingen gaan door reflectie bewuster spreken, luisteren, lezen en schrijven
a. Reflectie is ondersteunend voor het ontwikkelen en bewust hanteren van taal
2. Taal is een fascinerend fenomeen, een prachtig verschijnsel en een belangrijk
cultuurelement dat het beschouwen daarom alleen al de moeite waard is.

Doelen:
Kerndoelen
Er worden globale eisen gesteld aan het onderwijs. Scholen zijn verplicht een
onderwijsaanbod te realiseren dat voldoet aan de kerndoelen. Kerndoelen zijn eisen aan
leerkrachten en niet aan leerlingen. De kerndoelen staan beschreven op de site van Tule slo.
Het zijn in totaal 12 kerndoelen  zie bladzijde 37.

Tussendoelen
Meeste scholen voldoen door niet-verouderde methoden te kiezen en het taalonderwijs
hierop te baseren. Alleen wordt er niet gewaarborgd dat deze kennis ook ingezet wordt in
andere vakken. Hierdoor kan een systeemscheiding ontstaan.

Het referentiekader taal en rekenen
Kerndoelen geven aan welk aanbod een school moet realiseren. Ze zeggen niets over het
niveau van de leerlingen. In het referentiekader staat beschreven wat leerlingen op
verschillende momenten in hun schoolloopbaan op het gebied van taal en rekenen moeten
kennen en kunnen. Er zijn 4 taaldomeinen:
1. Mondelinge taalvaardigheid
2. Lezen
3. Schrijven
4. Begrippenlijst en taalverzorging
Er zijn voor deze domeinen vier niveaus te onderscheiden:
1. Fundamenteel niveau (1F) voor het eind van het basisonderwijs, het speciaal
onderwijs en het praktijkonderwijs
2. 2F voor mbo 1, 2, 3 en vmbo
3. 3F voor mbo 4 en eind havo
4. 4F voor eind vwo
Ongeveer 75% van de leerlingen bereikt het fundamenteel niveau aan het eind van het
schooltype. Leerlingen gaan dan op weg naar het streefniveau. Voor taal:
- Streefniveau 1S voor basisonderwijs = niveau 2F
Voor de 25% die het fundamenteel niveau 1F niet behalen, biedt de leerkracht adequate
leerstof aan, aansluitend op de mogelijkheden van de leerling




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisaschuurmans2. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.57  29x  sold
  • (3)
  Add to cart