Bij hoofdstuk 4 Afweer zijn alle vier de basisstoffen samengevat, namelijk: 1. Bescherming, 2. Afweer, 3. Immuniteit en 4. Transplantatie en bloedtransfusie. Alle begrippen uit dit hoofdstuk zijn in de tekst van de samenvatting verwerkt en zijn dikgedrukt. Ook zitten er plaatjes uit het boek in de ...
Samenvatting H4 Afweer
§1 Bescherming
Het inwendige milieu is gescheiden van het uitwendige milieu door het
dekweefsel van de huid, de longen en de darmen. Het inwendige milieu
kan alleen worden bereikt door een celmembraan te passeren.
Stoffen die niet in je lichaam thuishoren, heten lichaamsvreemd, je kan
hier ziek van worden. Lichaamseigen stoffen of cellen worden door je
lichaam gemaakt of zijn er onderdeel van. Het immuunsysteem valt
alleen lichaamsvreemde stoffen aan.
Het binnendringen van ziekteverwekkers (pathogenen) in je lichaam
wordt een infectie genoemd.
Virussen bevatten DNA of RNA met daaromheen een eiwitmantel. Na aanhechting van een virus aan
receptoren van een gastheercel vindt er een proces plaats waarbij het virus-DNA of virus-RNA
terechtkomt in het cytoplasma van de
gastheercel. In de gastheercel
vermenigvuldigt het virus zich.
Virussen kunnen cellen doden of
beschadigen door de afgifte van
eiwitverterende enzymen. Ook
kunnen ze geïnfecteerde cellen
toxinen laten produceren, waardoor
de cel beschadigt raakt of sterft. De
hoeveelheid schade die een virus
veroorzaakt, hangt ook af van het
vermogen van het geïnfecteerde
weefsel om te herstellen.
De huid en de slijmvliezen vormen de eerste verdedigingslinie in de bescherming tegen gevaren van
buitenaf. Daar waar openingen in de huid zitten zorgen slijmvliezen ervoor dat ziekteverwekkers
moeilijk kunnen binnendringen. Traanvocht en speeksel spoelen indringers weg en slijm vangt
ziekteverwekkers op. Dit is mechanische afweer, omdat het gaat om afweer met behulp van fysieke
aanpassingen.
Chemische afweer is het gebruiken van stoffen om indringers buiten te houden. Voorbeelden
hiervan zijn maagzuur, zweet en goede bacteriën.
De huid beschermt het lichaam niet alleen tegen het
binnendringen van ziekteverwekkers, maar ook tegen
invloeden van buitenaf. In de kiemlaag liggen
pigmentvormende cellen: de melanocyten. deze
vormen het pigment melanine, dat ze via hun
uitlopers afgeven aan de opperhuidcellen. Melanine
beschermt de delende cellen in de kiemlaag tegen de
schadelijke invloed van ultraviolette straling in
zonlicht.
, §2 Afweer
Binnen het immuunsysteem worden twee typen afweer
onderscheiden.
De aangeboren afweer is gericht tegen vele verschillende
ziekteverwekkers, komt voor bij alle dieren en planten en
dient als een snelle eerste afweer tegen een infectie.
De verworven afweer is het deel van je immuunsysteem
dat je gedurende je leven ontwikkelt. Deze afweer is
gericht tegen één type ziekteverwekker en komt alleen bij
gewervelde dieren voor.
De lymfoïde organen (het beenmerg, de thymus,
de milt en de lymfeknopen) hebben een functie bij
de opslag en het transport van witte bloedcellen.
In het rode beenmerg ontstaan uit stamcellen
verschillen typen witte bloedcellen: fagocyten en
lymfocyten. De cellen komen in het bloed terecht,
waar ze lichaamsvreemde virussen en bacteriën
herkennen en bestrijden. De fagocyten zijn
aangeboren afweer, de lymfocyten horen bij de
verworven afweer.
Als een ziekteverwekker het lichaam binnendringt wordt hij direct aangevallen door fagocyten.
Fagocyterende cellen gebruiken receptoren om ze te doden. Er zijn twee typen fagocyten:
granulocyten en monocyten.
Granulocyten reageren snel op binnendringende
ziekteverwekkers en maken deze binnen enkel
minute na binnenkomst onschadelijk door ze te
fagocyteren.
In de granulocyten smelten lysosomen samen met
het blaasje waarin de bacterie is ingesloten.
Enzymen uit de lysosomen doden vervolgens de
bacterie. De granulocyt gaat hierbij meestal ook
dood.
Monocyten komen ook overal in het lichaam voor. Na aanmaak in het beenmerg wordt een deel
opgeslagen in de milt en het andere deel gaat naar de weefsels. Als een monocyt de bloedbaan
verlaat en in de weefselvloeistof komt, verandert deze van vorm en wordt een macrofaag, deze
verplaatst zich door het hele lichaam en kan in tegenstelling tot een granulocyt meerdere
ziekteverwekkers vernietigen.
Een andere cel die zich uit monocyten ontwikkelt, is de dendritische cel, deze vind je vooral op
plaatsen waar ziekteverwekkers kunnen binnendringen.
Macrofagen kunnen koorts veroorzaken. In reactie op een ziekteverwekker scheiden ze cytokinen af
die de normwaarde voor de lichaamstemperatuur verhogen. Cytokinen behoren tot de groep van
mediatoren, dit zijn eiwitten met een regulerende functie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lotte09. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.