Duidelijk overzicht van alle te kennen spieren van ABS2. Telkens met vermelding van origo, insertie, functie, verloop, ligging, diersoortverschillen, innervatie en bloedvoorziening.
SPIER/STRUCTUUR ORIGO INSERTIE DS SPECIFIEK & FUNCTIE EQ RU CARN
KOPBEWEGERS (ASSKELET)
Epaxiale spieren Spieren die zich aan de dorsale zijde van het asskelet bevinden en zullen het hoofd, de hals en de
wervelkolom strekken
Hypaxiale spieren Spieren die zich aan de ventrale zijde van het asskelet en zullen de wervelkolom buigen (minder sterk
uigebouwd)
M rectus capitis dorsalis major Processus spinosus axis Squasma occipitalis F: strekken hoofd X X X
M rectus capitis dorsalis Tuberculum dorsale Squasma occipitalis F: strekken hoofd X X X
minor atlas
M rectus capitis ventralis Atlasboog Ventrale gedeelte F: buigen hoofd X X X
foramen magnum
M rectus capitis lateralis Arcus ventralis atlas Processus F: buigen hoofd en X X X
Paracondylaris draaien hoofd
M obliquus capitis cranialis Craniale rand Squasma occipitalis F: strekken, draaien X X X
atlasvleugel hoofd
M obliquus capitis caudalis Lateraal processus Atlasvleugel F: strekken, draaien X X X
spinosus axis hoofd
M longus capitis Processus transversus Atlasvleugel L: ligt ventrolateraal van X X X
C3-C6 de m longus colli
F: buigen hoofd
M splenius capitis / Squasma occipitalis Voortzetting van de m X
splenius cervicis
SPIEREN LANGSHEEN WERVELKOLOM: OPPERVLAKKIGE LAAG
M splenius Fascia spinocosto- Pars cervicis X X X
transversaria Proc. Transversus C (X) (X) X
Processus transversus T Pars capitis
Nekvlakte (Carn vnl)
SPIEREN LANGSHEEN WERVELKOLOM: INTERMEDIAIRE LAAG
M iliocostalis systeem Wordt gekenemerkt door een cranioventraal vezelverloop, waarbij de eindpees zich aan de craniale zijde
bevindt. Hierdoor ontstaat een kenmerkend uitzicht. Deze spier reikt van het ileum tot aan de halsstreek
en loopt het meest lateraal (omdat ze aangrijpt op lateraal gelegen structuren (processus transversus en
de ribben))
M iliocostalis lumborum ? Proc transversus L = Bij veel diersoorten (X) (X) (X)
processus costarius onderdeel geworden van
de m longissimus
lumborum
M iliocostalis thoracis Processus transv L Proximaal gedeelte L: de spier overbrugt X X X
ribben ongeveer een 4-tal
wervels
M iliocostalis cervicis Processus transv T Proc transv C X X X
(laatste)
M longissimus systeem De m longissimus is de langste en de meest zware strekker van de wervelkolom (reikt van het ileum tot
aan de kop). De origo en insertie situeren zich tussen de processus spinosus en processus transversus,
ongeveer 4 wervels van elkaar verwijdert. Ze loopt mediaal van de m iliocostalis.
M longissimus lumborum et Crista iliaca Proc transv L: het laatste gedeelte X X X
thoracis Proc spinosus L Proc mamillaris (lendenstreek) is bedekt
Proc transv T Ribben door de fascia
thoracolumbalis
M longissimus cervicis Processus transversus T Processus U: platte, driehoekige X X X
transversus C spier, de afzonderlijke
onderdelen zijn goed te
zien
L: de spier loopt mediaal
van m longissimus
lumborum et thoracis
M longissimus atlantis Processus sterke pees op de U: langwerpige spier, X X (X)
Transversus T2-C4 atlantis alleen bij EQ duidelijke te Clear Niet
herkennen. Bij de andere altijd
moeilijk te onderscheiden
van m longissimus capitis
M longissimus capitis Processus transversus sterke pees op U: langwerpige spier X X X
T2-C4 processus
mastoideus
SPIEREN LANGSHEEN WERVELKOLOM: DIEPE LAAG
Spieren liggen gedeeltelijk bedekt door de spieren van de intermediaire laag en overbruggen 2/3 wervels
M spinalis Spinaaluitsteeksel Spinaaluitsteeksel L: Thorax meest X (X) (X)
- M spinalis thoracis prominent & bij EQ. Bij
, - M spinalis cervicis RU en CARN meestal
(zwak) versmolten met
semispinalis
M semispinalis Beenderige punten van Zie onderverdeling L: cranioventraal X X X
wervels die halverwege vezelverloopt
gelegen zijn (uitzondering tov de
andere). Bij EQ lateraal
van de m spinalis
M semispinalis thoracis Processus mamillaris Processus spinosus X X
(ventraal)
M semispinalis cervicis ? ? L: bij RU en CARN (X) (X)
opgenomen in de m
spinalis
M semispinalis capitis Lig nuchae Os occipitale U: stevige, driehoekige X X X
Proc spinosus spier
Bij EQ onderverdeling Proc transversus 2 dele
- M biventer cervicis L: vult de nekvlakte voor
(dorsaal) een groot deel op
- M complexus
(ventraal)
M multifidus Sacrum Hals U: craniodorsaal X X X
vezelverloop, is een
verzameling van korte
spiertjes
L: overbruggen 2/3
wervels
Loopt van sacrum tot in
de hals
M multifidus lumborum Proc spinosus Proc mammilaris X X X
Proc articularis
M multifidus thoracis Proc spinosus Proc mammilaris X X X
Proc articularis
M multifidus cervicis Tuber dorsale Wervelboog van U: is zwakker uitgebouwd X X X
caudaal gelegen
wervels
SPIEREN LANGSHEEN WERVELKOLOM: HYPAXIALE SPIEREN
M longus colli / / X X X
M longus colli thoracis Corpus vertebrae T1-6 Processu transversus X X X
M longus colli cervicis Proc transversus Craniaal gelegen Zwakkere spiervezels X X X
C1-4 corpus vertebrae C
Tuberculum
musculare
M scalenus primae costa C3-C6 Eerste rib GHD: opgedeeld in een X X X
ventraal en dorsaal
gedeelte doordat de
plexus brachialis deze rib
doorboort
M scalenus supracostalis C4-C6 Rib 2-4 X X
CARN: ook aparte
bundel naar rib 8-9
DE BUIKSPIEREN
De buikspieren Plaatvormige spieren die de wand van het abdomen aflijnen aan de ventrale Functies v/d buikspieren
zijde. We kunnen 3 spieren onderscheiden, die elks van vezelverloop - Dragen v/d
verschillen. De vierde (m rectus abd) loopt oppervlakkig. De buikspieren zijn buikorganen
in paren aanglegd en fusioneren aan de ventrale mediaanlijn. Hierdoor (vnl passief)
ontstaat de linea alba. Het is klinisch belangrijk dat de situering van de - Buikpers
buikspieren resuleert in de vorming van het lieskanaal en de vezelrichtingen - Krommen rug
te volgen bij incisies. - Geforceerde
ademhaling
M obliquus externus ‘Ribben’ gedeelte = Mediale schenkel L: meest lateraal gelegen X X X
abdominis (oppervlakkig) gezaagd (afgewisseld (buikpees) = loopt lat. buikspier met een
met MSVPT) v/h v/ MRA, smelt met caudoventraal
Intercostale zenuwen middenste deel v/d andere med.schenkel vezelverloop
(gedeelte aan ribben) laatste 4/5 ribben Laterale schenkel
Lendenzenuwen (L1-L3/4) ‘lenden’ gedeelte = (bekkenpees) = grijpt
Aa intercostales/lumbales laatste rib en fascia aan op tendo
A iliolumbalis thoracolumbalis prepubicus, f. iliaca &
A circumflexa ilium profunda tuber coxae
, Ligamentum inguinale Eminentia iliopubica Tuber coxae Verdikte achterrand van X X X
de bekkenpees die vrij is
Annulus inguinalis Craniolateraal Caudomediaal Plaats waar de buikpees X X X
superficialis en de bekkenpees uit
Uitwendige liesring elkaar wijke, het is een
uitsparing
Lamina femoralis Laterale rand van de Mediale vlakt van het
Bindweefselplaat X X X
liesring bovenbeen
M obliquus internus Tuber coxae (bij EQ ook Mediale schenkel = L: ligt onder de m X X X
abdominis f. thoracolumb. en f. loopt med. Van MRA obliquus externus
iliaca) Fusioneert met de abdominis, vezelrichting
Lig. Inguinale eindpees van de m is caudodorsaal
transversus
abdominis en vormt
de mediale schenkel
van de rectusschede
omheen de MRA.
Loopt uit in linea alba
Laterale schenkel =
lateraat van de MRA.
Fusioneert met de
mediale schenkel van
de eindpees van
Lendenzenuwen (L1-L3/4) MOEA en vormt de
laterale schenkel van
Aa intercostales/lumbales de rectusschede.
A iliolumbalis Loopt uit in de linea
A circumflexa ilium profunda alba
Annulus inguinalis profundus Deel van de lig. Inguinale die niet benut wordt voor origo door de MOIA. Doorheen deze uitsparing wordt
Inwendige liesring er bij het mannelijke dier een spiertakje van de MOIA in het lieskanaal gestuurt om te eindigen op de f.
cremasterica omheen de testis (m cremaster)
M transversus abdominis ‘Ribben’gedeelte = aan Fusie met de mediale X X X
Intercostale zenuwen het binnenste deel van schenkel v/ MOIA
(gedeelte aan ribben) de ribben °binnenste blad van
Lendenzenuwen (L1-L3/4) ‘Lenden’gedeelte = de rectusschede
Aa intercostales/lumbales transversaaluitsteeksels
A iliolumbalis lumbaalwervels & soms
A circumflexa ilium profunda ook f. thoracolumbalis
Fossa paralumbalis Door het al dan niet stijl staan van de darmbeenzuil blijft er caudaal al dan niet een ruimte vrij
Linea arcuata Caudale rand van de aponeurose van de m transversus abdominis
M rectus abdominis Middenste rib (T4-T8) Tendo prepubicum Parig aangelegd, meest X X X
Intercostale zenuwen (ribben) thv ribkraakbeen oppervlakkig en flangeert
Lendenzenuwen (L1-L3/4) de linea alba (meest
Aa intercostales/lumbales ventraal). Heeft een
A iliolumbalis horizontaal vezelverloop
A circumflexa ilium profunda tn ligt in de rectusschede
Rectusschede Schede die zich rondom de m rectus abdominis bevindt. Deze is opgebouwd door de verschillende andere
buikspieren
- Binnenste blad = gevormd door de m transversus abdominis
- Laterale schenkel = gevormd door laterale schenkel van de MOIA en de mediale schenkel van
de MOEA
- Mediale schenkel = gevormd door mediale schenkel van de MOIA
Intersectiones tendineae Pezige tussenschotten die op het verloop van de spier liggen
DE GLUTEUSSPIEREN
M gluteus superficialis Tuber coxae Trochanter major U: Sterk aangelegd bij de X X X
Os sacrum Trochanter tertius mens. Driehoekige spier
(m tensor fasciae latae) (EQ alleen) waarvan slechts 2 zijden
spierweefsel bevatten. De
craniale zijde versmelt
gedeeltelijk met de MTFL.
De caudale zijde loopt
richting het os sacrum.
Tussen de 2 buiken is de
(n gluteus cranialis) spier geregesseerd tot
N gluteus caudalis een aponeurose.
L: bedekt gedeeltelijk de
A gluteus cranialis m gluteus medius
A gluteus caudalis
A iliolumbalis (voorste been) F: strekker v/d heup
, Paard Craniale zijde Caudale zijde
Vergroeid met de tensor fasciae latae Begint op lig supraspinale op het os sacrum en tuber
Zwakke buiger van de heup sacrale
Ligt op grens tussen M biceps femoris (sacraal hoofd)
en de m gluteus medius
Is verplaatst naar cran zodat ook deze zijde een buiger
van de heup is geworden
Rund Craniale zijde Caudale zijde
Opgenomen in de m tensor fasciae latae Opgenomen in de m biceps femoris, daarom wordt die
verder aangeduid als de m gluteobiceps
Carnivoor Craniale zijde Caudale zijde
Vergroeid met de m tensor fasciae latae Beginpunt loopt van crista iliaca tot aan begin van de
staart
M gluteus medius Os ilium: crista iliaca, Trochanter major U: meest omvangrijke van X X X
ala ossis ilii (slijmbeurs mogelijk de gluteusspieren
N gluteus cranialis GHD: tongvormige bij GHD)
(N gluteus caudalis) uitloper die aangrijpt GHD: uitloper die F: strekker v/d heup,
A gluteus cranialis op de fascia eindigt voorbij de abductie, (GHD) steigeren
A gluteus caudalis thoracolumbalis caudale rand van en propulsie
A iliolumbalis trochanter major
M gluteus accessorius Ala ossis ilii Trochanter major U: bij carnivoren volledig X X (X)
versmolten met de
medius, heeft een
aponeurotische
bovenvlakte
(scheidingslijn tussen acc
en medius)
N gluteus cranialis
F: strekken v/d heup,
A gluteus cranialis abductie
M gluteus profundus Darmbeenzuil Binnenzijde van U: opgebouwd uit X X X
Spina ischiadica trochanter major convergerende
spiervezels die het
heupgewricht dorsocran
N gluteus cranialis bedekken
A gluteus cranialis F: zwakke strekker v/d
A gluteus caudalis heup, abductie
M piriformis Achterrand m gluteus Achterrand U: komt alleen bij de X
medius trochanter major carnivoren voor
N gluteus caudalis Ventraal van het os
sacrum en de F: helpt bij strekken v/d
A gluteus caudalis staartwervels heup en bij abduceren
DE BROEKSPIEREN
M abductor cruris caudalis Lig. Sacrotuberale Fascia cruris U: alleen bij de carnivoren X
(hond)
Staartbasis (kat) L: ligt tussen de m biceps
N ischiadicus femoris en de m
semitendinosus
A circumflexa femoris medialis
A circumflexa femoris lateralis F: zwakke strekker v/d
Aa caudales femores heup en zwakke abductor
M biceps femoris Bekkenhoofd Indicrect via de fascia U: zeer krachtige spier die X X X
Onderzijde os ischium cruris de ruimte achter de
Tuber ischiadicum Fascia lata femur opvult. Waaiert uit
Patella in een aponeurose die
Patellabanden breed gaat eindigen aan
Crista tibiae de laterale zijde v/d knie.
Fascia cruris Ze versmelt grotendeels
met de fascia cruris
N gluteus caudalis Tendo accesorius
(sacraalhoofd) gaat versmelten met F: strekken van
N ischiadicus (bekkenhoofd) de eindpees van m heupgewricht, VAB
(n tibialis (bekkenhoofd)) gastrocnemius tot strekken kniegewricht,
het tendo calcaneus LAB buigen knie, strekken
A gluteus caudalis communis en tarsus en abductie
A circumflexa femoris medialis vervolgens gaat
A circumflexa femoris lateralis eindigen op tuber
Aa caudales femores calcanei
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jack9. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.