Burgerlijk Proces- En Insolventierecht (R_BURGPI)
All documents for this subject (21)
Seller
Follow
Studentsj
Reviews received
Content preview
Tentamen Burgerlijk Procesrecht en Insolventierecht – 30 mei 2017
1. Bart, wonend in Rotterdam, heeft een overeenkomst gesloten met Kozijn & Co, gevestigd in
Amsterdam. Kozijn & Co zou bij Bart kozijnen en ramen plaatsen. Bart heeft op 15 januari 2017 een
aanbetaling van €25.300 gedaan aan Kozijn & Co, maar het bedrijf heeft de door Bart bestelde
kozijnen en ramen niet geplaatst. Kozijn & Co is na ontvangst van de aanbetaling failliet verklaard.
Bart vordert nu in rechte van de bestuurder van Kozijn & Co, wonend in Amsterdam,
schadevergoeding van € 25.300 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 januari 2017.
Welke rechter is bevoegd?
A. De rechtbank, kamer voor niet-kantonzaken, in zowel Amsterdam als Rotterdam.
B. De rechtbank, kamer voor niet-kantonzaken, in Amsterdam.
C. De rechtbank, kamer voor kantonzaken, in zowel Amsterdam als Rotterdam.
D. De rechtbank, kamer voor kantonzaken, in Amsterdam.
2. Welke stelling over de wijze van oproeping in rechte van de bestuurder van Kozijn & Co uit de
vorige vraag is juist?
Beantwoord deze vraag naar het nieuwe recht onder KEI
A. De griffier van de rechtbank kan een oproepingsbericht laten betekenen aan de bestuurder
van Kozijn & Co.
B. De griffier van de rechtbank kan een oproepingsbericht per aangetekende brief sturen aan
de bestuurder van Kozijn & Co.
C. Bart kan een oproepingsbericht laten betekenen door de deurwaarder aan de bestuurder van
Kozijn & Co, maar alleen ná indiening van een procesinleiding bij de rechtbank.
D. Bart kan ook vóór indiening van een procesinleiding bij de rechtbank, een oproepingsbericht
laten betekenen door de deurwaarder aan de bestuurder van Kozijn & Co.
3. Mara en Yussef zijn enige jaren geleden gescheiden. Hun twee kinderen van 6 en 8 jaar zijn na de
scheiding bij Mara in Utrecht blijven wonen en gaan elke woensdagmiddag en twee weekenden per
maand naar hun vader in Rotterdam. Mara wil nu samen met de kinderen verhuizen naar Groningen
om daar met haar nieuwe vriend te gaan samenwonen. Yussef is het hier niet mee eens omdat hij de
kinderen dan niet meer elke woensdag kan zien. Nu Yussef, die samen met Mara het gezamenlijk
gezag over de kinderen heeft, geen toestemming voor de verhuizing wil geven, verzoekt Mara bij de
rechtbank vervangende toestemming. Welke rechtbank is bevoegd?
A. Uitsluitend de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen.
B. Uitsluitend de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht.
C. Uitsluitend de rechtbank Rotterdam, locatie Rotterdam.
D. Zowel de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, als de rechtbank Rotterdam,
locatie Rotterdam.
4. Het voorschrift in artikel 20 lid 1 Rv is in lijn met de volgende uitspraak:
A. Capuano/Italië, EHRM 25 juni 1987, NJ 1990/231.
B. Airey/Ierland, EHRM 9 oktober 1979, NJ 1980/376.
C. Waarheidsplicht, HR 25 maart 2011, NJ 2012/627.
D. Rijwielzadel, HR 16 maart 1939, NJ 1939/1048.
,5. Bram heeft een arbeidsconflict met zijn werkgever. Hij heeft al een half jaar geen loon
ontvangen. Bram start een procedure tot betaling van loon tegen zijn werkgever. Welke stelling
over procesvertegenwoordiging is juist?
A. Bram kan niet in persoon procederen en moet zich door een advocaat laten vertegenwoordigen.
B. Bram kan niet in persoon procederen en moet zich door een gemachtigde laten
vertegenwoordigen. Deze gemachtigde hoeft geen advocaat te zijn.
C. Bram kan in persoon procederen. Hij kan zich door een gemachtigde laten
vertegenwoordigen. Deze gemachtigde hoeft geen advocaat te zijn.
D. Bram kan in persoon procederen. Hij kan zich door een gemachtigde laten
vertegenwoordigen. Deze gemachtigde moet een advocaat zijn.
6. Stel dat Bram uit de vorige vraag het door hem verschuldigde griffierecht niet tijdig heeft voldaan.
De rechter heeft Bram in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het niet tijdig voldoen van het
griffierecht. Bram heeft echter niets van zich laten horen.
Welke stelling is nu juist?
A. De rechter kan Bram ontslaan van de instantie, met veroordeling van Bram in de kosten.
B. De rechter kan de werkgever van Bram ontslaan van instantie, met veroordeling van Bram in de
kosten.
C. De rechter kan Bram ontslaan van de instantie. Bram kan tegen deze beslissing geen hoger
beroep instellen.
D. De rechter kan de werkgever van Bram ontslaan van de instantie. Bram kan tegen deze beslissing
hoger beroep instellen.
7. Stel nu dat Bram uit de vorige twee vragen het door hem verschuldigde griffierecht wel tijdig heeft
voldaan. De werkgever is echter niet in rechte verschenen. De rechter verleent verstek tegen de
werkgever.
Welke stelling is nu juist?
A. De rechter zal de vordering van Bram zonder meer toewijzen. De werkgever van Bram kan tegen
deze uitspraak in hoger beroep gaan.
B. De rechter zal de vordering van Bram zonder meer toewijzen. De werkgever van Bram kan tegen
deze uitspraak verzet doen.
C. De werkgever van Bram kan zolang het eindvonnis nog niet is gewezen alsnog in het geding
verschijnen.
D. Nu het verstek is verleend, kan de werkgever van Bram niet meer alsnog in het geding
verschijnen.
8. Tijdens een procedure bij de kantonrechter wil Levi zijn vordering tegen Ad, die in rechte
is verschenen, verlangen van € 2.500 naar € 1.500.
Welke stelling is juist?
A. Levi kan zijn eis slechts schriftelijk verminderen.
B. Levi kan zijn eis slechts mondeling verminderen.
C. De rechter kan de eisvermindering ambtshalve buiten beschouwing laten.
D. Tegen het vonnis van de kantonrechter staat na de eisvermindering geen hoger beroep open.
,9. Welke stelling over tegenvorderingen of tegenverzoeken is juist?
Beantwoord deze vraag naar het nieuwe recht onder KEI.
A. In geval van een tegenvordering door verweerder is connexiteit met de door eiser ingestelde
vordering vereist.
B. Een verweerschrift tegen een verzoek mag uitsluitend een tegenverzoek en dus geen
tegenvordering bevatten.
C. De zaken betreffende een vordering en een tegenvordering tussen partijen worden in beginsel
gelijktijdig behandeld en bij hetzelfde vonnis beslist.
D. Voor het indienen van een tegenverzoek is griffierecht verschuldigd.
10. Nuria en Daan procederen over de vraag wie van hen eigenaar van een stuk grond is. Ook Cees
beweert dat hij eigenaar van het stuk grond is. Hij wil zich in de eigendomsprocedure tussen Nuria
en Daan als procespartij mengen.
Welke incidentele vordering dient Cees hiertoe in te stellen?
A. Voeging van zaken
B. Voeging door Cees
C. Tussenkomst
D. Vrijwaring
11. Een vonnis waarbij de rechter voor recht verklaart dat een bepaalde handeling onrechtmatig is, is
een:
A. Condemnatoir vonnis
B. Condemnatoir vonnis met een constitutief element
C. Declaratoir vonnis
D. Constitutief vonnis
12. Welke stelling is juist?
Beantwoord deze vraag naar het nieuwe recht onder KEI
A. In zowel de vorderingsprocedure als de verzoekprocedure stuurt de griffier na ontvangst van de
procesinleiding een oproepingsbericht aan eiser of verzoeker.
B. In zowel de vorderingsprocedure als de verzoekprocedure kan eiser of verzoeker eerst een
oproepingsbericht aan verweerder laten betekenen alvorens hij een procesinleiding bij de rechter
indient.
C. In de vorderingsprocedure roept de griffier de verschenen verweerders schriftelijk op.
D. In de verzoekprocedure roept de griffier de verschenen belanghebbenden schriftelijk op.
13. Op welke wijze verloopt onder KEI de basisprocedure op tegenspraak in eerste aanleg, waarbij eiser
een vordering heeft ingesteld?
A. Procesinleiding – Verweerschrift – Mondelinge behandeling – Re- en dupliek – Uitspraak
B. Procesinleiding – Verweerschrift – Mondelinge behandeling – Uitspraak
C. Procesinleiding – Conclusie van antwoord – Mondelinge behandeling – Pleidooi – Uitspraak
D. Procesinleiding – Regiezitting – Mondelinge behandeling – Uitspraak
,
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Studentsj. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.