Dit is een samenvatting van zowel de syllabus als de lesnotities van de lessen geschiedenis van Steven Debaere in Vives Brugge in . Het gaat over de middeleeuwen en meer specifiek over de niet-Westerse culturen.
Extra: Vooroordelen over de middeleeuwen
1.1 Kleine test over de grote middeleeuwen
1) Hekserij werd op zijn hevigst bestraft: in de 17de eeuw in het zuiden van Frankrijk. Dat was het
hoogtepunt van de vervolging van de hekserij. (= vroegmoderne tijd)
2) In de eerste helft van de 13de eeuw duikt een totaal nieuwe beschuldiging op t.a.v. joden: de
ontheiliging van de hoste: Ze werden beschuldigd te weinig respect hadden voor de sacramenten
3) Fontevrault is een Frans, middeleeuws dubbelklooster o.l.v. vrouwen: klopt. Dit is belangrijk voor
de Engelse geschiedenis. Daar zijn er veel grafmonumenten van koningen.
4) Willem van Normandië die in 1066 Engeland veroverde, werd in de kronieken van de 12de eeuw ook
vermeld als: Willem de bastaard. Zo is duidelijk dat een bastaardkind ook hoge macht kon verwerven.
5) Elsheimer maakt in 1609 een van de eerste landschapsschilderijen met een redelijk getrouwe
sterrenhemel. Hoe? Door een telescoop. (= uitvinding van de Nieuwe tijd)
6) In welke windrichting werden landkaarten in het Ancien Regime georiënteerd? In het oosten omdat
de zon daar opkomt. = heel katholiek
7) De inquisitie als rechtbank tegen ketters ontstond door: de strijd tegen de katharen. Dit is in de late
middeleeuwen ontstaan en nadien gebeurde inquisitie ook tegen anderen. Ketters = kiezen voor een
sobere levensstijl, vaak vegetariërs, veel gemeenschapszin
8) Het Vaticaan kreeg zijn huidige grenzen dankzij: Mussolini in de 20ste eeuw. Hij is ook
verantwoordelijk voor de kerkgronden = niet middeleeuws.
9) Het dragen van een masker tegen de pest had weinig zin: FOUT: het is niet het enige recept dat
helpt. Je moet verschillende zaken doen + er waren verschillende soorten pest.
1.2 Oorsprong van de benaming: het Italiaanse humanisme
“middeleeuwen”: periode tussen de klassieke oudheid en de vroegmoderne tijd. =
van het Italiaanse humanisme.
- Petrarca: De dichter van de stad Rome schreef in zijn rede van 1341 een grote ‘afrond’ tussen
de legendarische oudheid en zijn eigentijd. Hij had heimwee naar de gouden tijd van de
Grieken en de Romeinen. Hij wilde nieuwe pioniers die aansluiten bij de K.O.
- Giorgio Vasari: Humanist uit de 16de eeuw: Hij wilde de K.O. terug in ere herstellen.
a. Literair werk: De biografieën van de beroemdste schilders, beeldhouwers en
architecten. Werk is opgebouwd volgende het driedelige antieke schema van bloei,
verval en nieuw begin. Nieuwe begin in drie chronologische fasen:
- De kinderjaren in de 14de eeuw, De jeugd in de 15de eeuw, De volwassenheid
in de 16de eeuw: volmaaktheid van de kunst
b. Ideale kunstenaar volgens Vasari: Michelangelo: Hij overtreft de wereld van de K.O.
Hij springt over het K.O. De ‘goddelijke’ Michelangelo markeert het eindpunt v/d ont.
1
,1.3 Zijn de middeleeuwen anders?
Hoe zit men nu de middeleeuwen?
1) Men ziet de middeleeuwen nog steeds als een primitieve tijd waarin hongersnood, epidemieën,
folteringen en terechtstellingen, oorlogen met brand, plundering, moord dagelijkse kost waren.
2) Als ongekunsteld-authentiek (barbaars) = boeren, protten, plassen aan tafel
3) Ongemeen duistere tijden
Hoe komen die vooroordelen? De humanisten hebben hun eigen pretenties uitvergroot door de vorige
periode neer te halen, door ze als oninteressante tussenperiode uit de ges te schrappen.
18de en 19de eeuw: negatieve beeld werd door de culturele stromingen van verlichting en Romantiek
in wetenschappelijke kringen bijgesteld -> stereotypering van de ‘christelijke middeleeuwen’
20ste eeuw: De Nederlander Johan Huizinga wilde als eerste het stereotypebeeld doorbreken. Door
zijn werk krijgt het tijdvak van de (late) middeleeuwen zijn verdiende plaats in onze
beschavingsgeschiedenis. Hij beschreef de prachtige periode die zo anders was.
1.4 Huidige inzichten
1) Er zijn geen diepe breuklijnen tussen oud en nieuw: cruciaal begrip : Ancien Régime: dit wijst op
de continuïteit tussen de middeleeuwen en de nieuwe tijd. Tussen ca. 500 en ca. 1800.
a) De standenmaatschappij: derde stand, clerus, adel = het cruciale idee die de samenleving
vormt in de middeleeuwen en de nieuwe tijd = de door God goedgekeurde orde.
2) Er is een belangrijk scharnierpunt in de westerse geschiedenis vanaf ca. 1750:
a) Er komt een kentering v/d agrarisch-stedelijke samenleving naar de industriële samenleving =
industriële revolutie.
3) De middeleeuwen legde het landschap van Vlaanderen in zijn definitieve plooi. Er kwam een
omschakeling van een natuurlandschap naar een cultuurlandschap. De ingrepen van de mens zijn
bepalend (verstedelijking, inpolderingen, ontginningen)
4) Er is geen sprake van Europese dominantie over de wereld: de cultuur van West-Europa was
slechts één cultuur onder de vele andere culturen. Europa was een randgebied i.v.m. het ‘Euro-
Aziatische kerngebied’.
5) De middeleeuwen was niet los te koppelen van de christenen: Paus Gregorius I de grote wordt
afgebeeld op de kaf van het boek omdat dat het belangrijkste moment was voor de christenen.
2. Geschiedenis en cultuur van het Oost-Romeinse of Byzantijnse
Rijk (ca.400-1453)
2.1 Kaartoefening: fasen van ‘expansie’ en ‘verschrompeling’
2
, Begrippen over Byzantium:
- Byzantium: de Griekse naam, verwijzend naar de Griekse kolonisatie voor het Romeins werd.
- Constantinopel: Romeinse naam voor Byzantium
- Istanboel: Tussen Zwarte zee en Middellandse Zee
- Bosphorus: zeeverbinding tussen zee van Marmare en de Zwarte zee
- Dardanellen: Zeeverbinding tussen Egeïsche Zee en Marmara (Hellespont)
- Marmara: zee tussen Zwarte zee en Egeïsche zee
- Galatië: Galaten : brieven aan mensen met een Keltische origine. Het is een regio in Turkije en
het verbindt de Europese met de Turkse wereld (Galatenbrug)
- De ‘Gouden Hoorn’: de riviertrechter in Byzantium waar de sterke vloot lag met een gouden
ketting. De stad had drie versterkingen rond de historische kern en was dus oninneembaar.
1) Het einde van het West-Romeinse Rijk
- Welke politieke situatie ontstaat er in Italië na het WRR? (476 = einde WRR)
Het ging van een keizerrijk naar een koninkrijk onder koning Odoaker
- Omschrijf de grenzen van het ORR?
Balkan, Griekenland, Egypte, Libië en de Palestijnse gang
- Welke militaire troeven zou Constantinopel hebben in vergelijking met Rome?
- Gelegen aan de Bosphorus, de Zwarte Zee =mooi ingekapseld, moeilijk in te nemen
- Dicht bij de Donau = dicht bij de grens waar de vijanden kunnen binnenvallen
2) Het Byzantijnse Rijk van Justinianus (37 – 41)
- Hoe groot is de aangroei van het rijk van Justinianus in vergelijking met voordien?
Hij had ambities om het Byzantijnse rijk uit te breiden. Hij verdubbelde het bijna
- Welke gebieden werden t.t.v. Justinianus veroverd? Dit was ten koste van welke
volkeren?
i. In Europa: In Italië verdreven ze de Ostrogoten en in Spanje de Westgoten
ii. In Afrika: Vooral het Noorden van Afrika (Carthago)
- Wat zijn de Byzantijnse steunpunten in Italië
Rome, Venetië, Firenze, Ravenna
- In welke mate slaagde Justinianus erin om het territorium v/h oude RR te herstellen?
Hij had bijna een mare nostrum
3) Woelige tijden voor het Byzantijnse Rijk (8ste en 9de eeuw) = Arabische veroveringen
- De uitbreiding van de islam ten koste van het Byzantijnse rijk: Islam is in opmars
i. Europa: Spanje (Andaloesië-. Ze verdrijven de Westgoten en de Visigoten
ii. Afrika: Egypte (groot verlies), Noord-Afrika (Maghreb =Libië, Algerije, Tunesië.
iii. Azië: Palestijnse gang
- Welke andere volkeren bedreigen eveneens het Byzantijnse rijk?
- Slavische volkeren = Longobarden, Burgaren, Roemenen
- De Russen = De Warjagen
- Hoe ernstig was het rijk verzwakt?
Zwaar verzwakt: alle belangrijke handelsposities zijn ze verloren, de kustlijn is
verzwakt en het territorium krimpt + heel veel concurrentie: rijk van Kiev, Venetië,
Islam en de Slavische volkeren
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller justiendewulf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.73. You're not tied to anything after your purchase.