Deze samenvatting bevat het vak Gerechtelijk recht en Deskundigenonderzoek gegeven in het 2e jaar Vastgoed. De volledige cursus van Gerechtelijk Recht is samengevat alsook het gedeelte van deskundigenonderzoek. Voor Gerechtelijk Recht is er ook een woordenlijst toegevoegd.
In een rechtsstaat wordt het leven van (rechts)-personen en overheid in een bepaalde
maatschappij geordend op basis van wetgeving en reglementen die tot stand komen door het
handelen van de wetgevende en de uitvoerende macht. De overheid moet bij het opstellen
van wetgevende en reglementaire normen objectieve doelstellingen maken.
Voorbeeld: Een niet-objectieve regel zou zijn → Alle auto’s moeten stoppen voor rood behalve
een Mercedes.
Rechtsregels gaan uit van een internationaal, federaal of regionaal gedragsorgaan met als
doel het gedrag van de (rechts)-personen in een bepaalde maatschappij te regelen met een
systeem van afdwingbaarheid.
De wetgeving moet rekening houden met de in de Grondwet en in internationale verdragen
vastgelegde rechten van iedere burger maar daartegenover staat de plicht van zowel de
burger als de overheid om zich aan de wetten te houden.
Het bestaan van wetgeving en de daarin vastgelegde bepalingen is het objectief recht. Elk
rechtssubject kan op basis van het objectief recht de bevoegdheid van een individueel recht
laten gelden. Dit noemt men het subjectieve recht.
De rechterlijke macht moet een onafhankelijke en onpartijdige rechtsspraak garanderen op
basis van de wetgeving.
2. Onderscheid tussen publiek recht en privaat recht
Als de rechtsregel betrekking heeft op het functioneren van de overheid en in de relatie met
de burger, dan wordt dit gezien als publiekrecht.
Het publiekrecht heeft dus betrekking op de uitoefening van het gezag van de staat, de
verhoudingen tussen de overheid en de burgers, tussen de overheid en haar organen en
tussen de Belgische Staat en vreemde staten.
Het publiekrecht wordt onderverdeeld in het:
- Grondwettelijk Recht en Administratief Recht
- Strafrecht
- Fiscaal Recht
- Economisch Recht
Dylan De Temmerman 2B2
, 2.1 Het Grondwettelijk Recht en Administratief Recht
Het Grondwettelijk Recht regelt de inrichting van de staat en de fundamentele bescherming
van de burgers tegenover de staat (grondwettelijke rechten en vrijheden zoals gelijkheid en
non-discriminatie, persvrijheid, vrijheid van meningsuiting maar ook sociaaleconomische
grondrechten zoals recht op behoorlijke huisvesting).
Het Administratief Recht regelt de organisatie en structuren van de uitvoerende macht, de
openbare diensten en de organisatie.
De overheid moet de wetgeving respecteren en kan geen beslissingen nemen die daarmee in
strijd gaan. Om het algemeen belang te dienen, heeft een bestuur algemeen meer
uitgebreide rechten dan een individu en kan de overheid uitvoerbare beslissingen nemen,
inclusief administratieve sancties.
Dit in tegenstelling tot een (rechts)persoon die zijn subjectief recht eerst moet laten
vastleggen door een rechtbank alvorens een rechtelijke beslissing kan uitgevoerd worden.
Decreet → Wetgeving die op regionaal gebied tot stand is gekomen.
Wet → Wetgeving die op federaal niveau tot stand is gekomen.
Het Grondwettelijk Hof waakt over drie belangrijke principes:
1) Dat de wetten, decreten en ordonnanties binnen de bevoegdheden blijven die de
Grondwet en enkele bijzondere wetten aan de verschillende wetgevers gegeven hebben.
2) Dat de wetten, decreten en ordonnanties de grondwetsartikelen respecteren over de
rechten en plichten van alle Belgen en vreemdelingen op Belgische grond.
3) Dat de wetten, decreten en ordonnanties het beginsel van federale loyauteit respecteren.
Het Grondwettelijk Hof kan wetten, decreten en ordonnanties tijdelijk schorsen (dan mogen
ze even niet meer toegepast worden) of definitief vernietigen (dan is het alsof ze nooit
bestaan hebben).
Als tijdens een procedure voor een rechtbank, een betwisting ontstaat die onder de
bevoegdheid valt van het Grondwettelijk Hof (bv. de vraag of een wet niet discriminerend is en
dus strijdig met het grondwettelijk beginsel van gelijkheid), dan kan de rechter daarover een
vraag stellen alvorens zelf over de zaak te oordelen.
De functie van de afdeling wetgeving is belangrijk bij de totstandkoming van de wetten omdat
ze advies moet of kan geven geeft over wetsontwerpen/-voorstellen van wetten en decreten.
De adviezen zijn niet bindend maar hebben een belangrijke impact en moeten bijdragen tot
een goede wetgeving.
De Raad van State is het hoogste administratieve rechtscollege en zetelt in laatste aanleg.
Daardoor kan zij reglementaire en individuele administratief uitvoerbare rechtshandelingen
vernietigen. Er is ook nog een bevoegdheid van cassatierechter en rechter in hoger beroep.
Dylan De Temmerman 2B2
,De Raad van State kan administratieve rechtshandelingen avn een administratieve overheid
vernieitgen wanneer sprake is van rechtstreekse schending van de grondwet of wet en niet-
naleving van essentiële vormvereisten. De klager moet een belang hebben en binnen de 60
dagen na de bekendmaking of betekening van de beslissing van de overheid instellen.
Bij vernietiging van een administratieve beslissing stelt de Raad van State geen nieuwe
beslissing in de plaats maar moet een nieuwe beslissing genomen worden door de bevoegde
overheid.
2.2 Strafrecht en strafprocesrecht
De overheid heeft een monopolie van geweld, dit wil zeggen dat ze privileges heeft om de
burgers die op haar grondgebied wonen, met een gerechtvaardigde dwang kan verplichten de
wetten na te leven. Dit betekent ook dat daardoor de overheid iemand van zijn vrijheid kan
beroven. Een burger mag het recht niet in eigen handen nemen, dit moet via de organen van
de overheid.
Een burger kan enkel vervolgd worden voor misdrijven die uitdrukkelijk bij wet zijn vastgelegd
en gestraft met de door de wet bepaalde straffen.
De overheid treedt op via het Openbaar Ministerie dat een onderzoek zal voeren en een
vermoedelijke dader van een misdrijf voor een strafrechtbank zal vervolgen.
Het strafrecht bepaalt welke handelingen strafbaar zijn en welke straffen hierbij zullen
worden toegepast. Elk misdrijf vereist een materieel en moreel element. Dat wil zeggen dat er
een zekere gedraging moet zijn en een strafrechtelijke schuld aanwezig moet zijn. Een misdrijf
is niet altijd met opzet, dit kan ook door een zekere onoplettendheid gebeuren.
Legaliteitsbeginsel → Misdrijven worden bepaald door een wettelijke bepaling en evenzo
moet de straf door de wet worden bepaald.
Misdrijven worden ingedeeld in drie categorieën volgens graad van ernst:
1) De overtreding → De lichtste vorm van een misdrijf. Straffen hieraan zijn een
gevangenisstraf van min. 1 dag en max. 7 dagen en/of geldboete van €1-€25 (x8).
Voorbeelden: Openbare dronkenschap, nachtlawaai
2) Het wanbedrijf → Misdrijven die een ernstig karakter hebben worden gestraft met een
gevangenisstraf van 8 dagen tot 5 jaar en/of geldboetes van minstens €26 (x8). Voorbeelden:
Toebrengen van slagen en verwondingen, diefstal, verkeersovertreding zoals rijden in staat
van dronkenschap.
3) De misdaad → Zware criminele feiten die een zeer zware traf opleveren, dit kan tijdelijke of
levenslange opsluiting zijn. Voorbeelden:
Doodslag of moord
Straffen kunnen verhogen indien er sprake is van een herhaling, buiten een gevangenisstraf
en boete kan een rechtbank een veroordeelde ook ontzetten uit bepaalde politieke en
Dylan De Temmerman 2B2
, burgerlijke rechten. Een rechtbank kan een werkstraf opleggen min. 20 en max. 300 uur als
autonome straf in correctionele en politiezaken.
Het strafprocesrecht regelt de inrichting, bevoegdheid en werking van de organen waarmee
de Staat misdrijven opspoort, vaststelt en vervolgt en straffen oplegt.
In beginsel geldt het principe dat men onschuldig is tot aan een veroordeling, dat eenzelfde
misdrijf nooit tweemaal kan bestraft worden en een straf enkel kan opgelegd worden door
een (straf)rechtbank.
De Procureur Des Konings zorgt voor de uitoefening van de strafvordering, hij is het hoofd van
de opsporing van de misdrijven, houdt toezicht op de gerechtelijke onderzoeken en vordert
de toepassing van de strafwet voor de rechter.
Minnelijke schikking → De betaling van een bepaalde geldsom voor het verval van de
strafvordering.
Een burger die het slachtoffer is van een misdrijf, kan door middel van een dagvaarding van
de strafvording laten starten. Een strafvordering start meestal met een PV door een
politiedienst. Nadien start het onderzoek , hierbij wordt alles onderzocht en worden bewijzen
verzameld.
Er bestaat een onderscheid tussen een opsporingsonderzoek en een gerechtelijk onderzoek.
Het eerste gebeurt door de Procureur des Konings en het tweede door de onderzoeksrechter
die onafhankelijk wordt gevorderd door de Procureur des Konings. Deze kan daardoor
onderzoeksdaden stellen zoals aanhouding, huiszoeking en inbeslagname.
Indien de verdachte in verdenking wordt gesteld en wordt aangehouden door de
onderzoeksrechter, dient de raadkamer de voorlopige hechtenis te bevestigen. De raadkamer
beslist ook, na beëindiging van het onderzoek door de onderzoeksrechter, wat er dient te
gebeuren.
Als laatste stap is er de beoordeling door de rechtbank. Een rechter zal dan moeten beslissen,
op basis van het onderzoeksdossier, of de betrokkene effectief feiten heeft gepleegd die
volgens een strafwet strafbaar zijn en in voorkomend geval, welke straf wordt opgelegd. Een
persoon die schade heeft geleden kan zich dan burgerlijke partij stellen.
→ Als een persoon wordt veroordeeld, wordt dit genoteerd in het Centraal Strafregister.
→ Elektronisch toezicht = Uitvoeren van de straf buiten de gevangenis met elektronische
controle.
→ Voorwaardelijke invrijheidsstelling = Uitvoering van de straf buiten de gevangenis onder
bepaalde voorwaarden.
→ Voorlopige invrijheidsstelling = Voor een veroordeelde vreemdeling die over een
verblijfsrecht beschikt.
Dylan De Temmerman 2B2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dylandetemmerman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.