1B Bestuderen Ontwikkeling Definities en Concepten
Ontwikkeling: verandering binnen het leven van een individu
- Focussen op verschillende ontwikkelingsperioden
- op bepaald domein, één levensloop
Feedbackloop:
(adaptieve) Ontwikkelingsplasticiteit:
Het aanpassen van ontwikkeling op basis
van omgevingsfactoren
Tweelingen hebben dezelfde genotype,
maar andere fenotype door ervaring
Graduele specialisatie: Een proces
waarin een vaardigheden/fenotype
gradueel ontwikkeld.
ontwikkelingsprogrammering: De
effecten van prenatale en neonatale
ervaringen op volwassen functioneren. (voorbeeld van ontwikkelingsplasticiteit)
1C Comparatieve en evolutionair perspectieven
Comparatief: vergelijkingen tussen soorten
Evolutionair: Hoe en waarom eigenschappen evolueren
Cross-culturele perspectieven: Hoe ontwikkelen eigenschappen in verschillende culturen?
Cultuur: eigenschappen van een groep mensen die wordt overgedragen door middel van
sociaal leren (zoals normen, gebruiken, voedsel etc.
Dieet en microben
Microbiële compositie hangt af van het type eten
,Moeders microben koloniseren de ingewanden van haar baby’s
Darm-microben kunnen de hersenontwikkeling beïnvloeden.
Cultuur beïnvloedt de doelen en verwachtingen van mensen
Verschillen tussen groepen en mensen in doelen en verwachtingen kunnen bestaan
door sociale overdracht. (filmpje van man doel gevangenis)
- Neuro-wetenschappelijke perspectieven: Neurobiologische factoren systemen die
ontwikkeling veroorzaken
- Behavioristische perspectieven: Zichtbare gedragingen en hoe deze vormgegeven
worden door externe factoren tijdens de ontwikkeling
- Psychoanalytische perspectieven: Interne mentale toestanden en processen
- Cognitieve perspectieven: Informatieverwerkingsprocessen. Maakt gebruik vna
methoden en modellen gebaseerd op diverse perspectieven.
1D onderzoeksdesigns
Observationele studies:
- Design: geen manipulatie, dus niet-experimenteel
- Meten: Observeren (in een natuurlijke setting)
Experimentele studies
- manipuleer een variabele terwijl de andere constant blijft
- manipuleer: OH, observeer AH
- betrouwbaarheid: consistente resultaten indien herhaald
- validiteit: meet hetgeen de onderzoeker wil de meten
- herhaalbaarheid: anderen kunnen de studie herhalen
Ecologische validiteit: komt de studie overeen met de normale omstandigheden van het
individu in zijn of haar dagelijkse leven. (voorbeeld jonge Braziliaanse straatjongeren)
→ 20-45% goed school
90% goed op markt
Longitudinaal: zelfde groep, verschillende leeftijden
Cross-sectioneel: verschillende groepen (leeftijden)
2A Intro Cognitieve ontwikkeling
Cognitie: Het vermogen om te denken, redeneren en kennis gebruiken over de wereld/
omgeving
- expliciete cognitie: bewust, uit te drukken in woorden (feiten etc.)
- impliciete cognitie: onbewust, moeilijk uit te drukken in woorden (vaardigheden etc.)
Dieren en kinderen gebruiken meer impliciete cognitie
,Cognitieve ontwikkeling: hoe mensen veranderen gedurende hun leven aangaande het
begrijpen en gebruiken van informatie. Kennis en vermogen.
Ook aftakeling (ouderen) is ook een vorm van ontwikkeling.
2B Intro Piaget/ Schema concept
Jean Piaget (1896-1980) bestudeerde elk aspect van cognitie bij kinderen.
- Kinderen zag hij niet als volwassenen. Kinderen redeneren anders dan volwassenen.
- Stadia van ontwikkeling (kwalitatief)
- Domein algemeenheid van cognitieve ontwikkeling: In alle gebieden vind
ontwikkeling plaats.
- Construeren actief begrip van de wereld (assimilatie, accommodatie)
Schema
Geheel van mentale structuren, kennis, interpretaties en acties die gebruikt worden om te
interacteren met de omgeving.
Proces van adaptatie
Schema’s afstemmen op nieuwe ervaringen in de wereld
- assimilatie: nieuwe ervaringen interpreteren in termen van bestaande schema’s.
Schema wordt aangepast.
- accommodatie: schema’s veranderen als reactie op nieuwe ervaringen.
Nieuw schema wordt gemaakt.
→ cognitieve ontwikkeling van kind
Equilibratie: assimilatie en accommodatie werken samen om een betere afstemming van de
omgeving te krijgen.
2C Piaget Intro Sensorimotor Periode
Geboorte – 2 jaar oud
- Centraal: Object concept
- Object permanentie
- Circulaire reacties: Iets herhaald willen doen (volgens Piaget is dat een vorm van
oefenen)
- Zes sub-stadia
- Embodied cognition: Ledematen om cognitief te ontwikkele
2D Sensorimotor zes stadia Piaget
Stadium 1 (eerste maand)
Gebruik van reflexen
- Gedrag als zuigen en grijpen wordt spontaan geproduceerd
, - Reflex wordt efficiënter door accommodatie
- Geen bewustzijn van objecten onafhankelijk van de eigen acties
- Geen vermogen om informatie van verschillende zintuigen te integreren
Stadium 2 (1-4 maanden)
Primaire circulaire reacties
- Bij toeval wordt ontdekt dat geïnteracteerd kan worden met het eigen lichaam door
een reflex te gebruiken
- Deze actie wordt herhaald als het prettig is
- Wordt goed in deze actie
- Nog geen object concept
Stadium 3 (4-9 maanden)
Secundaire circulaire reacties
- Handelt doelmatig richting een object, buiten het eigen lichaam
- Nieuwe schema’s op externe objecten worden toegepast
- Start bij toeval
- Meer aandacht voor de unieke eigenschappen van het object
- Objecten volledig uit zicht, bestaan niet meer (geen object permanentie)
Stadium 4 (9-12 maanden)
- Integratie van secondaire schema’s in 1 representatie
- Schema’s worden bij elkaar gebracht om doel te bereiken
- Een object heeft een langdurige eigenschappen en bestaat los van eigen acties
- Vinden een volledig verstopt voorwerp terug, maar hebben geen volledige mentale
representatie als het uit het zicht is
A-niet-B fout: een object wordt herhaaldelijk verstopt en de baby vindt het terug op dezelfde
plek (A), dan wordt het object verstopt op een nieuwe plek (B) terwjil de baby kijkt: de baby
kijkt weer onder A.
Piaget denkt: onvermogen om een nieuw schema toe te passen wat betreft het object in de
nieuwe locatie. Geen representatie van objecten (niet juist)
Stadium 5 (12-18 maanden)
tertiaire circulaire reacties
- Schema’s intentioneel toegepast, ‘kleine wetenschappers’
- Laat creativiteit zien, exploratie en experimenteren
- De A-niet B fout wordt niet meer gemaakt, maar faalt wel op de onzichtbare
verplaatsing: niet in staat om mentaal de bewegingen van een object bij te houden als
het verstop tis.
Stadium 6 (18-24 maanden)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esmeeclaessens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.